Beoordeling van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat het onder 1 primair, 2 primair en 3 primair ten laste gelegde kan worden bewezen. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de aangetroffen sporen zijn aan te merken als dadersporen. Nu verdachte geen aannemelijke alternatieve verklaring heeft gegeven voor de aangetroffen sporen en zichzelf evenmin een alibi heeft verschaft, is er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden dat verdachte de feiten met de medeverdachten heeft gepleegd. De officier van justitie heeft gewezen op de combinatie van sporen van verdachte en de twee medeverdachten, waarbij van verdachte onder meer sporen op de tas met inbrekersgoederen zijn aangetroffen. Gelet op de korte tijdspanne tussen de inbraak en de diefstal van de kentekenplaten kan het niet anders dan dat de inbrekers ook de kentekenplaten hebben weggenomen. Bij deze feiten is voorts sprake geweest van de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking. De onder 2 primair ten laste gelegde heling van de Audi kan eveneens worden bewezen, aangezien verdachten het gestolen voertuig aanwezig hadden en hierover de beschikkingsmacht hadden, aldus de officier van justitie.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat er weliswaar drie sporen naar verdachte zijn te herleiden, maar dat geen van deze sporen -die op kleine verplaatsbare objecten zijn gevonden- op de plaats delict is aangetroffen. Ten aanzien van de op de helmtas gevonden sporen is bovendien sprake van mengprofielen. Verdachte heeft ontkend de feiten te hebben begaan en heeft als verklaring voor de aangetroffen sporen gegeven dat hij regelmatig voetbalde met vrienden, waarbij een helmtas werd gebruikt om een voetbal in te vervoeren. De aangetroffen trainingsbroek is niet van verdachte, maar zijn DNA-materiaal kan hierop terecht zijn gekomen bij het voetballen met vrienden, waarbij hij mogelijk een broek van een ander heeft aangetrokken. Nu niet buiten twijfel kan worden gesteld dat verdachte niet op de plaats van de inbraak is geweest, aangezien de mogelijkheid bestaat dat een of meer anderen zijn sporen hebben achtergelaten, dient verdachte van de feiten te worden vrijgesproken. Ten aanzien van de heling of diefstal van de Audi kan in ieder geval de stap naar verdachte niet worden gemaakt, omdat uit het dossier niet volgt dat het voor inzittenden zichtbaar was dat het een gestolen voertuig betrof.
Het oordeel van de rechtbank
Feit 2
Onder 2 is heling, subsidiair diefstal van de bij de inbraak gebruikte Audi ten laste gelegd. Uit het dossier volgt dat dit voertuig op 4 mei 2013, te weten ruim vijf maanden voor de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten, gestolen is. Dat verdachte wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het voertuig van diefstal afkomstig was, kan naar het oordeel van de rechtbank niet uit het dossier worden afgeleid. Voor betrokkenheid van verdachte bij de diefstal van deze auto acht de rechtbank evenmin voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden.
De rechtbank zal verdachte derhalve vrijspreken van hetgeen hem onder 2 primair en subsidiair is ten laste gelegd.
Feiten 1 en 3
De rechtbank stelt op grond van de hieronder weergegeven bewijsmiddelen onder meer vast dat op 17 oktober 2013 tussen 3.31 uur en 3.40 uur een inbraak heeft plaatsgevonden in een tankstation in Wijnjewoude, waarbij rookwaar is weggenomen. Hierbij is gebruik gemaakt van een witte Audi met het kenteken [kenteken] . Eerder die nacht, om ongeveer 3.00 uur, zijn twee kentekenplaten met deze cijfer- en lettercombinatie weggenomen van een voertuig dat in Drachten geparkeerd stond. In een van de weggenomen sigarettenpakjes bevond zich een eerder door de politie geplaatste tracer, die een route naar Haulerwijk aangaf. Om 4.41 uur hebben verbalisanten in Haulerwijk een Volkswagen Polo aangetroffen, waarin een hoeveelheid deels bedekte sigaretten te zien was. Enige tijd later is in Haulerwijk eveneens een witte Audi aangetroffen, met daarop valse kentekenplaten. De in Drachten weggenomen kentekenplaten zijn niet teruggevonden. In de Volkswagen werden na onderzoek onder meer een helmtas met daarin inbrekersgereedschap, waaronder een slotentrekker, en dekbedhoezen waarin sigaretten zaten en die waren voorzien van metalen ringen, aangetroffen. Bij de Volkswagen werd een trainingsbroek gevonden. In de Audi werd inbrekersgereedschap en een pakje sigaretten aangetroffen.
Sporenonderzoek heeft geleid tot een DNA-match van verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] met sporenmateriaal aangetroffen op een koordje en de opening van de helmtas en daarnaast van verdachte op sporenmateriaal aangetroffen op een buiten de Volkswagen gevonden trainingsbroek. In de Audi is een vingerafdruk van verdachte aangetroffen op een pakje sigaretten. Van medeverdachte [medeverdachte] is een DNA-match verkregen met sporenmateriaal op de metalen ring en het handvat van een dekbedhoes. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn nadien in elkaars nabijheid gezien. Verdachte heeft ook verklaard [medeverdachte] te kennen. Beide mannen wonen in [woonplaats] .
Naar het oordeel van de rechtbank kan het, gelet op het voorgaande en hetgeen overigens uit de bewijsmiddelen naar voren komt, in onderling verband en samenhang beschouwd, niet anders dan dat verdachte met de medeverdachte betrokken is geweest bij de inbraak in het tankstation. De rechtbank heeft hierbij in aanmerking genomen dat het gaat om meerdere sporen van verdachte en de medeverdachte die op diverse plaatsen, te weten in de Audi die betrokken moet zijn geweest bij de inbraak, in de Volkswagen waarin zich de buit bevond en net buiten het laatstgenoemde voertuig, zijn gevonden. De rechtbank heeft hierbij ook in aanmerking genomen dat sprake is van een korte tijdspanne tussen de inbraak en het aantreffen van de buit. Dat het sporenmateriaal zich bevond op kleine verplaatsbare objecten, doet hieraan, gelet op de combinatie van de sporen, niet af. De rechtbank heeft daarnaast in aanmerking genomen dat door verdachte geen redelijke verklaring voor bovenstaande feiten en omstandigheden is gegeven. De door verdachte aangevoerde verklaring voor het aantreffen van zijn DNA-materiaal en vingerafdruk is weinig specifiek en onderbouwd en daarmee niet geloofwaardig. De rechtbank gaat derhalve voorbij aan dit scenario.
De rechtbank is voorts van oordeel dat het vanwege de korte tijdsspanne tussen beide feiten niet anders kan dan dat de personen die betrokken zijn geweest bij de inbraak in het tankstation eveneens betrokken zijn geweest bij de diefstal van de kentekenplaten. Hierbij heeft de rechtbank onder meer gelet op de omstandigheid dat kort na de wegname een kenteken met een identieke cijfer- en lettercombinatie is waargenomen op camerabeelden gemaakt ten tijde van de inbraak. Ook acht de rechtbank van belang dat de kentekenplaten zich bij het aantreffen van de witte Audi in Haulerwijk niet meer op het voertuig bevonden, en de kentekens aldus op een later moment en binnen korte tijd wederom omgewisseld moeten zijn.
Met betrekking tot de vraag of sprake is van medeplegen overweegt de rechtbank het volgende. Uit de vastgestelde feiten en omstandigheden volgt dat bij de inbraak en de voorafgaande diefstal meerdere personen betrokken zijn geweest, dat de daders zich hebben voortbewogen in meerdere voertuigen en voorts dat zowel verdachte als de medeverdachte vanuit Amsterdam naar het Noorden zijn gereden. Een aannemelijke verklaring van verdachte is uitgebleven. De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat sprake is geweest van een gezamenlijke uitvoering van beide feiten, waarbij verdachte en de mededader(s) zo nauw en bewust hebben samengewerkt dat sprake is van medeplegen.
De rechtbank acht aldus wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair en onder 3 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan.
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 28 maart 2017 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Ik ken [medeverdachte] , destijds wonende te [woonplaats] . Ik woonde op 17 oktober 2013 in [woonplaats] .
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 17 oktober 2013, opgenomen op pagina 212 e.v. van het dossier met nummer 02CL213022-PV-02 d.d. 7 april 2014, inhoudende als verklaring van [aangever] :
Ik ben werkzaam in het benzinetank station [bedrijfsnaam] aan de [adres] te
Wijnjewoude. Op 16 oktober 2013 tussen 21.00 en 21.15 uur sloot ik het tankstation. Voordat ik de deuren afsloot en vertrok, stelde ik het alarm in. Op 17 oktober 2013 omstreeks 03.40 uur werd ik gebeld door de alarmcentrale die mij mededeelde dat er bij het hiervoor genoemde tankstation een inbraakalarm afging. Onmiddellijk snelde ik naar de genoemde locatie. Bij aankomst omstreeks 03.50 uur zag ik dat de buitendeur en de deur naar de shop welke ik daarvoor deugdelijk had afgesloten waren geforceerd. Ik zag dat er sigaretten waren weggenomen in het gedeelte van de shop. Vervolgens liep ik naar de voorraadruimte welke onder de shop te bereiken is via een trap naar beneden. Ook zag ik dat de bovenste plank waar normaal gesproken alle sigaretten liggen geheel leeg. Ik zag dat er op de camerabeelden twee personen te zien waren. Van de tweede persoon viel op dat deze persoon een witte band over zijn broek had lopen in de lengterichting. Ik zag dat het gebruikte voertuig een witte Audi betrof. Ik zag tevens dat dit voertuig was voorzien van gele kentekenplaten met een kenteken gelijkend op [kenteken] .
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 17 oktober 2013, opgenomen op pagina 214 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten:
Op 17 oktober 2013 omstreeks 3.45 uur kregen wij de melding om te gaan naar de
Opperhaudmare te Wijnjewoude. Hier zou in het [bedrijfsnaam] een inbraak gaande zijn. Het bleek te gaan om een daadwerkelijke inbraak, waarbij sigaretten gestolen waren.
De meldkamer kwam met het bericht dat de sigaretten zich nu in Haulerwijk aan
Koudenburgerweg zich bevonden. De meldkamer wist dit door middel van technische
middelen. Op de hoek van de Splitting en de Koudenburgerweg te Haulerwijk zagen
wij een VW Polo staan waarin sigaretten in de kofferbak zaten. Wij hoorden dat op camerabeelden werd gezien dat bij de inbraak een witte Audi stationwagon te zien was. Wij hoorden dat een collega zei dat het kenteken iets was van [kenteken] . Het kenteken was niet heel duidelijk te zien. Omstreeks 05.15 uur zag [verbalisant] een witte Audi staan in de Berkenweg te Haulerwijk. Wij, [verbalisant] en [verbalisant] , hebben deze witte Audi nader bekeken. Wij zagen dat het kenteken [kenteken] op de auto zat. Wij zagen dat er met de kentekenplaathouders geknoeid was. Wij zagen dit omdat de bevestigingen niet mooi strak aansloten. Wij voelden dat de motorkap nog enigszins warm was. Wij voelden dat er nog warme lucht uit de grill aan de voorkant kwam. Wij zagen door het achterraam in de kofferbak een oranje tang, breekijzers en een rol ducktape en nog ander gereedschap liggen.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 18 oktober 2013, opgenomen op pagina 216 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten:
Op donderdag 17 oktober 2013, omstreeks 04:12 uur kwamen wij verbalisanten over de
Koudenburgerweg aangereden. Ter hoogte van de T-Kruising met De Splitting zagen wij
drie personenauto’s geparkeerd staan. Wij zagen dat aldaar als laatste in de rij geparkeerd stond een Volkswagen , type Polo voorzien van het kenteken [kenteken] De ramen van deze auto waren niet beslagen, maar droog. Toen wij verbalisanten in de Volkswagen personenauto keken, zagen wij achterin een flinke hoeveelheid sigaretten liggen, welke gedeeltelijk was afgedekt met een deken. In de Polo lag ook nog een stoffen tas. In de bosschages achter de auto zagen wij zogenaamde scheidingsplaten liggen, welke
vermoedelijk afkomstig waren uit de sigarettenschappen van het [bedrijfsnaam] . Naast de auto, aan de passagierszijde, lag een zwarte trainingsbroek met witte strepen op de grond. Deze trainingsbroek is door verbalisant op de voorgeschreven wijze inbeslaggenomen en later in de nacht meegegeven voor nader sporenonderzoek
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 28 januari 2014, opgenomen op pagina 7 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op de camerabeelden van het [bedrijfsnaam] te Wijnjewoude is te zien dat er een witte personenauto van het merk Audi , type RS , op 17 oktober 2013 omstreeks 3.31 uur arriveert bij het tankstation. Het op het voertuig aanwezige kenteken kan worden onderscheiden als [kenteken] De bestuurder van de witte Audi stapt uit de auto. Ook de bijrijder stapt uit. De pijpen van de broek bevatten een witte of meerdere witte strepen. De bijrijder opent de kofferbak en haalt een zak uit de kofferbak. Zichtbaar is dat rond de opening van de zak een ronde metaalkleurige dan wel lichte ring is bevestigd. Na enige tijd wordt de deur van het tankstation geopend. Beide personen gaan naar binnen. De bijrijder haalt eerst iets uit de auto en geeft dit aan de bestuurder. Daarna komt de bijrijder met iets op z'n rug naar buiten en legt deze in de kofferbak van de witte Audi . Daarna wordt er nog iets in de kofferbak gedaan. Ook de bestuurder komt naar buiten en draagt op z'n rug een lichtkleurig object dat hij in de kofferbak legt. Op deze wijze loopt men enkele malen in of uit het tankstation en legt iets in de kofferbak. Om 3.40 uur stappen beide personen weer in de witte Audi en rijdt de witte Audi met gedoofde lichten weg.
Volgens de routeplanner is de afstand tussen de Hunze te Drachten en de Opper Haudmare 10 te Wijnjewoude 14 kilometer. Bij een normale rijsnelheid 12 minuten. De afstand tussen de Opper Houdmare 10 te Wijnjewoude en de Koudenburgweg te Haulerwijk is 11,2 kilometer. Bij een normale rijsnelheid 17 minuten.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 17 oktober 2013, opgenomen op pagina 243 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [aangever] :
Ik doe aangifte namens mijn werkgever [naam] . Op 16 oktober 2013 omstreeks 21.00 uur is mij niets opgevallen aan mijn auto. Vanmorgen om 8.20 uur zag ik dat de kentekenplaten aan de achterzijde en aan de voorzijde van de auto misten. Ik heb de auto geparkeerd op de Hunze te Drachten, gelegen in de gemeente Smallingerland. Kentekenplaat: [kenteken]
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie Noord-Nederland d.d. 17 oktober 2013, opgenomen op pagina 248 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige] :
Ik verklaar wat ik op 17 oktober 2013 omstreeks 03:00 uur vanuit het slaapkamerraam van mijn woning, gevestigd aan de [woonadres] , heb gezien. Ik werd omstreeks 03.00 uur wakker uit mijn slaap, omdat ik buiten lawaai hoorde. Toen ik uit het raam keek zag ik twee personen op de hoek van de schutting, persoon A en B, welke om onze tuin is aangelegd. En een derde persoon, persoon C, zag ik constant heen en weer lopen, vanaf personen A en B naar de lantaarnpaal en weer terug. Toen hij de derde keer terug liep, zag ik dat hij naar een auto liep. Ik zag dat persoon C de kofferbak opende en ik zag dat hij wat in zijn handen had en dit in de kofferbak legde. Ik zag dat persoon C weer terug liep naar personen A en B en dat alle drie personen daarna richting de auto liepen. Ik zag dat een kalende man, persoon A, voorin aan de bijrijderskant ging zitten. Persoon B en C stapten beiden achter in het voertuig in. Vervolgens reed de auto weg. Mijn man heeft vanmorgen met de buurman, [naam] , gesproken en hij hoorde dat zijn kentekenplaten zijn gestolen afgelopen nacht. De plek waar persoon C heen liep was de plek waar de auto van [naam] geparkeerd stond.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen plaatsbepaling tracer van Politie Noord-Nederland d.d. 17 oktober 2014, opgenomen op pagina 257 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten:
Op 17 oktober 2013, omstreeks 03:45 uur, werd ik verbalisant in kennis gesteld van een inbraak in het [bedrijfsnaam] , gevestigd aan de [adres] te Wijnjewoude. Uit het gesprek bleek dat bij de inbraak mogelijk rookwaren waren weggenomen. Tevens werd mij medegedeeld dat de mogelijkheid bestond dat ook een door de politie geprepareerd en aldaar geplaatst pakje sigaretten weggenomen kon zijn. In dit pakje sigaretten was een tracer ingebouwd. Deze tracer geeft middels GPS signalen zijn locatie weer in een topografische kaart. Tijdens de plaatsing van de tracer door de politie, bij [bedrijfsnaam] te Wijnjewoude, heeft de tracer een positie afgegeven op de locatie aldaar. Hierop heb ik verbalisant bijbehorend systeem geraadpleegd. Vervolgens kon blijken dat de tracer de volgende data genereerde:
- 17 oktober 2013 om 03:40.58 uur: Start bewegen tracer
- 17 oktober 20l3 om 03:52.19 uur: De tracer is in beweging t.h.v. Koudenburgweg t.h.v. 31 te Haulerwijk.
- 17 oktober 2013 om 03:54.01 uur: Stilstand tracer, locatie Koudenburgweg t.h.v. 23-25 te
- 17 oktober 2013 om 03:57.02 uur: De tracer is in de zogenaamde slaapstand gegaan als
gevolg van minimaal 3 minuten stilstand.
- 17 oktober 2013 om 05:36.25 uur: De tracer komt in beweging i.v.m. het takelen van de auto waar het pakje sigaretten (tracer) zich op dat moment in bevond.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 5 november 2013, opgenomen op pagina 260 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als bevindingen:
Bevindingen zwarte Volkswagen Polo , kenteken [kenteken] . Achter in het voertuig zag ik vier zakken, vermoedelijk geprepareerde dekbedden, liggen welke allen gevuld waren met sigaretten en shag. Om de opening van de vier zakken waren ijzeren ringen bevestigd. Aan elk ijzeren ring zat een zwart handvat. Door collega [naam] werden de vier geprepareerde dekbedden gefotografeerd en in beslag genomen. Tussen de sigaretten lag een pakje waarin zich de tracer bevond. Een medewerker van STO heeft dit pakje met tracer uit de partij rookwaar gehaald en meegenomen. Tevens lagen er plastic verdeelschermpjes tussen de rookwaar in de zakken.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 19 maart 2014, opgenomen op pagina 266 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als bevindingen:
Op vrijdag 18 oktober 2013 werd een ingesteld in de voertuigen, welke in beslag waren genomen op donderdag 17 oktober 2013, naar aanleiding van de inbraak in het [bedrijfsnaam] , gelegen aan de [adres] te Wijnjewoude.
- Op de bijrijdersstoel van de VW polo, kenteken [kenteken] , ligt een grijs gekleurde tas met roodgekleurde accenten. Op de tas stond de tekst “NAU HELMETS”. Deze tas is bekend onder nummer AAD16673NL. In de tas bevond zich gereedschap, waaronder een kerntrekker (slotentrekker), accuboormachine, tang en schroevendraaiers.
- In de VW polo, kenteken [kenteken] werden verschillende dekbedhoezen aangetroffen, allen voorzien van een metalen ring, met daarin sigaretten.
- Nabij de VW polo, kenteken [kenteken] , werd de witte personenauto, merk Audi , type RS3 , aangetroffen. De auto was voorzien van valse kentekenplaten en bleek later op 04 mei 2013 te zijn gestolen. In de auto werd inbrekersgereedschap aangetroffen.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Amsterdam d.d. 7 maart 2014, opgenomen op pagina 329 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als bevindingen:
Op 6 maart 2014 gaf ik een stopteken voor het uitvoeren van een verkeerscontrole. De bestuurder bleek blijkens het paspoort te zijn genaamd [verdachte] . Achterin de auto zat de voor mij bekende persoon [medeverdachte] , geboren op 26 oktober 1970.
12. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, d.d. 3 december 2013, opgenomen op pagina 381 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring:
Na DNA-onderzoek zijn de volgende resultaten verkregen:
AAGK9310NL#01 (een bemonstering van het koordje van een tas) DNA mengprofiel van minimaal drie personen, waarvan minimaal één man
[medeverdachte] , [verdachte] en minimaal één andere persoon.
AAGK9311NL#01 (een bemonstering (van de binnen- en buitenzijde van de opening van een tas) DNA-mengprofiel van minimaal drie personen, waarvan minimaal één man
[medeverdachte] , [verdachte] en minimaal één andere persoon.
AAGK9312NL#01 (een bemonstering van de metalen ring en het handvat van een dekbedhoes) DNA-mengprofiel van minimaal twee personen
afgeleid DNA-hoofdprofiel van een man, [medeverdachte] , matchkans kleiner dan één op één miljard.
DNA-nevenkenmerken: minimaal één andere persoon.
AAGO6287#01 (een bemonstering van de binnenzijde van de tailleband van een trainingsbroek)
afgeleid DNA-hoofdprofiel van een man, [verdachte] , matchkans kleiner dan één op één miljard.
DNA-nevenkenmerken: minimaal twee andere personen.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek van Politie Noord-Nederland d.d. 17 oktober 2013, opgenomen op pagina 330 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als bevindingen:
Op 17 oktober 2013 te 10:00 uur, werd door mij verbalisant als forensisch onderzoeker een forensisch onderzoek naar sporen verricht in verband met een diefstal uit een bedrijf door middel van verbreking, gepleegd op donderdag 17 oktober 2013 te 03:41 uur. Het onderzoek is verricht in het bedrijfspand [bedrijfsnaam] aan de [adres] Wijnjewoude, binnen de gemeente Opsterland.
Tijdens het ingestelde onderzoek werd door mij het navolgende bevonden en waargenomen. Het pand waarin was ingebroken betrof een tankstation. Vanaf de benzinepompen gezien was aan de rechterzijde van het pand de buitendeur opengebroken. De deur was voorzien van een anti-inbraakstrip en was voor de inbraak middels het nachtslot afgesloten. De cilinder was afgebroken. Het buitenste deel van de cilinder was onvindbaar. Buiten op de grond voor de deur lagen enkele zeer kleine metaaldeeltjes. Mogelijk is de cilinder afgebroken door middel van een zogenaamde ‘cilindertrekker’. Bij deze methode wordt een schroef in de cilinder gedraaid en wordt vervolgens de cilinder met een speciaal apparaat uit het slot getrokken, waardoor de cilinder afbreekt. Op de schildplaat waren rond het slotgat enkele kleine indrukken te zien, mogelijk afkomstig van een cilindertrekker. Binnen, links van de opengebroken deur, was de toegangsdeur van de shop opengebroken. De slotschoot was afgebroken. In de kozijnstijl en in de slotplaat van de deur waren indrukken zichtbaar van de beitelzijde van een breekijzer.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek van Politie Noord-Nederland d.d. 17 oktober 2013, opgenomen op pagina 333 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als bevindingen:
Op vrijdag 18 oktober 2013 te 13:00 uur, werd door mij verbalisant als forensisch onderzoeker een forensisch onderzoek verricht in verband met een inbraak in/uit een tankstation door middel van braak, gepleegd op donderdag 17 oktober 2013 te 03:41 uur.
Audi RS3, wit, [kenteken] : Op de vloer van de bijrijdersstoel heb ik een aangebroken pakje sigaretten (Marlboro) aangetroffen en inbeslaggenomen (SIN AADI6664NL) voor dactyloscopisch onderzoek. In de kofferbak van het voertuig lagen twee breekijzers, één stootijzer, één pijpensnijder en een rol grijze tape.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek van Politie Noord-Nederland d.d. 15 november 2013, opgenomen op pagina 362 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als bevindingen:
Op 18 oktober 2013 werd door mij een pakje sigaretten chemisch behandeld ten behoeve van dactyloscopisch onderzoek. SIN AAGP1135 komt van pakje sigaretten met SIN AADI16664NL.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van dactyloscopisch sporenonderzoek van Politie, opgenomen op pagina 393 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als bevindingen:
Dactyloscopisch onderzoek aan SIN: AAGP1135NL heeft geleid tot de gedragen conclusie dat het spoor is geïndividualiseerd op:
[verdachte] , geboortedatum [geboortedatum] 1974
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van sporenonderzoek van Politie Noord-Nederland d.d. 5 november 2013, opgenomen op pagina 364 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als bevindingen:
Onderzoek helmtas AADI6673NL:
Ik zag op de tas de tekst “NAU HELMETS”. Ik zag dat de tas gesloten kon worden door middel (trek)koordje. Ik heb het koordje en een rand van ongeveer 3 cm van de binnen- en buitenzijde van de opening bemonsterd met behulp van stubs op mogelijk aanwezige gebruikssporen. Ik heb de bemonsteringen van het koordje veiliggesteld in een cupje in een gripzakje, gewaarmerkt met SIN AAGK9310NL en verzegeld. Ik heb de bemonsteringen van de rand van de opening veiliggesteld in een cupje in een gripzakje, gewaarmerkt met SIN AAGK9311NL en verzegeld.
Onderzoek dekbedhoes AAQP179SNL:
Ik zag dat het een zwart gekleurde dekbedhoes betrof met aan de opening een metalen
ring met een zwart gekleurd handvat gemaakt van op rubber lijkend materiaal. Ik heb de buitenrand van de metalen ring en het handvat bemonsterd met behulp van een wattenstaafje + demiwater op mogelijk aanwezige gebruikssporen. Ik heb het wattenstaafje veiliggesteld in een cupje in een gripzakje, gewaarmerkt met SIN AAGK9312NL en verzegeld.
Plaats veiligstellen: Buitenrand metalen ring en handvat dekbedhoes
Onderzoek trainingsbroek AAGP1797NL:
Tijdens het ingestelde onderzoek werd door mij het navolgende bevonden en
waargenomen. Ik zag dat het een zwart gekleurde trainingsbroek met wit gekleurde accenten van het merk Adidas betrof. Ik zag dat de trainingsbroek binnenstebuiten zat bij aantreffen. Ik heb de binnenzijde van de tailleband van de trainingsbroek bemonsterd met behulp van stubs op mogelijk aanwezig dragermateriaal. Ik heb de stubs veiliggesteld in een cupje in een gripzakje, gewaarmerkt met SIN AAGO6287NL en verzegeld.
Plaats veiligstellen: Binnenzijde tailleband trainingsbroek AAGPO1797NL.