Beoordeling van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat het onder 1, 2 primair, 3, 4 primair, 5 primair en 6 ten laste gelegde kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de feiten 1, 2 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair en 6 wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Met betrekking tot de overige feiten heeft de raadsman vrijspraak bepleit. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte niet bij de diefstallen ten laste gelegd onder 2 primair, 3, 4 primair en 5 primair aanwezig is geweest. De verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1] zijn onbetrouwbaar en de voorwerpen die zijn aangetroffen met DNA-materiaal van verdachte erop, kunnen in de betreffende panden zijn neergelegd.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
De rechtbank volstaat ten aanzien van het onder 1 en 6 bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu verdachte het bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
ten aanzien van feit 1
1. de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 december 2016;
2. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 22 mei 2015, opgenomen op pagina 74 e.v. van verdachtendossier [verdachte] inzake het onderzoek "Inbraken Ommelanden Oost", inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1] ;
3. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 29 oktober 2015, opgenomen op pagina 135 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [medeverdachte 2] ;
4. een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 5 november 2015, opgenomen op pagina 156 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [medeverdachte 3]
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 5 juli 2015, opgenomen op pagina 164 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik woon samen met mijn man [slachtoffer 3] aan de [adres 2] te [plaats 2] .
Op 18 juni 2015 hebben wij voornoemde woning verlaten. Wij hebben alle deuren afgesloten. Op 24 juni 2015 zijn wij teruggekomen. Wij zagen dat de schuurdeur op een kier stond. Wij vermoeden dat men de scharnieren eruit heeft gehaald en zo de deur eruit heeft gelift. In de schuur heeft mijn man een treinverzameling. De gehele verzameling is weggenomen. We missen meubels. Men heeft ingevroren vleeswaar weggenomen. In de hal zag mijn man dat er een tweetal windbuksen, niet op de plaats lagen. Ook deze twee wapens zijn weggenomen. Na onderzoek in onze keuken, moesten wij concluderen, dat er een hoop bestek was weggenomen. Men heeft schilderijen meegenomen. Verder heeft mijn man een oude schepen verzameling. Mijn man mist hiervan een aantal schepen. Er zijn geen braaksporen te zien. In een schuur buiten achter onze woning heeft men een aantal elektrische gereedschappen weggenomen, zoals een boormachine, schuurmachines en slijpmachines. Verder heeft men onze aanhangwagen weggenomen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 9 september 2015, opgenomen op pagina 786 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 1] :
Ik ben ongeveer een maand geleden aan de [adres 2] in [plaats 2] geweest. Ik was toen samen met [verdachte] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] . We waren in de groene [auto] van [verdachte] . We waren met vier jongens en toen we daar kwamen stonden alle deuren al open. Er is in deze woning drie keer ingebroken. Ik ben er twee keer geweest met [verdachte] . Ik weet 100 % zeker dat [verdachte] daar eerder had ingebroken. Dit heeft hij mij zelf verteld. [verdachte] vertelde dat er geld lag en dat er een verzameling treintjes lagen. Toen wij de tweede keer kwamen, had [verdachte] ook de sleutels van de woning bij zich. [verdachte] heeft toen 3 windbuksen meegenomen uit de woning. Ik had een beetje spuitbussen meegenomen en ander gereedschap. Ik had ook nog twee treintjes mee, een bouwpakketje en een hoedje. Er is ook een aanhanger meegenomen en een grastrekker. Er is ook een zaagtafel meegenomen. We hebben de hele koelkast en vriezer leeggehaald. [verdachte] zou alle spullen voor ons verkopen en uit de winst zouden we alle vier meedelen. We hebben behoorlijk huisgehouden in de woning. [verdachte] is verantwoordelijk voor het meenemen van de meeste spullen. We zouden de derde keer dat we inbraken in deze woning de treinen jatten maar toen we in de woning kwamen was de verzameling treinen weg.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige van Politie Noord-Nederland d.d. 27 juni 2015, opgenomen op pagina 190 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [getuige] :
Ik woon te [plaats 2] . Onze achterburen, de familie [slachtoffer 3] , wonen op [adres 2] 2. Als je bij ons de oprit verlaat en rechtsaf de [straat 1] oprijdt krijg je na ongeveer 800 meter rechts de [adres 2] . De [straat 1] is een onverharde weg langs de [straat 2] . Hier rijden zelden auto's. Op 22 juni 2015 vertelde mijn vriendin dat zij tussen 20:15 uur en 22:15 uur een auto met aanhangwagen over de [straat 1] langs onze woning heeft zien rijden en dat de auto rechtsaf richting [plaats 6] reed. Zij vertelde mij dat het een groene [auto] was en dat hij een bijzondere uitlaat geluid had. Omstreeks 22:45 uur die avond zagen wij dat dezelfde auto weer rechtsaf de [straat 1] opreed. Dit gebeurde vrij snel. Dit keer had de auto geen aanhangwagen. De auto was een donkergroene [auto] . Op 23 juni 2015 tussen 07:45 uur en 08:00 uur zagen wij weer dezelfde groene [auto] met behoorlijke snelheid over de [straat 1] langs rijden. Ik zag dat de auto weer rechtsaf richting [plaats 6] reed. Toen de auto langs reed zag ik een blanke man achter het stuur zitten. Ik zag dat naast de bestuurder een aantal stoelpoten omhoog staken en dat de auto verder vol met spullen lag. Op 24 juli 2015 hoorde ik van mijn achterbuurman dat er bij hem was ingebroken. Mijn vrouw en ik zagen toen weer de eerder genoemde [auto] rijden. De bestuurder van de [auto] ging na mijn huis weer rechtsaf de [straat 1] op en hield iets voorbij de woning stil. Het kenteken van de auto was [kenteken 2] .
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 16 juli 2015, opgenomen op pagina 196 van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Vandaag, 16 juli 2015, belde [verdachte] met het bureau te Stadskanaal. Hij had vragen over het inbeslaggenomen voertuig met kenteken [kenteken 2] . Hij vertelde dat dit zijn voertuig was.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 2 december 2015 (in vraag/antwoord vorm), opgenomen op pagina 851 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 4] :
V: Tijdens de zoeking in jouw woning gaf je aan dat je meer wist over de treinen. Je vertelde ook dat de treinen waren gebracht door [verdachte] . Klopt het dat je tijdens de zoeking met ons hebt gesproken over de treinen?
A: Ja dat erken ik.
V: We laten je een foto zien van een koperen set die kan worden gebruikt bij het schoonmaken van bijvoorbeeld een open haard. We hebben deze foto gemaakt tijdens de zoeking bij jou in de woning. Deze set is herkend door de slachtoffers van de inbraak waar we het nu over hebben.
A: Het klopt dat dit ding bij mij in de woning stond. Deze heeft [verdachte] gebracht samen met de bugel.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 6 oktober 2015, opgenomen op pagina 198 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten:
Op 9 september 2015 werd door ons gehoord: [medeverdachte 1] . Tijdens het verhoor vertelde [medeverdachte 1] een verhaal over gestolen meubels, welke afkomstig waren van een woninginbraak in [plaats 2] , waar ook een verzameling treinen weggenomen waren. Dit betreft de woninginbraak aan de [adres 2] 2 te [plaats 3] . Bij deze inbraak werd een groot aantal goederen weggenomen, waaronder meubels.
Wij hoorden [medeverdachte 1] verklaren in woorden van soortgelijke strekking:
"De meubels zijn door [verdachte] meegenomen naar zijn eigen huis in [woonplaats] . De meubels zijn daar overgeverfd en er zijn nog beschadigingen gemaakt aan de meubels om de diefstal te verdoezelen. Volgens mij gaat het om een kast, stoelen en een tafel. Bij deze inbraak zijn ook veel dure treintjes meegenomen. We hebben hier heel veel spullen weggehaald."
Op 1 oktober 2015 werden diverse meubels aangetroffen in de woning van de vriendin van [verdachte] , wonende aan de [adres 3] te [plaats 3] , zijnde [naam 2] . [naam 2] gaf in een verklaring op 1 oktober 2015 aan dat [verdachte] recent meubels had meegenomen naar haar woning. Na onderzoek en confrontatie werden de buffetkast alsmede vier stoelen door aangeefster [slachtoffer 2] herkend als zijnde haar eigendom.
Op 28 september 2015 werd door ons gesproken met twee personen, die absoluut anoniem wilden blijven. Dit uit angst voor represailles. Deze twee personen verklaarden ons dat [verdachte] in de zomer van 2015 met een aanhanger vol gestolen goederen bij hen was geweest in de woning. [verdachte] wilde de gestolen goederen verkopen aan deze twee mensen. Beide personen gaven aan dat [verdachte] had verteld dat hij meubels afkomstig van een woninginbraak had geverfd en dat deze bij hem in de woning aan de [adres 3] te [plaats 3] stonden. [verdachte] had tevens verteld dat men bewust beschadigingen had gemaakt aan de meubels om zo de herkenning te bemoeilijken.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 1 oktober 2015, opgenomen op pagina 200 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten:
Op 1 oktober 2015 toonden wij de heer en mevrouw [slachtoffer 2] een zestal door ons genummerde foto's met daarop zichtbaar enkele meubels. De foto's zijn eerder door de politie op 30 september 2015 gemaakt in de woning, gelegen [adres 3] te [plaats 3] . Van de heer en mevrouw [slachtoffer 2] kregen wij de volgende reacties op de door ons getoonde foto's:
Foto 1: Wij herkennen de buffetkast op deze foto als onze buffetkast.
Foto 2: Wij herkennen de stoel op de foto als onze eetkamerstoel. Bij ons zijn er zes uit de woning weggenomen, maar wij hebben van u begrepen, dat er dus vier zijn aangetroffen.
Foto 3: Wij herkennen de salontafel als onze salontafel.
Foto 4: Wij herkennen de sitetabel als onze sitetabel.
De getoonde goederen op foto 1 tot en met 4 herkennen wij voor de volle 100 procent als onze meubelen.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 4 november 2015, opgenomen op pagina 254 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op 30 september 2015 zijn er in een woning aan de [adres 3] te [plaats 3] foto's genomen van goederen. [naam 2] staat ingeschreven op het adres. [naam 2] is de ex-vriendin van [verdachte] , hij verblijft daar nog altijd. Collega's hebben in de woning foto's gemaakt van een Chinese vaas. Ik heb per mail een foto gestuurd met de afbeelding van de vaas aan mevrouw [slachtoffer 3] . Mevrouw [slachtoffer 3] liet mij weten dat de vaas inderdaad haar vaas betrof.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 10 juli 2015, opgenomen op pagina 345 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 4] :
Ik ben eigenaar van voormalig restaurant en woning " [naam 1] " aan de [adres 4] te [plaats 4] . Het pand is ongeveer 1,5 maand geleden afgesloten. Ik werd 9 juli 2015 gebeld dat men had ingebroken in het pand. Ik heb gezien dat de volgende goederen zijn weggenomen: grote espresso machine, keramiek deksel van een oud bierpomp, antieke klok, beamer en koperen melkkan. Verder is het slot aan de buitenzijde van het restaurant, waar men toegang heeft tot de kelderruimte van het restaurant, weggenomen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 6 augustus 2015, opgenomen op pagina 347 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [vader slachtoffer 4] :
Ik doe aangifte van inbraak. Het weggenomene behoort [slachtoffer 4] geheel in eigendom toe. Mijn zoon is op 27 juli 2015 nog bij het pand aan de [adres 4] te [plaats 4] geweest, maar heeft niets opgemerkt. Vandaag, 28 juli 2015 kwam ik bij het pand. Ik zag dat de dader of daders uit het pand de kassa hadden meegenomen, althans een gedeelte ervan. In het kantoor voor in het pand zag ik de geldla liggen. Ook zag ik dat een klok was verdwenen. De sluiting van het bovenlicht in het raam van de woonkamer was verbroken. Kennelijk hebben de daders het pand via dit bovenlicht betreden. Door de politie werd mij gevraagd of de peuk in de asbak mij bekend voor kwam. Ik weet dat er bij de laatste keer dat ik in het pand was, geen peuken in de asbakken lagen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 9 september 2015 (in vraag/antwoord vorm), opgenomen op pagina 786 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 1] :
V: Je gaf aan dat je had ingebroken in een bedrijf genaamd [naam 1] . Verklaar eens nader?
A: Via een raampje is [verdachte] naar binnen geklommen. Er zat een woning vast aan het restaurant. Een uitzetraam werd geforceerd door [verdachte] . [verdachte] heeft toen een deur voor mij open gezet. [verdachte] vroeg aan mij of ik de kassa's wilde klaarzetten om mee te nemen. Ook een doos met koffiebonen is door ons meegenomen. We hebben ook nog kleding om je te verkleden meegenomen. Er zijn ook maglites meegenomen. Ik schat dat het twee maanden geleden is geweest.
V: Je zegt net dat [verdachte] er vaker is geweest?
A: Ja, [verdachte] vertelde mij dat toen ook een groot koffieapparaat is meegenomen. Er is toen ook veel drank gestolen door [verdachte] . We zijn naar [verdachte] zijn huis gereden om de spullen weg te brengen. Daar bleek in de kassa's niks te zitten.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal identificatie n.a.v. DNA-sporen van Politie Noord-Nederland d.d. 9 september 2015 met bijlagen, opgenomen op pagina 358 van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Uit het door het Nederlands Forensisch Instituut ingesteld vergelijkend onderzoek bleek dat het hieronder genoemde spoor is geïdentificeerd op het DNA-profiel van verdachte [verdachte] .
Plaats delict : [adres 4] , [plaats 4]
Spooromschrijving : peuk
SIN : AAHS9773NL
Bij dit proces-verbaal wordt het volgende gevoegd:
- het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, 4 september 2015, 2015.08.25.142/A.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 2 december 2015 (in vraag/antwoord vorm), opgenomen op pagina 851 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 4] :
V: Op 9 juli 2015 is er ingebroken in [plaats 4] aan de [adres 4] . Bij deze inbraak werd onder andere een koffiezetapparaat weggenomen. Dit apparaat werd aangetroffen bij jou in de garage. Wat kun je daarover verklaren?
A: Ik blijf erbij dat [verdachte] deze heeft gebracht. Dit was deze zomer.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 28 augustus 2015, opgenomen op pagina 394 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 5] :
Op 13 augustus 2015 heb ik mijn woning aan de [adres 5] te [plaats 5] afgesloten en ging ik op vakantie. Ik sluit de woning altijd zo af dat alle deuren op slot zitten. Ook had ik alle ramen dicht en op slot gedaan. Op 21 augustus 2015 werd ik gebeld door de politie met de mededeling dat er was ingebroken in de woning. Hierbij werden de goederen, zoals genoemd op de bijlage goederen, weggenomen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal sporenonderzoek van Politie Noord-Nederland d.d. 23 augustus 2015, opgenomen op pagina 442 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op 22 augustus 2015 werd door mij een forensisch onderzoek naar sporen verricht in een woning aan de [adres 5] te [plaats 5] . Het badkamerraam op de begane grond was vernield. In de bijkeuken, tevens washok, zag ik op de vloer drie verpakkingen van ijsjes. De ijsjes zijn vermoedelijk door de dader(s) genuttigd. Op de vloer in de hal lag een stokje van een ijsje. Door mij werd het stokje voor nader onderzoek veiliggesteld en voorzien van SIN AAII2086NL.
3. Een schriftelijk stuk, te weten een Forensisch DNA rapport d.d. 26 oktober 2015, opgenomen op pagina 479 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
AAII2086NL#BC01 bemonstering ijsstokje
Van het celmateriaal is een volledig DNA-profiel verkregen van een man. Dit DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van [verdachte] . Het celmateriaal bevat dus DNA dat afkomstig kan zijn van [verdachte] . De berekende frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. Dit betekent dat de kans, dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel kleiner is dan één op één miljard.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 19 november 2015, opgenomen op pagina 502 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Tijdens een verdachtenverhoor heeft [verdachte] aangegeven dat er in zijn woning een zwarte pet met het logo van de Yankees ligt. Deze pet zou afkomstig zijn van een woninginbraak te [plaats 5] . Ik heb mevrouw [slachtoffer 5] een foto van de pet gemaild. Zij verklaarde dat de pet inderdaad weggenomen was tijdens de inbraak in haar woning.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 28 september 2015, opgenomen op pagina 607 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 6] :
Ik woon samen met mijn vrouw aan de [adres 6] in [plaats 4] . Het erf is afgesloten middels een toegangshek. Op 12 september 2015 zijn we op vakantie gegaan. Ik heb alle buitendeuren op slot gedaan en ik heb de ramen gesloten. Op 23 september 2015 werd ik gebeld door de politie. Er was ingebroken in onze woning. De daders zijn binnengekomen via het keukenraam. Daar zit erg veel braakschade op het kozijn. Uit de hal is een fototas weggenomen. Hierin zit een Nikon D90 camera met een kleine zoomlens en een grote 70-300 lens van Nikon. U toont mij een fototas, camera en lenzen die de politie heeft aangetroffen. Ik herken deze als mijn eigendom. U toont mij foto's van goederen die aangetroffen zijn in een auto. Dit waren foto's van een elektrische herenfiets, bosmaaier, takkenzaag, Makita boormachine en een Bosch decoupeerzaag. Deze spullen zijn van mij.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Nood-Nederland d.d. 28 september 2015, opgenomen op pagina 603 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisanten:
Op 23 september 2015 werd door ons een bezoek gebracht aan [verdachte] , verblijvende op het adres [adres 3] te [plaats 3] . Ik, verbalisant, zag op de bank een fototas liggen. Ik zag in de fototas een nagenoeg nieuwe digitale spiegelreflexcamera liggen van het merk Nikon, type D90. Ook zag ik dat er een tweede grote lens in de tas zat. Na onderzoek bleek dat bovengenoemde spiegelreflexcamera en fototas en lens 70-300 mm waren weggenomen bij de inbraak aan de [adres 6] te [plaats 4] .
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte van Politie Noord-Nederland d.d. 11 oktober 2015 (in vraag/antwoord vorm), opgenomen op pagina 36 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van verdachte:
V: We lezen je een aangifte voor ter zake een forse inbraak in een woning in [plaats 4] , [adres 6] . Deze inbraak is gepleegd tussen 12 september en 23 september 2015.
A: Deze inbraak heb ik gepleegd met [naam 5] en [medeverdachte 1] heeft de woning opengebroken en was er al eerder geweest. [medeverdachte 1] had het erover dat hij een raam eruit had gegooid. Ik heb een camera van het merk Nikon, 1 geluidsbox, kabels en een harddrive.
1. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 december 2016;
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Noord-Nederland d.d. 30 november 2015, opgenomen op pagina 11 en 12 van het dossier met nummer PL0100-2015219341 d.d. 24 november 2015, inhoudende de relatering van verbalisanten.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Op grond van bovenvermelde bewijsmiddelen met betrekking tot
feit 2acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich, samen met anderen, heeft schuldig gemaakt aan diefstal uit de woning aan de [adres 2] te [plaats 2] , gepleegd op meerdere momenten in de periode van 18 juni 2015 tot en met 24 juni 2015. De rechtbank ziet geen aanleiding te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] , nu hij met die verklaring ook zichzelf belast. Bovendien is de auto van verdachte, die volgens de verklaring van [medeverdachte 1] bij de diefstal zou zijn gebruikt door verdachte, ook meerdere malen ter plaatse door getuigen gezien en heeft verdachte over een groot aantal bij deze diefstal weggenomen goederen de beschikking gehad.
De ten laste gelegde braak kan niet bewezen worden, omdat niet gebleken is dat bij het betreden van de woning braakschade is toegebracht. Nu meerdere malen door verschillende (groepen) personen goederen uit deze woning zijn weggenomen, kan niet exact worden vastgesteld welke goederen door verdachte zijn weggenomen. Om deze reden zal de rechtbank bewezen verklaren dat verdachte enig goed heeft weggenomen.
Op grond van bovenvermelde bewijsmiddelen met betrekking tot
feit 3acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 1 juni 2015 tot en met 28 juli 2015 tweemaal - eenmaal alleen en eenmaal in vereniging met een ander, te weten medeverdachte [medeverdachte 1] - schuldig heeft gemaakt aan een inbraak te [plaats 4] in het voormalig restaurant [naam 1] . Ook wat dit feit betreft acht de rechtbank de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] betrouwbaar, temeer nu deze verklaring over de betrokkenheid van verdachte bij deze inbraken wordt ondersteund door de bij de tweede inbraak aangetroffen sigarettenpeuk met daarop DNA-materiaal van verdachte en de omstandigheid dat de bij de eerste inbraak buitgemaakte espressomachine door verdachte is afgeleverd bij [medeverdachte 4] .
Op grond van bovenvermelde bewijsmiddelen met betrekking tot
feit 4acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de inbraak in de woning aan de [adres 5] te [plaats 5] heeft gepleegd. De verklaring van verdachte dat iemand anders het ijsstokje in de woning heeft gelegd, acht de rechtbank ongeloofwaardig, mede gezien het feit dat in de woning op de vloer ijsverpakkingen zijn aangetroffen, op grond waarvan aannemelijk is dat tijdens de inbraak ijsjes zijn genuttigd. De betrokkenheid van verdachte bij deze inbraak wordt verder ondersteund door de omstandigheid dat verdachte een uit de woning weggenomen pet in zijn bezit had.
Op grond van bovenvermelde bewijsmiddelen met betrekking tot
feit 5acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de inbraak in de woning aan de [adres 6] te [plaats 4] . Hoewel verdachte ter terechtzitting (enigszins) anders heeft verklaard, ziet de rechtbank geen aanleiding om aan zijn verklaring zoals hij die heeft afgelegd bij de politie te twijfelen. De rechtbank zal dan ook van die bekennende verklaring uitgaan.