ECLI:NL:RBNNE:2017:1853

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 mei 2017
Publicatiedatum
22 mei 2017
Zaaknummer
18/730369-16
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van witwassen met verborgen grondkluis

In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van witwassen, heeft de rechtbank Noord-Nederland op 22 mei 2017 uitspraak gedaan. De verdachte, geboren in 1949 en woonachtig in Leeuwarden, werd ervan beschuldigd betrokken te zijn bij het aanleggen van een verborgen grondkluis met zwart geld in haar woning. De tenlastelegging betrof het verbergen van een bedrag van 148.500 euro en een horloge in een kluis, waarvan de verdachte en haar medeverdachten zouden hebben geweten dat deze afkomstig waren uit een misdrijf.

Tijdens de zitting op 14 april 2017 was de verdachte niet aanwezig, maar haar advocaat, mr. K.E. Wielenga, was wel aanwezig en verklaarde dat hij tot de verdediging was gemachtigd. De officier van justitie en de verdediging concludeerden dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de kluis in haar woning. De rechtbank heeft deze argumenten overwogen en vastgesteld dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte wist van de aanwezigheid van de kluis.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet kon worden verweten dat zij had meegewerkt aan het witwassen, omdat er geen bewijs was dat zij op de hoogte was van de kluis. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 22 mei 2017.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730369-16
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, d.d. 22 mei 2017 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1949 te [geboorteplaats],
wonende te [straatnaam], [woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 14 april 2017.
Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. K.E. Wielenga, advocaat te Leeuwarden, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S. Kromdijk.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 13 mei 2014, althans in of omstreeks de periode van 1 november 2009 tot en met 13 mei 2014, in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met één of meer andere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen,
van een voorwerp, te weten 148.500,- euro, althans een hoeveelheid geld, en/of een horloge, merk Zenith, M1000 Defy Extreme,
de vindplaats heeft/hebben verborgen en/of verhuld, en/of heeft/hebben verborgen of verhuld wie de rechthebbende op dat/die bovengenoemde voorwerp(en) was,
bestaande hierin dat verdachte en/of haar medeverdachte(n), tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, dat voorwerp heeft/hebben verborgen (gehouden) in een vaste en/of afsluitbare en/of (goed) verstopte (vloer/grond)kluis in de (bijkeuken van de) woning van verdachte aan de [straatnaam] te Leeuwarden,
terwijl verdachte en/of haar medeverdachte(n) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
[medeverdachte1] en/of [medeverdachte2] op of omstreeks 13 mei 2014, althans in of omstreeks de periode van 1 november 2009 tot en met 13 mei 2014, in de gemeente Leeuwarden, tezamen en in vereniging met één of meer andere natuurlijke perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), althans alleen, (van) een voorwerp, te weten 148.500,- euro, althans een hoeveelheid geld, en/of een horloge, merk Zenith, M1000 Defy Extreme, de vindplaats heeft/hebben verborgen en/of verhuld, en/of heeft/hebben verborgen of verhuld wie de rechthebbende op dat/die
bovengenoemde voorwerp(en) was, bestaande hierin dat die [medeverdachte1] en/of [medeverdachte2], tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, dat voorwerp heeft/hebben verborgen (gehouden) in een vaste en/of afsluitbare en/of (goed) verstopte
(vloer/grond)kluis in de (bijkeuken van de) woning van verdachte aan de [straatnaam] te Leeuwarden,
terwijl die [medeverdachte1] en/of [medeverdachte2] en/of die ander(en) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door die [medeverdachte1] en/of [medeverdachte2] opzettelijk
-toe te staan dat in opdracht van die [medeverdachte1] een (grond/vloer)kluis (door een ander) werd geplaatst op een heimelijke en/of verborgen plek in de (bijkeuken van de) woning van verdachte aan de [straatnaam] te Leeuwarden, en/of
-toe te staan dat verdachte geen toegang tot die kluis kreeg/had, maar alleen die [medeverdachte1] en/of [medeverdachte2] het bezit van de kluissleutel te laten, en/of
-(vervolgens) toe te staan dat die [medeverdachte1] en/of [medeverdachte2] gebruik maakte(n) en/of gebruik kon(den) (blijven) maken van een/die (grond/vloer)kluis in de woning van verdachte, en/of
-(aldus) te helpen aan/met (een mogelijkheid tot) het verbergen en/of verborgen houden van de vindplaats van (zwart) geld en/of andere waardevolle goederen van die [medeverdachte1] en/of [medeverdachte2], althans van een ander dan verdachte, althans van (een) voorwerp(en), en/of het (blijven) verbergen en/of verhullen wie de rechthebbende op (een) voorwerp(en) was.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie en de raadsman hebben geconcludeerd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde, omdat er geen bewijs bestaat dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de kluis in haar woning.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het primair en het subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Verdachte zal daarom hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hierbij het volgende.
In de woning van verdachte aan de [straatnaam] te Leeuwarden is weliswaar een kluis aangetroffen, waarin een grote hoeveelheid geld en een horloge zaten en die toebehoorde aan de zoon van verdachte, [medeverdachte1], maar op grond van het dossier is niet vast te stellen dat verdachte wist van de aanwezigheid van deze kluis. Reeds hierom kan verdachte het medeplegen van witwassen, bestaande uit het verstoppen van voormelde goederen in die kluis in haar woning, noch de medeplichtigheid hieraan verweten worden.

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. van Bruggen, voorzitter, mr. C.M.M. Oostdam
en mr. W.S. Sikkema, rechters, bijgestaan door mr. P.T.M. van der Lelie, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 mei 2017.
Mrs. Oostdam en Van der Lelie zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.