Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de kantonrechter d.d. 6 september 2016
[voornaam] [eiseres 1] ,
Procesverloop
Motivering
De feiten
"ARTIKEL 3: WERKTIJDEN
4.1. De kantonrechter oordeelt als volgt. [eiseres 1] heeft gesteld dat haar vordering een loonvordering betreft die betrekking heeft op de periodes in de jaren 2011, 2012, 2013 en 2015, waarin zij vakantie heeft genoten, maar van De Rue geen loon heeft ontvangen. De vordering van [eiseres 1] kan niet los worden gezien van de wettelijke regeling omtrent aanspraken op vakantie, waarover partijen het nodige hebben aangevoerd, in relatie met de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst. De kantonrechter zal allereerst daarover oordelen.