Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 12 april 2016;
- het proces-verbaal van comparitie van 22 juni 2016, waarin de zaak (met het nummer 2901596 CV EXPL 14-3090) in de stand waarin deze zich bevond - met toepassing van artikel 71 Rv eerste lid - is verwezen van de sector kanton van deze rechtbank naar de sector civiel recht, afdeling handel van deze rechtbank.
2.De nadere beoordeling van het geschil
"(…) mijn gevoel zegt ook van nou misschien hadden we dat ook beter moeten bespreken(…)", waaruit zou blijken dat de vereiste voorwaarde eerder onderwerp van gesprek was geweest tussen [medewerker Autobedrijf] en [eiser] .
"meer dan 150 km"kan overbruggen. Weliswaar worden elders op de website (zowel op de door [eiser] als op de door ABD in het geding gebrachte overzichten) voorbehouden gemaakt ten aanzien van rijstijl en omstandigheden waaronder wordt gereden, maar - gelet op de bewoordingen en met name de plaats waar deze informatie wordt vermeld, namelijk waar het gaat om een beschrijving van de afstand van 199 kilometer - is aannemelijk dat [eiser] hieruit heeft afgeleid (en heeft mogen afleiden) dat deze voorbehouden de afstand van 199 kilometer betreffen en geen betrekking hebben op de actieradius van meer dan 150 kilometer. Het enkele verweer van ABD in dit verband dat wellicht informatie zou zijn weggelaten van de website acht de rechtbank onvoldoende. Het had op de weg van ABD gelegen haar standpunt ter zake nader te onderbouwen, bijvoorbeeld door overlegging van stukken waaruit zou blijken dat voornoemde informatie incompleet was. De enkele, door ABD bij haar conclusie van antwoord overgelegde, informatie van de Nissan site waarop vier scenario's betreffende het bereik van de Nissan Leaf zijn uitgewerkt, acht de rechtbank in dit verband onvoldoende. Nog daargelaten dat in deze scenario's wordt uitgegaan van uitzonderlijke omstandigheden, is niet gesteld of gebleken dat [eiser] van deze informatie kennis heeft genomen. Bovendien maakt de desbetreffende informatie in samenhang bezien met de overige informatie op de website van Nissan en de hierna te bespreken andere twee informatiebronnen waarop [eiser] zich heeft gebaseerd (r.o. 2.6.), naar het oordeel van de rechtbank niet dat [eiser] er niet van uit had mogen gaan dat de afstand woon- werkverkeer met de Nissan Leaf kon worden overbrugd. Ook het verweer van ABD dat de informatie afkomstig is van de website van Nissan en niet van die van ABD zelf, kan haar niet baten. Naar het oordeel van de rechtbank valt - anders dan ABD ten verwere heeft aangevoerd - hetgeen op de site van Nissan staat vermeld wel degelijk aan ABD, als Nissan dealer, toe te rekenen. ABD dient er rekening mee te houden dat potentiële kopers de website van Nissan raadplegen en dat, indien daarop onjuiste of onvolledige informatie zou staan, ABD redelijkerwijs deze kopers daarover moet informeren. Tevens wordt van belang geacht dat, gelet op de bewoordingen ervan, de desbetreffende informatie, naar het oordeel van de rechtbank, veeleer het karakter heeft van een feitelijke omschrijving van de eigenschappen van de Nissan Leaf dan van een promotionele uiting. Het verweer van ABD dat [eiser] uit verschillende andere websites had kunnen afleiden dat het bereik van de Nissan Leaf beperkt is en van een groot aantal factoren afhankelijk is, wordt gepasseerd. Nog daargelaten dat [eiser] ter gelegenheid van de comparitie van 19 juli 2014 heeft verklaard dat hij de door ABD overgelegde internetberichten destijds nog niet op het internet had gevonden omdat er toen nog geen informatie over de nieuwe, door hem beoogde Nissan Leaf beschikbaar was, lag het naar het oordeel van de rechtbank ook niet op de weg van [eiser] om zich - naast de website van Nissan zelf - (ook nog) via andere (veelal opiniërende) bronnen op het internet te informeren over de Nissan Leaf, maar mocht [eiser] er gerechtvaardigd op vertrouwen dat hij voldoende en juist was geïnformeerd door de informatie op de website van Nissan, in combinatie met de hierna te bespreken door hem gecommuniceerde vereiste voorwaarde en de mededelingen van de verkoper van ABD. In dat verband wordt ook het (door [eiser] betwiste) verweer van ABD dat zij een proefrit aan [eiser] zou hebben aangeboden - wat daar ook van zij - verworpen.
- € 2.400,00 aan kosten voor tussentijds opladen;
- € 17.600,00 aan inkomstenderving door gedwongen wachttijd voor tussentijds opladen (200 retourritten = 400 keer x 30 minuten wachten x € 88,00, zijnde het uurtarief dat [eiser] bij zijn opdrachtgevers in rekening brengt);
- € 17.600,00 aan inkomstenderving door extra reistijd omdat [eiser] in plaats van 120 km/h, maximaal 80 km/h over de snelweg kon rijden voor zijn woon- werkverkeer (200 retourritten = 400 keer x 30 minuten extra reistijd per rit x het uurtarief van € 88,00);
- € 3.960,00 aan inkomstenderving door extra reistijd ten gevolge van wegslepen (30 keer wegslepen x 1,5uur x het uurtarief van € 88,00.
1.600,00(4 × tarief € 400,00)