Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
Gelet op vorenstaande is de officier van justitie van mening dat niet zonder twijfel de conclusie kan worden getrokken dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 2 ten laste gelegde en dient verdachte derhalve hiervan te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde heeft de officier van justitie op grond van de verklaringen van aangever [slachtoffer2] en die van de getuigen [getuige] en [getuige] gerekwireerd tot een bewezenverklaring. In de visie van de officier van justitie verklaren genoemde getuigen goeddeels conform de aangever.
De rechtbank is voorts, met de officier van justitie, ten aanzien van de aangetroffen munitie, zoals opgenomen in de tenlastelegging, van oordeel dat het dossier geen duidelijkheid biedt omtrent waar en op welke wijze die is aangetroffen.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Om de kans op herhaling te minimaliseren is behandeling geïndiceerd.
Inbeslaggenomen goederen
Benadeelde partij ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde
Toepassing van wetsartikelen
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
een gevangenisstraf voor de duur van 94 dagen.
60 dagenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op
3 jaren, de hierna te noemen algemene of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.