ECLI:NL:RBNNE:2017:2018
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Feitelijke aanranding van de eerbaarheid met ontkennende verdachte en camerabeelden als bewijs
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die op 22 januari 2017 in Groningen een jonge vrouw zou hebben aangerand, heeft de rechtbank op 1 juni 2017 uitspraak gedaan. De verdachte, geboren in 1995 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, werd bijgestaan door advocaat mr. P. Th. van Jaarsveld, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. J. Houwink. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verklaringen van de aangeefster, ondersteund door camerabeelden, voldoende bewijs bieden voor de aanranding. De verdachte ontkende de beschuldigingen, maar de rechtbank oordeelde dat de camerabeelden en getuigenverklaringen de verklaring van de aangeefster bevestigen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tweede tenlastelegging, die betrekking had op diefstal van een mobiele telefoon, omdat niet bewezen kon worden dat de verdachte het oogmerk had om de telefoon wederrechtelijk toe te eigenen. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van vier maanden op voor de feitelijke aanranding van de eerbaarheid, waarbij rekening werd gehouden met zijn leeftijd en het feit dat hij geen eerdere veroordelingen had voor soortgelijke feiten. De rechtbank besloot dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf.