ECLI:NL:RBNNE:2017:2150

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 juni 2017
Publicatiedatum
16 juni 2017
Zaaknummer
LEE 17-1714
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake geluidsontheffing voor repetities in de buitenlucht

Op 15 juni 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een geluidsontheffing die was verleend aan de IJsclub Sneek 1871 voor repetities in de buitenlucht op het ijsbaanterrein te Sneek, in de periode van 13 mei tot en met 25 juli 2017. De ontheffing was verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest Fryslân. Verzoeker had op 12 mei 2017 de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, maar was niet verschenen op de zitting van 7 juni 2017.

De voorzieningenrechter overwoog dat het bestreden besluit van 22 maart 2017 door verweerder was ingetrokken en dat er een kennisgeving van de IJsclub Sneek 1871 was geaccepteerd voor incidentele festiviteiten. De voorzieningenrechter stelde vast dat de kennisgeving niet als een besluit kon worden aangemerkt en dat de ontheffinghoudster recht had op maximaal twaalf incidentele festiviteiten per jaar, zonder dat de geluidsnormen van toepassing waren. Aangezien verzoeker en zijn gemachtigde niet ter zitting waren verschenen, werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en het bezwaarschrift van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard.

De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen en dat er geen proceskostenveroordeling nodig was. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Bestuursrecht
locatie Groningen
zaaknummers: LEE 17/1714

uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 juni 2017 in de zaak tussen

[verzoeker], te [plaats], verzoeker,

(gemachtigde: mr. D.A. Zeilstra),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest Fryslân, verweerder,
(gemachtigde: mr. A. Basic).
Als
derde-partijheeft aan het geding deelgenomen: [vereniging], gevestigd te [plaats], ontheffinghoudster,
(gemachtigde: B. Hoogstra).

Procesverloop

Bij besluit van 22 maart 2017 (het bestreden besluit), verzonden op 30 maart 2017, heeft verweerder aan ontheffinghoudster een geluidsontheffing verleend voor repetities in de buitenlucht op het ijsbaanterrein te Sneek in de periode van 13 mei tot en met 25 juli 2017.
Verder heeft verweerder met het bestreden besluit aan ontheffinghoudster ontheffing verleend van het verbod om op zondag na 13.00 uur, zonder strikte noodzaak, lawaai te maken dat op een afstand van 200 meter hoorbaar is.
Tegen het bestreden besluit heeft verzoeker een bezwaarschrift ingediend. Tevens heeft verzoeker op 12 mei 2017 de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft bij schrijven van 16 mei 2017 de melding incidentele festiviteiten in de inrichting IJsclub Sneek 1871, gelegen aan de [adres] te [plaats] geaccepteerd.
Verweerder heeft bij besluit van 23 mei 2017 het bestreden besluit ingetrokken en aan ontheffinghoudster een gewijzigde ontheffing verleend.
Ingevolge artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht hebben het bezwaarschrift en het verzoek om voorlopige voorziening van rechtswege mede betrekking op het schrijven van 16 mei 2017 en het besluit van 23 mei 2017.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 7 juni 2017.
Verzoeker en zijn gemachtigde zijn met kennisgeving niet verschenen.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Namens ontheffinghoudster is met kennisgeving niemand verschenen.

Overwegingen

Feiten en omstandigheden

1. Bij zijn oordeelsvorming betrekt de voorzieningenrechter de navolgende feiten en omstandigheden.
1.1.
Ontheffinghoudster heeft op 12 januari 2017 een aanvraag om geluidsontheffing, als bedoeld in artikel 4:6A van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Súdwest Fryslân (APV), bij verweerder ingediend.
Deze aanvraag heeft betrekking op het repeteren in de buitenlucht op het ijsbaanterrein te Sneek in verband met de Marsparade-wedstrijden van het Wereld Muziek Concours te Kerkrade in de periode van 13 mei tot en met 25 juli 2017. Het betreft de Marsparade-repetities van de Drum- en Showfanfare Advendo en de Drum- en Showfanfare Jong Advendo.
1.2.
Verzoeker heeft naar aanleiding van de aanvraag om geluidsontheffing op
22 februari 2017 een zienswijze bij verweerder ingediend.
1.3.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder aan ontheffinghoudster een geluidsontheffing verleend voor repetities in de buitenlucht op het ijsbaanterrein te Sneek in de periode van 13 mei tot en met 25 juli 2017.
Verder heeft verweerder met het bestreden besluit aan ontheffinghoudster ontheffing verleend van het verbod om op zondag na 13.00 uur, zonder strikte noodzaak, lawaai te maken dat op een afstand van 200 meter hoorbaar is.
1.4.
Op 3 mei 2017 is namens de IJsclub Sneek 1871 een kennisgevingsformulier incidentele festiviteiten in de inrichting, gelegen aan de Leeuwarderweg 91 te Sneek, bij verweerder ingediend.
1.5.
Verweerder heeft bij schrijven van 16 mei 2017 de melding incidentele festiviteiten in de inrichting IJsclub Sneek 1871, gelegen aan de Leeuwarderweg 91 te Sneek geaccepteerd.
Verweerder heeft bij besluit van 23 mei 2017 het bestreden besluit ingetrokken en aan ontheffinghoudster een gewijzigde ontheffing verleend.

Toepasselijke regelgeving

2. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), kan, indien tegen een besluit bij de bestuursrechter voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de bestuursrechter, bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter van de bestuursrechter die bevoegd kan worden in de hoofdzaak op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2.1.
Ingevolge artikel 4:3, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Súdwest Fryslân (APV) is het een inrichting toegestaan maximaal twaalf incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden, waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Activiteitenbesluit niet van toepassing zijn.
Ingevolge artikel 4:3, tweede lid, van de APV stelt het college een formulier vast voor het doen van een kennisgeving.

Overwegingen

3. Gesteld voor de vraag of er aanleiding bestaat een voorlopige voorziening te treffen, overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
4. Tussen partijen is niet in geschil, en de voorzieningenrechter neemt dit als een vaststaand gegeven aan, dat het bestreden besluit van 22 maart 2017 door verweerder ingetrokken is. Thans is sprake van een kennisgeving van de IJsbaanclub Sneek 1871 met betrekking tot incidentele festiviteiten (twaalf keer), als bedoeld in artikel 4:3, eerste lid, van de APV, in de inrichting, gelegen aan de [adres] te [plaats].
5. De voorzieningenrechter stelt vast dat verweerder bij schrijven van 23 mei 2017 voormelde kennisgeving heeft geaccepteerd. Verder stelt de voorzieningenrechter vast dat de reactie op de ingediende kennisgeving bij schrijven van 23 mei 2017 niet alleen aan de aanvrager is gezonden, maar in ieder geval ook aan verzoeker. Van een onjuiste bekendmaking als gesteld door verzoeker is de voorzieningenrechter in dit geval niet gebleken. Deze grond van verzoeker slaagt niet.
6. Vervolgens rijst, gelet op de brief van 6 juni 2017 van verzoeker, de vraag of het ingediende verzoek om voorlopige voorziening wordt gehandhaafd, en in welke zin. In dit verband stelt de voorzieningenrechter vast dat verzoeker en zijn gemachtigde niet ter zitting van 7 juni 2017 zijn verschenen, zodat de onduidelijkheid voor wat betreft de strekking van het verzoek om voorlopige voorziening voor zijn rekening en risico komt.
7. De voorzieningenrechter overweegt dat uit de acceptatie van de kennisgeving incidentele festiviteiten door verweerder voortvloeit dat het IJsclub Sneek 1871 toegestaan is om in de inrichting maximaal twaalf incidentele festiviteiten te houden, waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Activiteitenbesluit niet van toepassing zijn. Dit volgt uit artikel 4:3, eerste lid, van de APV. In dit verband stelt de voorzieningenrechter vast dat in het verzoek om voorlopige voorziening geen gronden zijn gesteld die dit weerspreken dan wel betrekking op de vraag of dit een incidentele festiviteit betreft.
8. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan de reactie van verweerder op de ingediende kennisgeving bij schrijven van 23 mei 2017 niet worden aangemerkt als een besluit, als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Hierbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat het recht om (maximaal) twaalf keer per jaar af te wijken van de betreffende geluidsnormen blijkens de bewoordingen van artikel 4:3, eerste lid, van de APV rechtstreeks voortvloeit uit deze wettelijke bepaling. Toestemming van verweerder is derhalve niet vereist om het recht om af te wijken van de betreffende geluidsnormen te doen ontstaan.
9. Gelet op de voorgaande overwegingen zal verweerder het bezwaarschrift van verzoeker, gericht tegen het schrijven van 23 mei 2017, niet-ontvankelijk dienen te verklaren. Onder die omstandigheden bestaat er geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek daartoe wordt afgewezen.
10. Voor een proceskostenveroordeling, als bedoeld in artikel 8:75 van de Awb, bestaat geen aanleiding.
Beslist wordt als volgt.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.F. Bruinenberg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. H.L.A. van Kats als griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2017.
De griffier De voorzieningenrechter

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.
Afschrift verzonden op: