Beoordeling van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat, mede gelet op de bekennende verklaring van verdachte, het ten laste gelegde kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte een ondergeschikte rol had, maar dat desondanks het ten laste gelegde kan worden bewezen.
Het oordeel van de rechtbank
De verdachte heeft ten aanzien van het hierna bewezenverklaarde en zijn rol hierin duidelijk en ondubbelzinnig bekend. De rechtbank volstaat derhalve ten aanzien hiervan met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 16 maart 2017;
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 23 oktober 2016, opgenomen op pagina 203 e.v. van het dossier met nummer PL0100-2016016348 d.d. 6 maart 2017, inhoudende de verklaring van verdachte;
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 24 oktober 2016, opgenomen op pagina 207 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte;
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 14 november 2016, opgenomen op pagina 212 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte;
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 22 november 2016, opgenomen op pagina 222 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van verdachte;
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 17 januari 2016, opgenomen op pagina 339 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende des verklaring van [naam] ;
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie Noord-Nederland d.d. 17 januari 2016, opgenomen op pagina 344 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [naam] ;
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie Noord-Nederland d.d. 17 januari 2016, opgenomen op pagina 347 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [naam] ;
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie Noord-Nederland d.d. 17 januari 2016, opgenomen op pagina 352 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [naam] ;
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie Noord-Nederland d.d. 26 januari 2016, opgenomen op pagina 380 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [naam] ;
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie Noord-Nederland d.d. 18 januari 2016, opgenomen op pagina 359 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [naam] ;
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor van Politie Noord-Nederland d.d. 18 januari 2016, opgenomen op pagina 374 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [naam] .
De verdachte heeft met betrekking tot het hierna bewezenverklaarde niet duidelijk en ondubbelzinnig bekend omtrent de identiteit van zijn mededaders. De rechtbank acht echter op grond van na te noemen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met [naam] , [naam] en [naam] het hierna bewezenverklaarde heeft gepleegd.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 14 november 2016, opgenomen op pagina 212 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik ben opgehaald bij mijn woning aan de [straatnaam] of bij [naam] . Ik weet dit niet meer. Wij zijn met vieren, dus vier personen, weggereden naar [pleegplaats] . Toen ik opgehaald werd zaten er twee man in de auto. Met mij erbij dus drie. Er is toen nog iemand opgehaald. Ik was niet de bestuurder. Volgens mij zijn we onderweg niet gestopt. In [pleegplaats] hebben we de auto geparkeerd en hebben nog 5 à 10 minuten in de auto gezeten. Er is toen gesproken over de te plegen overval. Er zijn plannen gemaakt wat iedereen zou doen.
Vraag verbalisant: Wij zien drie personen op de beelden van de overval. Waar was persoon nummer vier?
Die zat in de auto achter het stuur, dus de bestuurder van de auto. Die zou blijven zitten in de auto en alles in de gaten houden. De taak van de andere twee personen spreekt voor zich als je de beelden ziet. Na de overval stond de auto aan de kant van de coffeeshop. Na de overval ben ik achter in de auto gestapt. Nadat iedereen was ingestapt zijn we met zijn vieren weggereden. We zijn direct naar Den Haag gereden en onderweg niet gestopt.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 22 oktober 2016, opgenomen op pagina 197 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verdachte:
Ik heb [naam] geen telefoon geleend maar gegeven. Er zat geen simkaart in. Op 16 januari 2016 ben ik in [pleegplaats] geweest. Volgens mij was dat met een huurauto van [naam bedrijf] uit Den Haag. [naam] heeft naar [pleegplaats] gereden. Dat was in de donkerrode Peugeot. [naam] heeft mij opgepikt. Volgens mij was daar de [naam] bij, de oom van [naam] . We zijn over de snelweg naar [pleegplaats] gereden. Ik zat naast hem voorin de auto. [naam] zat achterin de auto.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 28 juni 2016, opgenomen op pagina 66 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Vrienden en bekenden noemen mij [naam] . Zaterdag 16 januari 2016 ben ik met [naam] naar [pleegplaats] gereden. Het was al donker en we zijn onderweg niet gestopt.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 2 december 2016, opgenomen op pagina 84 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Vraag verbalisant: Wie hebben de overval gepleegd?
[verdachte] , [naam] en [naam] . Ik heb beelden van de overval gezien. [verdachte] stond op de beelden bij de deur en [naam] is de persoon met het wapen. Ik noem [verdachte] "Lange" of " [naam] ". Ik ken [naam] van gezicht en dat het de oom van [verdachte] is. [naam] is de brede man op de beelden met het grote wapen. Ik heb eenzelfde wapen voor de overval gezien bij een vriend van [naam] .
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 20 oktober 2016, opgenomen op pagina 125 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Op 16 januari 2016 ben ik in [pleegplaats] geweest en daarna teruggegaan naar Den Haag. Ik was met [verdachte] . Ik ben die avond met [verdachte] in een auto teruggereden.
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 5 september 2016, opgenomen op pagina 406 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Het klopt dat ik [verdachte] die avond van 16 januari 2016 een aantal keren heb gebeld. Ik had in die tijd contact met [naam] . Zij belde mij op. Zij kon [naam] niet bereiken op de telefoon. Ik heb [verdachte] toen een aantal keren op zijn telefoon gebeld. Wij beiden konden hen, [verdachte] en [naam] eerst niet bereiken. Uiteindelijk nam [verdachte] op. Hij zei tegen mij: "Ik ben bezig, ik bel je later".
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 5 september 2016, opgenomen op pagina 464 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Op de zaterdagavond van 16 januari 2016 wist ik niet waar [naam] en mijn broer [naam] uithingen. Zij waren in die tijd altijd samen. Ik heb [naam] een aantal keren op zijn telefoon proberen te bellen, maar hij nam niet op. Ik wilde weten waar hij was. Omdat [naam] niet opnam heb ik [naam] gebeld. [verdachte] was niet thuis en [naam] wist ook niet waar [verdachte] was.
20. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 3 oktober 2016, opgenomen op pagina 413 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam] :
Opmerking verbalisant: Wij zien dat je op 16 januari 2016 meerdere malen telefonisch contact hebt gezocht met twee telefoonnummers die bij [verdachte] in gebruik waren. Het gaat om de nummers [nummer] en [nummer] .
[naam] was in die tijd (in januari) zijn eigen telefoon een tijd kwijt en gebruikte toen een telefoon van zijn neef [verdachte] . Dat is ook de reden waarom ik twee telefoonnummers van [verdachte] heb gebeld. Een van die nummers was toen in gebruik bij [naam] .
Die avond van 16 januari 2016 rond 18.30 uur was [naam] bij mij. Hij vertelde mij dat hij met een neef uit eten zou gaan. [naam] is toen weggegaan. Ik vertrouwde dit verhaal niet. Ik wilde zijn verhaal controleren. Ik heb toen later die avond [naam] gebeld maar die nam niet op. Ook heb ik zijn neef [verdachte] gebeld maar die nam ook niet op. Ik ben vervolgens in de omgeving van de woning van [naam] gaan staan om te kijken of ik iets kon waarnemen. [naam] kwam niet thuis en ik ben tegen middernacht weer weggegaan. Ik heb die avond en nacht vaker [naam] en [verdachte] proberen te bellen maar kreeg geen gehoor. Rond 1.00 uur dus 17 januari 2016 verscheen [naam] weer bij mij aan de deur. Ik heb toen gevraagd waar hij die avond was geweest. Hij bleef er wat om heen draaien waar hij was geweest. [naam] is na ons gesprek weggegaan. [naam] had toen dezelfde kleding aan die ik later op de bewegende beelden van de overval heb gezien. Dus de spijkerbroek en de lange leren jas. Ik heb op 17 januari 2016 omstreeks 11.47 uur telefonisch contact gehad met [verdachte] . [verdachte] vertelde mij dat hij de avond van 16 januari 2016 de hele avond bij [naam] was geweest tot ongeveer 1.00 uur. Ik heb later [naam] hiermee geconfronteerd en hij vertelde mij toen ook dat hij de hele avond bij [verdachte] was geweest. Maar hij heeft mij niet verteld waar hij met [verdachte] was geweest.