ECLI:NL:RBNNE:2017:1421
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hennepkwekerijzaak wegens onvoldoende bewijs van betrokkenheid verdachte
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 14 april 2017 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het telen en aanwezig hebben van hennepplanten, alsook van diefstal van elektriciteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten goederen heeft geleverd voor de opbouw van een hennepkwekerij, maar dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat hij ook daadwerkelijk betrokken was bij de teelt of het aanwezig hebben van de hennepplanten. De rechtbank oordeelde dat de enkele levering van goederen en voeding niet voldoende was om te spreken van een nauwe en bewuste samenwerking. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlasteleggingen, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij in de relevante periode betrokken was bij de kwekerij of de diefstal van elektriciteit. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, aangezien het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen was. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken.