3.1.De vordering van [eiser] strekt ertoe, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht verklaart dat de voorwaarde "bij vrije verkoop" in het aan [eiser] verleende recht van eerste koop niet inhoudt "indien passend in provinciaal beleid van de provincie Fryslân";
2. voor recht verklaart dat de provincie, door de hieronder genoemde kadastrale percelen aan te bieden c.q. te leveren aan een ander dan [eiser] , toerekenbaar jegens [eiser] tekort is geschoten, althans zal schieten:
[kadastrale gegevens]
.
3. voor recht verklaart dat CRV, door vooraf kennis hebbende van de juridische positie van [eiser] en door toch te contracteren met de provincie, althans, door haar recht op koop kadastraal te laten registreren, althans door zich de percelen te laten leveren door de provincie, onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld;
4. voor recht verklaart dat de door CRV kadastraal geregistreerde kooprechten geen werking jegens [eiser] hebben;
5. voor recht verklaart dat zowel de provincie als CRV op grond van hun respectievelijke toerekenbare tekortkoming en onrechtmatige daad hoofdelijk jegens [eiser] schadeplichtig zijn;
6. de provincie en CRV hoofdelijk veroordeelt tot betaling van de door [eiser] gemaakte buitengerechtelijke kosten ad EUR 1.347,26, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
7. de provincie en CRV hoofdelijk veroordeelt binnen 4 maanden na betekening van dit vonnis tot levering aan [eiser] over te gaan c.q. medewerking te verlenen aan levering aan [eiser] met doorhaling van de op naam van CRV geregistreerde kooprechten en eventuele hypotheekrechten, zulks onder de voorwaarde dat [eiser] voor alle percelen in totaal de koopsom van EUR 3.707.500,00 betaalt aan de provincie of CRV, van de hierna volgende kadastrale percelen met opstallen, alle aangeduid als kadastrale [kadastrale gegevens]
alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 500,00 per dag per perceel dat de provincie en/of CRV niet aan deze verplichting voldoen, met een maximum van EUR 1.000.000,00;
8. voor recht verklaart dat de provincie ook gehouden is om andere bij haar in eigendom zijnde percelen, voor zover behorende tot het voormalige bedrijf [naam maatschap] aan de [adres toebehorende boerderij] bij voornemen tot verkoop eerst moet aanbieden aan [eiser] , op straffe van een dwangsom van EUR 50.000,00 per overtreding, zulks met een maximum van EUR 1.000.000,00;
9. voor zover er tussen de provincie en CRV enige pacht- en/of gebruiksrechten met betrekking tot één of meerdere hiervoor genoemde kadastrale percelen tot stand zijn gekomen, de provincie en CRV opdraagt deze enige pacht- en/of gebruiksrechten binnen 4 maanden van deze overeenkomst te beëindigen en beëindigd te houden, op straffe van een dwangsom van EUR 500,00 per dag per perceel dat de provincie en/of CRV niet aan deze verplichting voldoen, met een maximum van EUR 1.000.000,00;
10. met hoofdelijk veroordeling van de provincie en CRV in de kosten van dit geding, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis en (voor het geval voldoening niet binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis plaatsvindt) te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede met veroordeling van de provincie en CRV in de nakosten van EUR 131,00 dan wel, indien betekening van dit vonnis plaatsvindt, van EUR 199,00.