Op 2 juni 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van afpersing en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 15 mei 2016 in de gemeente Delfzijl, waar de verdachte samen met medeverdachten het slachtoffer onder bedreiging heeft gedwongen om mee te lopen naar een woning. Tijdens deze bedreiging heeft de verdachte het slachtoffer gedwongen zijn portemonnee af te geven, waarbij hij dreigende woorden heeft gebruikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat het slachtoffer, die in paniek was, tegen zijn wil werd meegenomen en dat er sprake was van een bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en getuigen als betrouwbaar beoordeeld en heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot jeugddetentie en een werkstraf, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer. De benadeelde partij is niet ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat deze niet correct was ingediend.