In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 26 januari 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de overschrijving van grafrechten. Eiseres, woonachtig te West-Terschelling, had verzocht om de grafrechten van de graven [nummer 1] en [nummer 2] op haar naam over te schrijven. De gemeente Terschelling, als verweerder, had dit verzoek geweigerd op basis van de Verordening 2004, die stelt dat grafrechten vervallen indien niet binnen een bepaalde termijn om overschrijving wordt verzocht. De rechtbank oordeelde dat de gemeente onvoldoende rekening had gehouden met de emotionele band van eiseres met de overledenen, die familieleden van haar waren. De rechtbank concludeerde dat de gemeente in redelijkheid niet had kunnen weigeren om de grafrechten over te schrijven, en vernietigde het bestreden besluit. De rechtbank bepaalde dat de grafrechten op naam van eiseres moesten worden overgeschreven en dat de gemeente het door eiseres betaalde griffierecht moest vergoeden. Deze uitspraak benadrukt het belang van de emotionele waarde van grafrechten en de noodzaak voor een zorgvuldige belangenafweging door de gemeente.