ECLI:NL:RBNNE:2016:5696

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
6 juni 2016
Publicatiedatum
17 januari 2017
Zaaknummer
C/17/148785 / BZ RK 16-320
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis op basis van geestelijke stoornis

Op 6 juni 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende een voorlopige machtiging tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Het verzoek tot deze machtiging was ingediend door de officier van justitie op 27 mei 2016, naar aanleiding van zorgen over de geestelijke en fysieke gezondheid van de betrokkene, geboren op 26 juni 1965. De rechtbank heeft de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. H. de Jong, en psychiater R. de Jong gehoord. Tijdens de hoorzitting gaf de betrokkene aan geen hulp te willen van de GGZ en beëindigde hij het gesprek. De rechtbank heeft vervolgens de geneeskundige verklaring en het verhoor van de betrokkene in overweging genomen.

Uit de geneeskundige verklaring bleek dat de betrokkene lijdt aan een stoornis van de geestvermogens, met diagnoses van overige psychotische stoornissen en ernstige gedragsstoornissen. De rechtbank concludeerde dat de betrokkene maatschappelijk ten onder gaat en zichzelf in ernstige mate verwaarloost. Daarnaast is vastgesteld dat de geestelijke stoornis van de betrokkene gevaar kan veroorzaken, mede door zijn conflicten met buren en instanties, en zijn zorgwekkende fysieke gezondheid, waaronder diabetes.

De rechtbank oordeelde dat het gevaar niet door tussenkomst van derden of instellingen kan worden afgewend en dat de betrokkene niet bereid is om zich vrijwillig in een psychiatrisch ziekenhuis op te laten nemen. Gezien de houding van de betrokkene en de te verwachten weerstand tegen opname, heeft de rechtbank besloten de voorlopige machtiging te verlenen voor de duur tot en met 6 december 2016. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door rechter S.T. Kooistra, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie: Leeuwarden

Voorlopige machtiging

Zaak-/rekestnr.: C/17/148785 / BZ RK 16-320

Beschikking van 6 juni 2016,

van de rechtbank Noord-Nederland naar aanleiding van het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een voorlopige machtiging om:

[betrokkene] ,

geboren op 26 juni 1965
wonende [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
te doen opnemen en verblijven in een psychiatrisch ziekenhuis.

Procesverloop

Op 27 mei 2016 heeft de officier van justitie het verzoek ingediend. Bij het verzoek is overgelegd een geneeskundige verklaring. Tevens is overgelegd een behandelingsplan en een bericht over de staat van uitvoering daarvan.
De rechtbank heeft op 6 juni 2016 de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. H. de Jong;
- R. de Jong, psychiater.
Betrokkene is in de deuropening van zijn woning gehoord. Nadat betrokkene had aangegeven niets te mankeren en geen contact met GGZ wilde en dientengevolge het gesprek had beëindigd en deur van zijn woning had gesloten, zijn de raadsman en de psychiater vervolgens ten kantore van de psychiater gehoord.

Motivering

Uit de geneeskundige verklaring en het verhoor is gebleken dat betrokkene lijdt aan een stoornis van de geestvermogens. Betrokkene is gediagnosticeerd met overige (inclusief ongespecificeerde) psychotische stoornissen en ernstige gedragsstoornissen.
Ook is komen vast te staan dat deze stoornis betrokkene gevaar doet veroorzaken. Het betreft het gevaar
 dat betrokkene maatschappelijk ten onder gaat;
 dat betrokkene zichzelf in ernstige mate zal verwaarlozen.
Naast het feit dat betrokkene met buren en instanties in de clinch ligt en ten overstaan van de rechter heeft geuit daarover gefrustreerd te zijn, zijn er vanuit de huisarts en de GGZ ook met name ernstige zorgen over de fysieke gezondheid van betrokkene, mede gelet op de bij hem gediagnosticeerde diabetes en in dat verband bij betrokkene gemeten bloedwaarden. In dit laatste uit zich naar het oordeel van de rechtbank, anders dan in de geneeskundige verklaring is gesteld, dan ook met name het gevaar.
Gebleken is voorts dat het gevaar niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten een psychiatrisch ziekenhuis kan worden afgewend.
Betrokkene geeft geen blijk van de nodige bereidheid zich in een psychiatrisch ziekenhuis te doen opnemen.
Het verzoek zal dan ook worden toegewezen. Gelet op de houding van betrokkene en de te verwachten weerstand bij opname en behandeling, alsmede gelet op de zorgen omtrent de fysieke gezondheid van betrokkene en het te verwachten (effect op het) beloop van de behandeling, is de rechtbank van oordeel dat de machtiging moet worden verleend voor de verzochte duur.

Beslissing

De rechtbank:
Verleent een voorlopige machtiging als bedoeld in artikel 2 Wet Bopz, welke machtiging de bevoegdheid geeft om betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis te doen opnemen en te doen verblijven tot en met 6 december 2016.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.T. Kooistra, rechter, in tegenwoordigheid van de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 6 juni 2016.
(
fn: 743)
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.