ECLI:NL:RBNNE:2017:1469
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Besluit tot woningsluiting op basis van artikel 13b Opiumwet en verzoek om voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 19 april 2017 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een bewoner van een woning in Emmen, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester om haar woning te sluiten voor een periode van drie maanden op grond van artikel 13b van de Opiumwet. Dit besluit volgde op een huiszoeking door de politie, waarbij in de woning een kweektent met hennep en andere hennepgerelateerde materialen werd aangetroffen. De burgemeester had geconcludeerd dat er sprake was van een handelshoeveelheid drugs, wat aanleiding gaf tot het sluiten van de woning.
Verzoekster voerde aan dat zij niet meer dan vijf hennepplanten had en dat er geen sprake was van beroeps- of bedrijfsmatige teelt. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de aangetroffen hoeveelheid hennep, zowel in verse als gedroogde staat, de maximale hoeveelheid voor eigen gebruik overschreed. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester terecht had gehandeld en dat er geen sprake was van een schrijnend geval, ondanks de persoonlijke omstandigheden van verzoekster en haar autistische zoontje. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de voorzieningenrechter oordeelde dat het bezwaarschrift geen redelijke kans van slagen had.