ECLI:NL:RBNNE:2016:5632
Rechtbank Noord-Nederland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de schuldsaneringsregeling met uitzondering op de 10 jaarstermijn wegens vertraging rechtbank
In deze zaak heeft [saniet] op 25 juli 2016 een verzoek ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Dit verzoek werd ook door de partner van [saniet], [naam partner], ingediend. De rechtbank heeft het verzoek op 27 september 2016 mondeling behandeld, waarbij de beschermingsbewindvoerder, de heer B. Bakker, aanwezig was. De beschermingsbewindvoerder heeft aangegeven dat [saniet] eerder, op 18 december 2003, was toegelaten tot de schuldsanering, die eindigde met een schone lei op 26 april 2007. De vraag was of [saniet] opnieuw in aanmerking kon komen voor de schuldsaneringsregeling, gezien de wettelijke 10 jaarstermijn die van toepassing is na beëindiging van een eerdere regeling.
De rechtbank overweegt dat de 10 jaarstermijn in beginsel van toepassing is, maar dat er in dit geval aanleiding is om een uitzondering te maken. De rechtbank constateert dat er een jaar is verstreken tussen de materiële beëindiging van de eerdere regeling en het formele einde, en dat de vertraging in de behandeling van de zaak niet voor rekening van [saniet] moet komen. De rechtbank besluit daarom dat [saniet] kan worden ontvangen in zijn verzoek tot schuldsanering.
De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de schulden van [saniet] deels verband houden met fraude en dat er psychische problematiek en een gokverslaving een rol hebben gespeeld. De rechtbank is van oordeel dat, gezien de omstandigheden en de hulp die [saniet] heeft gezocht, de toepassing van de hardheidsclausule gerechtvaardigd is. De rechtbank spreekt de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit en benoemt mr. H.H. Kielman tot rechter-commissaris en A.T. Bosma tot bewindvoerder.