Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 april 2017 in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats] , eiseres
de Belastingdienst/Toeslagen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
van 21 november 2014 (waarbij de vastgestelde rekenhuur € 389,- per maand bedroeg).
artikelen 5 en 21 van de Wht. Eiseres meent dat het begrip ‘kosten van het huren’ niet bepalend en niet relevant is voor de berekening van de huurtoeslag. Daaronder vallen slechts kosten van het huren van woonruimte en geen eventuele opbrengsten uit hoofde van onderverhuur daarvan, aldus eiseres.
Beslissing
binnen zes wekenna de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaarschrift van eiseres
van 5 september 2015, met inachtneming van deze uitspraak;