Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.
03 januari 2017 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte]geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,wonende te [woonplaats] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partij [slachtoffer 7]
Vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 18/830325-13
Toepassing van wetsartikelen
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
Een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.
9 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op
2 jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
benadeelde partij [slachtoffer 2](feit 2) toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 250,- (zegge: tweehonderdenvijftig euro), in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
benadeelde partij [slachtoffer 7](feit 5) toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 250,- (zegge: tweehonderdenvijftig euro), in dier voege, dat indien dit bedrag door de mededader van verdachte geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.