4.5.De rechtbank stelt vast, en tussen partijen is niet in geschil, dat de geluidsnormen zoals opgenomen in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit, met inachtneming van artikel 6.12 van het Activiteitenbesluit, van toepassing zijn op camping 'De Appelhof'. Partijen verschillen van mening over de toepasselijkheid van artikel 2.18, eerste lid, onder b, van het Activiteitenbesluit.
4.5.1.Ingevolge artikel 2.18, eerste lid, onder b, van het Activiteitenbesluit blijft bij het bepalen van de geluidsniveaus, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a dan wel 2.20, het stemgeluid van bezoekers op het open terrein van een inrichting voor sport- of recreatieactiviteiten buiten beschouwing.
4.5.2.Ten aanzien van het primair ingenomen standpunt van verweerder dat geen sprake is van stemgeluid zoals bedoeld in artikel 2.18, eerste lid, onder b, van het Activiteitenbesluit overweegt de rechtbank het volgende. Zowel in de tekst van genoemd artikellid als in de Nota van Toelichting vindt de rechtbank geen aanknopingspunten om verweerder in dit standpunt te volgen. Blijkens de overgelegde geluidsrapporten is tijdens de metingen sprake van een combinatie van muziek- en stemgeluid. In het rapport wordt als beschrijving van de bron gegeven: "de geluidsemissie van het bedrijf wordt veroorzaakt door hoorbaar stemgeluid en muziekgeluid van de campingbezoekers". Bij de beschrijving van de bedrijfstoestand wordt aangegeven: "alle aanwezige bezoekers veroorzaken een continue geroezemoes als gevolg van stemmen, schreeuwen, muziek, e.d.". Dat het stemgeluid als zodanig niet wordt waargenomen kan dan ook niet uit de geluidsrapporten worden afgeleid. Blijkens deze rapporten wordt geconstateerd dat er zowel muziekgeluid als stemgeluid wordt waargenomen. Het feit dat het niet mogelijk blijkt om het stemgeluid van het muziekgeluid te scheiden, doet niet af aan het feit, zoals ook door de StAB benadrukt, dat sprake is van stemgeluid. De rechtbank is dan ook van oordeel dat sprake is van stemgeluid zoals bedoeld in artikel 2.18, eerste lid, onder b, van het Activiteitenbesluit.
4.5.3.Subsidiair heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat artikel 2.18, eerste lid, onder b, van het Activiteitenbesluit niet bedoeld is voor en niet van toepassing is in een situatie als de onderhavige, nu het stemgeluid niet van het muziekgeluid kan worden gescheiden. Zoals ook door de StAB is vastgesteld in het aanvullend rapport geeft de Nota van Toelichting de rechtbank geen aanleiding om verweerder te volgen in dit standpunt. In de Nota van Toelichting is het volgende opgenomen: "In dit onderdeel wordt bepaald dat bij het bepalen van de geluidsniveaus, bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 buiten beschouwing blijft het stemgeluid van bezoekers op het open terrein van een inrichting voor sport- of recreatieactiviteiten. Het beheersen daarvan is slechts mogelijk door zeer vergaande maatregelen en buitensporige kosten, hetgeen niet gewenst is. Het zou daarbij kunnen gaan om het geheel of gedeeltelijk afschermen of overkappen van open terreinen van aanzienlijke afmetingen. Door het voeren van een juist ruimtelijke ordeningsbeleid is doorgaans te voorkomen dat overlast ontstaat in een omliggende woonomgeving." Hier wordt in het algemeen toegelicht op welke wijze omgegaan dient te worden met het bepalen van geluidsniveaus, meer specifiek van stemgeluid, op het open terrein van een inrichting zoals in dit geval de Appelhof. Uit dit deel van de toelichting valt naar het oordeel van de rechtbank niet af te leiden dat stemgeluid enkel buiten beschouwing dient te worden gelaten indien dit (technisch) mogelijk is. Gezien deze toelichting dient het voorkomen van overlast door stemgeluid ook in die gevallen te worden bereikt middels het ruimtelijke ordeningsbeleid. Verder wordt in de toelichting bij artikel 18, eerste lid, onder b, van het Activiteitenbesluit een verbijzondering gemaakt naar evenementen, waarbij wordt aangetekend dat de effecten hiervan beperkt kunnen worden op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening en het Evenementenbeleid van gemeenten. De rechtbank is van oordeel dat waar verweerder stelt dat artikel 2.18, eerste lid, onder b, van het Activiteitenbesluit gelet op voornoemde verbijzondering enkel ziet op evenementen dit betoog niet gevolgd kan worden.
4.5.4.De rechtbank is van oordeel dat met toepassing van artikel 2.18, eerste lid, onder b, van het Activiteitenbesluit het stemgeluid bij het bepalen van de geluidsniveaus van camping De Appelhof wel buiten beschouwing gelaten had moeten worden. Vaststaat dat verweerder geen onderscheid heeft gemaakt tussen het stemgeluid en het muziekgeluid afkomstig uit de inrichting. Dit betekent dat de metingen waarmee verweerder de overtredingen van de geldende geluidsnormen heeft vastgesteld niet overeenkomstig het Activiteitenbesluit zijn uitgevoerd. De rechtbank concludeert op grond van het voorgaande dat verweerder ten onrechte wegens overtreding van de in het besluit van 11 februari 2014 neergelegde last tot invordering van de daaraan verbonden dwangsommen is overgegaan.
5. De rechtbank stelt vast dat gelet op de voorgaande overwegingen de overige door eisers ingediende beroepsgronden geen bespreking behoeven.
6. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet aanleiding zelf in de zaak te voorzien, in die zin dat het primaire besluit wordt herroepen en wordt bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit.
7. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eisers het door hen betaalde griffierecht vergoedt.
8. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eisers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.984,- (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 496,- en een wegingsfactor 1).