ECLI:NL:RBNNE:2016:4271

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
16 september 2016
Publicatiedatum
23 september 2016
Zaaknummer
LEE 16-3712
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering evenementenvergunning voor het evenement Holi Fusion op festivalterrein de Roodehaan

Op 16 september 2016 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de weigering van een evenementenvergunning voor het evenement Holi Fusion, dat gepland stond op 17 september 2016 op het festivalterrein de Roodehaan in Groningen. De burgemeester van de gemeente Groningen had de aanvraag van de verzoekster, een organisatie die het evenement wilde organiseren, afgewezen op basis van zorgen over de organisatie en veiligheid van het evenement. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er onvoldoende vertrouwen was dat de veiligheid van de bezoekers en de openbare orde gewaarborgd konden worden. Er was geen politie-inzet geregeld en er bestond onduidelijkheid over het aantal te verwachten bezoekers en de organisatie van het evenement. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente eerder duidelijkheid had moeten geven over de aanvraag en dat de verzoekster ook zelf actiever had moeten zijn in het verkrijgen van een beslissing op haar aanvraag. De voorzieningenrechter concludeerde dat er onvoldoende basis was om de gevraagde voorlopige voorziening te treffen, gezien de ontbrekende informatie en expertise op het gebied van veiligheidsplannen. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Bestuursrecht
locatie Groningen
zaaknummer: LEE 16/3712

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

16 september 2016 op het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoekster], gevestigd te [plaats], verzoekster,

(gemachtigde: mr. A. Kwint-Ocelikova),
en

de burgemeester van de gemeente Groningen, verweerder,

(gemachtigde: mr. R. Snel).

Procesverloop

Bij besluit van 15 september 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoekster om evenementenvergunning voor het evenement Holi Fusion op 17 september 2016 op de evenementenlocatie Roode Haan in de gemeente Groningen afgewezen.
Tegen het bestreden besluit heeft verzoekster een bezwaarschrift ingediend bij verweerder. Tevens heeft verzoekster op 16 september 2016 de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 16 september 2016.
Verzoekster is vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. A. Zwarenstein, [verzoekster]
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, L. Mees, L. de Walle en A. Arends (politieagent).
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.

Overwegingen1.1.Bij het bestreden besluit heeft verweerder de aanvraag van verzoekster om evenementenvergunning voor het evenement Holi Fusion op 17 september 2016 op de evenementenlocatie Roode Haan in de gemeente Groningen afgewezen. Aan het bestreden besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat de gemeente Groningen regelmatig signalen heeft gekregen dat de organisatie van het evenement niet op orde is. In dit verband heeft verweerder erop gewezen dat verzoekster alle gelegenheid heeft gekregen om aan te tonen dat de organisatie wel op orde is. Daarover is volgens verweerder regelmatig contact opgenomen met verzoekster. In de visie van verweerder was deze onzekerheid op woensdagmiddag 14 september rond 16:00 uur nog steeds niet weggenomen. Op basis van dit gegeven heeft verweerder niet het vertrouwen dat de veiligheid van de bezoekers en de openbare orde door verzoekster voldoende kan worden gegarandeerd.

1.2.
Verweerder is bevoegd tot het verlenen dan wel weigeren van een evenementen- vergunning. De weigeringsgronden staan beschreven in artikel 1:10 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Groningen (hierna: de APVG).
Verweerder heeft zich bij de afwijzing van de aanvraag om evenementenvergunning gebaseerd op de onderdelen a. openbare orde en b. openbare veiligheid.
1.3.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat het in dit geval gaat om het treffen van een verstrekkende voorlopige voorziening als ware verzoekster in het bezit van een evenementenvergunning. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter bestaat er slechts aanleiding voor het treffen van die verstrekkende voorlopige voorziening, indien de voorzieningenrechter er volledig van overtuigd is dat de veiligheid van de bezoekers en de openbare orde niet in het gedrang zullen komen. Hierbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat het in dit geval een B-evenement met een verhoogd veiligheidsrisico betreft. Gelet op een aantal ontbrekende documenten in het thans beschikbare dossier is de voorzieningenrechter daarvan niet overtuigd geraakt. Daartoe acht de voorzieningenrechter het volgende redengevend.
1.4.
Naar aanleiding van het verhandelde ter zitting stelt de voorzieningenrechter vast dat aannemelijk is geworden dat er op zaterdag 17 september 2016 geen politie-inzet is geregeld en dat dit op korte termijn niet valt af te dwingen, nu de voorzieningenrechter geen inzicht heeft in de andere prioriteiten van de politie op die dag. Bovendien heeft het door verzoekster ingeschakelde beveiligingsbureau, dat ook betrokken is geweest bij het opstellen van het veiligheidsplan, bij monde van G. van de Velde blijkens het verslag van de politie op 14 september 2016 zorgen geuit over de bereikbaarheid van verzoekster, gelet op de bij hem levende zorgen voor wat betreft de exacte inzet, de calamiteitenroutes, het aantal bezoekers en het verkeersplan. Verder heeft G. van de Velde in het gesprek met de politie aangegeven dat de tweede versie van het draaiboek totaal anders was dan de eerste versie van het draaiboek. Dat verzoekster, onder verwijzing naar de e-mailwisseling met G. van der Velde, ter zitting betoogt dat het veiligheidsplan op orde is, brengt maar het oordeel van de voorzieningenrechter niet met zich dat er aanleiding bestaat de gevraagde voorlopige voorziening te treffen. Hierbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat G. van de Velde in de aanloop naar het evenement wisselende en op sommige punten ook tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd en niet ter zitting is verschenen om de bij de voorzieningenrechter levende vragen voor wat betreft voormelde aspecten te beantwoorden. Verder acht de voorzieningenrechter van belang dat ter zitting onduidelijkheid is blijven bestaan over het aantal te verwachten bezoekers bij het evenement Holi Fusion en de gelet daarop te treffen maatregelen. Enerzijds wordt gesproken van 1.000 – 1.500 verkochte kaarten, terwijl anderzijds ter zitting is aangegeven dat een (groot) aantal bezoekers zich nog op de dag zelf kunnen melden, ook gelet op de door sponsors aangeboden tickets. Daarnaast is uit het verhandelde ter zitting gebleken dat onduidelijkheid is blijven bestaan over de inzet van het aantal gediplomeerde verkeersregelaars in het kader van het verkeersplan.
1.5.
De voorzieningenrechter is verder van oordeel dat verweerder, gelet op de door hem ter zitting geschetste gang van zaken in het kader van de voorbereiding, de gestelde onprofessionele organisatie aan de zijde van verzoekster en het ontbreken van cruciale informatie in de documenten van het geplande evenement, veel eerder dan in dit geval duidelijkheid naar verzoekster had moeten scheppen door de aanvraag om evenementen- vergunning in een eerder stadium buiten behandeling te stellen of eerder tot een besluit tot afwijzing van de aanvraag om evenementenvergunning te komen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter ligt het in de rede dat verweerder, gelet op de ervaringen in dit geval, de aanpak van dit soort B-evenementen met een verhoogd veiligheidsrisico beter gaat structureren. Verzoekster is immers, in het midden latend of dit geheel aan verweerder te wijten is, geschaad in haar (financiële) belangen door niet veel eerder duidelijkheid te verschaffen omtrent de aanvraag om evenementenvergunning. Daar tegenover staat dat het op de weg van verzoekster had gelegen om in dit geval bij verweerder aan te dringen op een beslissing op de door haar ingediende aanvraag om evenementenvergunning en bij het uitblijven daarvan zo nodig rechtsmiddelen aan te wenden in de zin van een beroep niet tijdig beslissen op de aanvraag.
Ook hierin ziet de voorzieningenrechter, na afweging van de betrokken belangen, geen aanleiding om de gevraagde voorlopige voorziening te treffen. Hierbij acht de voorzieningenrechter van belang dat cruciale informatie ontbreekt in het thans voorliggende dossier en dat bij hem de expertise en deskundigheid op het gebied van veiligheidsplannen ontbreekt om de noodzakelijke voorschriften aan de te verlenen evenementenvergunning te kunnen verbinden.
1.6.
Gelet op de voorgaande overwegingen wordt het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T.F. Bruinenberg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. H.L.A. van Kats als griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 september 2016.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzieningenrechter

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.
Afschrift verzonden op: