Benadeelde partijen
De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
1. [slachtoffer1] , tot een bedrag van € 1.802,88 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
2. [slachtoffer6] , tot een bedrag van € 100,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
3. [naam], tot een bedrag van € 700,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
4. [naam], tot een bedrag van € 754,46 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
5. [naam], tot een bedrag van € 592,92 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
6. [naam], tot een bedrag van € 850,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
7. [naam], tot een bedrag van € 1.300,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
8. [naam], tot een bedrag van € 676,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
9. [naam], tot een bedrag van € 476,17 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
10. [naam], tot een bedrag van € 1.316,37 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
11. [naam], tot een bedrag van € 872,77 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
12. [naam], tot een bedrag van € 691,47 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
13. [naam], tot een bedrag van € 500,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
14. [naam], tot een bedrag van € 960,15 ter vergoeding van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
15. [naam], tot een bedrag van € 100,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
16. [naam], tot een bedrag van € 1.355,20 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
17. [naam], tot een bedrag van € 150,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
18. [naam], tot een bedrag van € 150,00 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan;
19. [naam], tot een bedrag van € 853,05 ter zake van materiële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum dat de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd alle vorderingen van de benadeelde partijen toe te wijzen en daarbij de schadevergoedingsmaatregel in de zin van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen, behoudens het verzoek rekening te houden met het feit dat bij een aantal vorderingen ook een eigen risico is gevorderd.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij [slachtoffer1] de gestelde schade tot een hoogte van € 1.287,88 heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1 bewezen verklaarde. De rechtbank acht het overige deel van de vordering onvoldoende aannemelijk gemaakt. De benadeelde partij zal in dit deel van de vordering dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard. De vordering zal worden toegewezen tot een bedrag van € 1.287,88 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 januari 2017.
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij [slachtoffer6] de gestelde schade tot een hoogte van € 100,00 heeft geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 5 bewezen verklaarde. De vordering zal dan ook worden toegewezen tot een bedrag van € 100,00 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 december 2016.
De rechtbank zal -zoals hiervoor overwogen- de ad informandum gevoegde feiten onder 2 niet meenemen in deze zaak. Dientengevolge kan de rechtbank ook geen oordeel vormen over de vorderingen van de bovengenoemde onder 3 tot en met 19 benadeelde partijen. Deze zullen deze dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard.
De rechtbank zal de vorderingen van de bovengenoemde onder 3 tot en met 19 benadeelde partijen daarom niet ontvankelijk verklaren. De vorderingen kunnen slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen hebben gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Nu vast staat dat verdachte tot de hiervoor genoemde bedragen aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde is toegebracht, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed.