ECLI:NL:RBNNE:2016:5519

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
30 mei 2016
Publicatiedatum
15 december 2016
Zaaknummer
C18/167243 PR RK 16-206
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen rechter mr. B. van den Bosch in civiele procedure

Op 30 mei 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van verzoekers [A] en [B]. Dit verzoek was ingediend op 23 mei 2016 en was gericht tegen mr. B. van den Bosch, rechter in deze rechtbank. De verzoekers hebben hun wrakingsverzoek gebaseerd op gronden die eerder al in een identiek verzoek waren ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers niet opnieuw dezelfde gronden konden aanvoeren, aangezien er al een beslissing was genomen op het eerdere verzoek op 20 mei 2016. De rechtbank heeft artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in overweging genomen, dat stelt dat een partij een rechter kan wraken op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen.

De rechtbank oordeelde dat de nieuw aangevoerde feiten en omstandigheden niet relevant waren, omdat deze al bekend waren ten tijde van het eerste wrakingsverzoek. Hierdoor hebben de verzoekers niet voldaan aan de eisen van artikel 37 lid 3 Rv, dat voorschrijft dat alle feiten en omstandigheden tegelijk moeten worden voorgedragen. Gezien deze overwegingen heeft de rechtbank besloten het wrakingsverzoek niet in behandeling te nemen. De zaak met registratienummer 4577491/CV EXPL 15-14988 zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Locatie Groningen
MEERVOUDIGE KAMER
Zaaknummer / rolnummer: C18/167243/PR RK 16-206
Beslissing van 30 mei 2016
Beslissing op het verzoek tot wraking ingevolge artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) van
[A],
wonende te [woonplaats],
[B],
wonende te [woonplaats],
verzoekers.

1.Procesverloop

Bij brief van 23 mei 2016, hebben verzoekers een verzoek tot wraking gedaan van mr. B. van den Bosch, rechter in deze rechtbank.

2.De beoordeling

Uit het verzoekschrift blijkt dat verzoekers hun verzoek doen in de procedure met registratienummer 4577491/CV EXPL 15-14988.
Artikel 36 Rv luidt: Op verzoek van een partij kan elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat verzoekers eerder een nagenoeg identiek wrakingsverzoek tegen mr. B. van den Bosch hebben ingediend in voornoemde procedure.
Nu de rechtbank op 20 mei 2016 op dit eerdere wrakingsverzoek heeft beslist, kunnen verzoekers niet nogmaals dezelfde gronden gebruiken voor een opvolgend verzoek.
Ten aanzien van de nieuw aangevoerde feiten en omstandigheden overweegt de wrakingskamer als volgt.
Deze gronden die volgens verzoeker leiden tot vooringenomenheid dan wel partijdigheid van mr. B. van den Bosch waren reeds bij verzoekers bekend ten tijde van het eerste wrakingsverzoek tegen mr. B. van den Bosch. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verzoekers niet hebben voldaan aan het bepaalde in artikel 37 lid 3 Rv. Dit artikel schrijft voor dat alle feiten en omstandigheden tegelijk voorgedragen moeten worden.
Gelet op het bovenstaande zal de rechtbank op basis van artikel 37 lid 4 Rv dit wrakingsverzoek niet in behandeling nemen.
Tot een mondelinge behandeling behoeft derhalve niet te worden overgegaan.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1.
neemt het wrakingsverzoek niet in behandeling;
3.2.
bepaalt dat de zaak (met zaaknummer 4577491 CV EXPL 15-14988) wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking;
3.3.
beveelt de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan verzoekers, mr. B. van den Bosch en Flanderijn en Bouwman Gerechtsdeurwaarders;
Deze beslissing is gegeven door mr. M.W. de Jonge, voorzitter, en
mrs. P. Molema en Th.A. Wiersma, leden, in tegenwoordigheid griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 mei 2016.
typ: kb