ECLI:NL:RBNNE:2017:2376

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
10 april 2017
Publicatiedatum
30 juni 2017
Zaaknummer
C18/174807 / PR RK 17-99
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van de kantonrechter wegens vermeende vooringenomenheid in civiele procedure

Op 10 april 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van verzoekers tegen kantonrechter mr. W. Huizing. Het verzoek tot wraking werd ingediend op 10 maart 2017, naar aanleiding van een bericht van mr. Huizing dat er in een lopende civiele procedure vonnis zou worden gewezen. Verzoekers waren van mening dat mr. Huizing niet had ingegaan op hun verzoek om uitstel voor het geven van een reactie op de stukken van de wederpartij, wat volgens hen de onpartijdigheid van de rechter in gevaar bracht.

De rechtbank overwoog dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk moest worden verklaard. De rechtbank stelde vast dat de beslissing van mr. Huizing om te berichten dat er vonnis zou worden gewezen een inhoudelijke beslissing was, die niet ter toetsing aan de wrakingskamer kon worden voorgelegd. Bovendien voerden verzoekers geen concrete feiten of omstandigheden aan die zouden wijzen op vooringenomenheid van mr. Huizing. Daarom werd besloten dat een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek niet nodig was.

De rechtbank verklaarde het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk en bepaalde dat de procedure in de hoofdzaak, met zaaknummer 5485521 CV EXPL 16-15864, voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en de rechtbank beval de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan de verzoekers en de gemachtigde van de Coöperatieve Woonvereniging 'De Middelhorst' U.A.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
zaaknummer: C18/174807 / PR RK 17-99
beslissing van de meervoudige kamer van 10 april 2017
op het verzoek tot wraking ingevolge artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van
[naam],
wonende te [woonplaats],
gemachtigde H.J.G. Teeuwen,
wonende te [woonplaats], [adres],
verzoekers.

1.Procesverloop

1.1.
Bij brief van 10 maart 2017 hebben verzoekers een verzoek ingediend tot wraking van de kantonrechter in de procedure met nummer 5485521 CV EXPL 16-15864 (aanhangig bij deze rechtbank, afdeling Privaatrecht, locatie Groningen) waarbij [naam] als partij is betrokken.
1.2.
De betreffende kantonrechter, mr. W. Huizing, heeft bij brief van 21 maart 2017 gemotiveerd aangegeven dat zij niet berust in het wrakingsverzoek.

2.Overwegingen

2.1.
Ingevolge artikel 36 Rv kan op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2.
Het wrakingsverzoek is gedaan omdat mr. Huizing, door verzoekers te berichten dat in de onder 1.1. genoemde procedure vonnis zal worden gewezen, naar de mening van verzoekers ten onrechte niet is ingegaan op hun verzoek tot uitstel voor het geven van een reactie op de stukken van de wederpartij in die procedure.
2.3.
Met mr. Huizing is de rechtbank van oordeel dat haar beslissing om aan verzoekers te (laten) berichten dat in hun zaak vonnis zal worden gewezen een inhoudelijke beslissing betreft die niet ter toetsing aan de wrakingskamer kan worden voorgelegd.
2.4.
Omdat verzoekers voorts geen concrete feiten of omstandigheden aanvoeren waaruit blijkt van vooringenomenheid van mr. Huizing dient het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk te worden verklaard. Een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek kan daarom achterwege blijven.
Beslissing
De rechtbank:
  • verklaart het verzoek niet-ontvankelijk;
  • bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak (met zaaknummer 5485521 CV EXPL 16-15864) wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking;
  • beveelt de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan verzoekers en aan de (gemachtigde van) de Coöperatieve Woonvereniging 'De Middelhorst' U.A.
Deze beslissing is gegeven door mrs. R.B.M. Keurentjes, voorzitter, E.M. Visser en W.P. Claus, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op 10 april 2017.
typ: 692