ECLI:NL:RBNNE:2016:5835
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst en rechtsgeldigheid ontslag op staande voet
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 11 mei 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verzoeker en verweerder in tegenverzoek] met JVH Hospitality B.V. [verzoeker en verweerder in tegenverzoek] was werkzaam als casinomanager en is op 16 februari 2016 op staande voet ontslagen. De reden voor het ontslag was dat hij op 7 en 8 februari 2016 twee keer een muntstuk van € 2,-- had gevonden en dit niet had geregistreerd volgens de voorgeschreven procedures, maar in zijn zak had gestoken. JVH stelde dat dit gedrag in strijd was met de strikte regels omtrent de omgang met gevonden geld, wat een dringende reden voor ontslag opleverde.
[verzoeker en verweerder in tegenverzoek] verzocht de kantonrechter om het ontslag te vernietigen en om doorbetaling van zijn loon. Hij voerde aan dat er geen dringende reden was voor het ontslag en dat het ontslag niet onverwijld was gegeven. De kantonrechter oordeelde dat JVH voldoende voortvarend had gehandeld en dat er wel degelijk sprake was van een dringende reden voor het ontslag. De kantonrechter wees de verzoeken van [verzoeker en verweerder in tegenverzoek] af en verklaarde JVH niet-ontvankelijk in haar voorwaardelijke ontbindingsverzoek. Tevens werd [verzoeker en verweerder in tegenverzoek] veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan JVH van € 4.133,22, te vermeerderen met wettelijke rente.
De uitspraak benadrukt het belang van naleving van interne procedures binnen een organisatie, vooral in sectoren waar integriteit en omgang met geld cruciaal zijn. De kantonrechter concludeerde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was en dat de verzoeken van [verzoeker en verweerder in tegenverzoek] niet konden worden toegewezen.