ECLI:NL:RBNNE:2017:1362
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in strafzaak wegens inbraak en heling
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 11 april 2017 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van betrokkenheid bij een inbraak in een tankstation en heling van de aldaar buitgemaakte goederen. De verdachte werd vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de hem ten laste gelegde feiten. Het enige bewijs dat tegen de verdachte was ingebracht, was DNA-materiaal dat was aangetroffen op een oortje van een walkietalkie, dat zich bevond in een Volkswagen Polo waarin rookwaren waren aangetroffen die afkomstig waren van een kort tevoren gepleegde inbraak. Er waren echter geen sporen van de verdachte op of nabij de buit of op inbrekerswerktuigen gevonden. De rechtbank concludeerde dat er geen ander bewijs was dat de verdachte in verband bracht met de feiten, waardoor de verdachte niet kon worden veroordeeld. De uitspraak volgde na een onderzoek op de terechtzitting van de politierechter op 3 april 2015 en de meervoudige kamer op 28 maart 2017. De verdachte was niet verschenen, maar zijn advocaat, mr. N.C. Reehuis, was wel aanwezig. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. R.G. de Graaf. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, waaronder inbraak, heling van een voertuig en diefstal van kentekenplaten.