ECLI:NL:RBNNE:2017:1550
Rechtbank Noord-Nederland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Beroep op erkenning en tenuitvoerlegging van een Duitse beslissing tot confiscatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, op 1 februari 2017 uitspraak gedaan in een rekestprocedure naar aanleiding van een beroep op grond van artikel 27 van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie (WWETGC). Het beroep was ingesteld door de veroordeelde, die in Duitsland was veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaren en een confiscatie van € 80.000,00 door het Landgericht Aachen. De veroordeelde en zijn raadsvrouw, mr. S. Bijl, hebben op 11 januari 2017 hun standpunten toegelicht tijdens de mondelinge behandeling.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tijdig en juist was ingesteld. De officier van justitie had geconcludeerd tot verwerping van het beroep, onder verwijzing naar eerdere uitspraken van het Bundesgerichtshof en het Landgericht Aachen. De rechtbank overwoog dat de beslissing van het Bundesgerichtshof enkel betrekking had op de veroordelingen en niet op de verbeurdverklaring, waardoor deze laatste in stand bleef. De rechtbank concludeerde dat er geen weigeringsgronden aanwezig waren voor de erkenning en tenuitvoerlegging van de Duitse beslissing tot confiscatie.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek tot aanhouding of heropening van de behandeling afgewezen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij mr. Haisma niet in staat was om de beslissing mede te ondertekenen.