Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte],
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Het gaat hierbij bij uitstek om een weging en waardering van de omstandigheden van het concrete geval, waarbij de rechtbank het gewicht moet bepalen van de aanwijzingen die voor of tegen het bewezen verklaren van voorbedachte raad pleiten.
Op grond van de feiten en omstandigheden zoals naar voren gekomen in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat de besluitvorming en de uitvoering tot stand zijn gekomen in een (zodanig) korte tijdspanne, terwijl het handelen van de verdachte bovendien door gevoelens van heftige emotie werd beheerst, dat niet kan worden bewezen verklaard dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld. De opeenvolgende handelingen van verdachte hebben plaatsgevonden in een paniekaanval en binnen een suïcidale roes, waarbij verdachte naar het oordeel van de rechtbank niet aanwijsbaar stil heeft gestaan bij de mogelijke gevolgen van zijn handelen en zich daar rekenschap van heeft kunnen geven. Verdachte raakte pas uit die roes toen het slachtoffer, zijn echtgenote, zich hevig verzette en de kans zag verdachte aan te spreken.
De rechtbank volstaat ten aanzien van het bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu de verdachte het bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
poging tot doodslag
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Verdachte wilde – zo verklaarde hij ter terechtzitting– zich van het leven beroven en wilde zijn vrouw niet in de "troep" achterlaten nadat hij zich zelf van het leven zou hebben beroofd. Dit doel of motief komt ook naar voren in het psychologisch onderzoek Pro Justitia van 6 maart 2017, opgemaakt door psycholoog A.H. Bouwman.
Voorts blijkt uit voornoemd rapport dat er bij verdachte sprake is van dwangmatige trekken in de persoonlijkheid, waarbij een angst voor controleverlies centraal staat. Naast stabiliteit blijkt ook een hoge mate van rigiditeit. Wanneer er sprake is van hoogoplopende stress en ordeverstoring in zijn leven, kunnen de copingvaardigheden onder druk komen te staan. De deskundige adviseert in haar rapport een ambulante behandeling gekoppeld aan een voorwaardelijk strafdeel. Van belang is daarbij, aldus de deskundige, dat verdachtes depressie adequaat wordt behandeld door middel van een psychotherapeutische behandeling, waarbij ook medicamenteuze opties moeten worden overwogen. De deskundige heeft ter zitting aangegeven het advies van de reclassering om behandeling te laten plaatsvinden in een open forensische klinische setting te Leeuwarden, te delen.
Toepassing van wetsartikelen
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
Een gevangenisstraf voor de duur van 730 dagen.
groot 715 dagenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op 3 jaar, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
De opname vindt plaats in de Forensische Psychiatrische Afdeling GGZ Franeker (waar veroordeelde zich thans bevindt) en zodra het toestandsbeeld van veroordeelde dit toelaat dient hij te worden overgeplaatst naar de Open Forensische Setting GGZ te Leeuwarden;