Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
[minderjarige](verder te noemen: [naam 3] ) geboren.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de vrouw, die samen met haar partner een vakantie naar Bodrum in Turkije heeft geboekt, de man verzocht toestemming te verlenen voor de reis met hun minderjarige kind. De man, die samen met de vrouw het ouderlijk gezag over het kind heeft, weigerde zijn medewerking te verlenen, onder verwijzing naar de onrust in Turkije na de couppoging van 15 juli 2016 en de veiligheidsrisico's die hij daarmee verbond. De vrouw heeft de voorzieningenrechter gevraagd om de man te veroordelen tot het verlenen van toestemming voor de reis, met een dwangsom voor het geval hij dit niet zou doen.
De voorzieningenrechter heeft de zaak op 8 augustus 2016 behandeld. Tijdens de zitting is gebleken dat de vrouw spoedeisend belang had bij haar verzoek, aangezien de reis op 9 augustus 2016 zou beginnen. De vrouw heeft betoogd dat Bodrum een veilig toeristisch gebied is en dat de reisorganisatie geen aanleiding heeft gezien om de reis te annuleren. De man heeft echter zijn zorgen geuit over de veiligheid van het kind in Turkije, gezien de recente ontwikkelingen in het land.
Na afweging van de belangen van beide partijen en de veiligheid van het kind, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de man op goede gronden zijn toestemming heeft geweigerd. De rechter heeft geconcludeerd dat de veiligheid van het kind in het geding kan zijn en heeft de vorderingen van de vrouw afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat ieder van de partijen zijn eigen kosten draagt.