ECLI:NL:RBNNE:2016:5516

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
26 mei 2016
Publicatiedatum
15 december 2016
Zaaknummer
C18/167241 PR RK 16-205
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechters in geëindigde procedure

In deze zaak hebben verzoekers op 23 mei 2016 een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechters mr. P.J. Duinkerken, mr. A.M.A.M. Kager en mr. M.A.B. Faber-Siermann van de Rechtbank Noord-Nederland. Dit verzoek volgde in het kader van een procedure met registratienummer C18/166380/PR RK 16-150. De wraking is aangevraagd op basis van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat stelt dat een partij een rechter kan wraken indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Echter, de rechtbank heeft vastgesteld dat de procedure waarin het verzoek tot wraking is gedaan, op 20 mei 2016 is geëindigd. Dit betekent dat op het moment van het indienen van het verzoek, er geen rechters meer waren die de zaak behandelden, zoals vereist door de wet. Hierdoor is het verzoek tot wraking niet ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft besloten dat er geen mondelinge behandeling nodig was en heeft de verzoekers en de betrokken rechters onmiddellijk op de hoogte gesteld van deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. M.W. de Jonge als voorzitter, met mrs. P. Molema en Th.A. Wiersma als leden, en is openbaar uitgesproken op 26 mei 2016.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Locatie Groningen
MEERVOUDIGE KAMER
Zaaknummer / rolnummer: C18/167241/PR RK 16-205
Beslissing van 26 mei 2016
Beslissing op het verzoek tot wraking ingevolge artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) van
[A],
wonende te [woonplaats],
[B],
wonende te [woonplaats],
verzoekers.

1.Procesverloop

Bij brief van 23 mei 2016, hebben verzoekers een verzoek tot wraking gedaan van mr. P.J. Duinkerken, mr. A.M.AM. Kager en mr. M.A.B. Faber-Siermann, rechters in deze rechtbank.

2.De beoordeling

Uit het verzoekschrift blijkt dat verzoekers hun verzoek doen in de procedure met registratienummer C18/166380/PR RK 16-150.
Artikel 36 Rv luidt: Op verzoek van een partij kan elk van de rechters die een zaak behandelen, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
De zaak waarin het verzoek tot wraking is gedaan, is inmiddels geëindigd met een uitspraak op 20 mei 2016. Dat betekent dat er op 23 mei 2016, de datum van het verzoek, niet langer sprake was van “een rechter die de zaak behandelt” in de zin van bovengenoemde bepaling. Nu niet aan dit formele vereiste voor wraking is voldaan zullen verzoekers in hun verzoek niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Tot een mondelinge behandeling behoeft derhalve niet te worden overgegaan.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1.
verklaart verzoekers niet ontvankelijk in hun verzoek tot wraking;
3.2.
beveelt de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan verzoekers en aan
mr. P.J. Duinkerken, mr. A.M.AM. Kager en mr. M.A.B. Faber-Siermann.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.W. de Jonge, voorzitter, en
mrs. P. Molema en Th.A. Wiersma, leden, in tegenwoordigheid griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 mei 2016.
typ: kb