Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
mr. H.R. Bracht, die de procedure met zaaknummer LEE 16 / 1813 behandelt als rechter.
Mr. Bracht heeft aangegeven niet te berusten in het wrakingsverzoek en heeft haar standpunt bij schrijven van 8 september 2016 schriftelijk toegelicht.
mr. Th.A. Wiersma en mr. S. Dijkstra.
2.2. Beoordeling
[verzoeker] zal dan ook als kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek worden verklaard. Een mondelinge behandeling van het verzoek tot wraking kan daarom achterwege blijven.
3.3. De beslissing
- verklaart [verzoeker] niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van mr. H.R. Bracht;
- bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak (met zaaknummer LEE 16 / 1813) wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking;
- beveelt de onverwijlde mededeling van deze beslissing aan [verzoeker] en aan mr. Bracht;
- bepaalt dat een volgend verzoek tot wraking van de rechter(s) in de procedure met zaaknummer LEE 16 / 1813 niet in behandeling wordt genomen.
mr. S. Dijkstra en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2016.