ECLI:NL:RBNNE:2017:1998
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het voorhanden hebben van verboden wapens en munitie
Op 6 juni 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Leeuwarden uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van verboden wapens, te weten een ploertendoder, pepperspray en centraalvuur knalpatronen. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. R.J. de Boer, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. M. Kappeijne van de Coppello. De tenlastelegging betrof feiten die zich op 8 april 2015 in Emmen hadden voorgedaan. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, mede op basis van zijn bekennende verklaring, schuldig was aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank achtte de bewezenverklaring van de feiten voldoende onderbouwd door de verklaring van de verdachte en proces-verbaal van bevindingen van de politie.
De rechtbank overwoog dat de verdachte eerder onherroepelijk was veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de aard en ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de vordering van de officier van justitie. De officier had een werkstraf van 80 uren geëist, maar de rechtbank vond een taakstraf van 40 uren meer passend, gezien de financiële situatie van de verdachte. Daarnaast werd een gevangenisstraf van 2 dagen opgelegd, die gelijkgesteld werd aan de tijd die de verdachte in verzekering had doorgebracht. De rechtbank besloot dat, indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 20 dagen zou worden toegepast.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en de andere rechters de zaak op een openbare zitting bespraken. Het vonnis is op 6 juni 2017 uitgesproken, waarbij de rechtbank de verdachte schuldig bevond aan de feiten en hem veroordeelde tot de opgelegde straffen.