ECLI:NL:RBNNE:2016:4179

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 september 2016
Publicatiedatum
15 september 2016
Zaaknummer
5331739 / VV EXPL 16-87
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van verplichtingen uit overeenkomst van opdracht in kort geding

In deze zaak heeft eiser [A] Vergnes Expertise B.V. gedagvaard in kort geding, met het verzoek om nakoming van verplichtingen uit een overeenkomst van opdracht. De zaak betreft een contra-expertise van mogelijke aardbevingsschade aan de woning van [A]. De overeenkomst werd op 1 april 2016 gesloten tussen [A] en Centrum Veilig Wonen (CVW), waarbij Vergnes als deskundige werd benoemd. Eiser vorderde dat Vergnes haar verplichtingen zou nakomen en de contra-expertise zou uitvoeren, met een dwangsom van € 10.000,00 bij niet-nakoming. De mondelinge behandeling vond plaats op 6 september 2016.

Vergnes heeft zich echter eenzijdig teruggetrokken uit de overeenkomst, omdat zij geen afspraak kon maken met de huurster van de woning. Eiser stelde dat Vergnes onterecht de overeenkomst had opgezegd en dat zij zelf verantwoordelijk was voor het creëren van de mogelijkheid voor de inspectie. Vergnes voerde aan dat de huurster niet meewerkte en dat er sprake was van schuldeisersverzuim aan de zijde van [A].

De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van spoedeisend belang, aangezien het CVW het dossier op 17 september 2016 zou sluiten. De rechter concludeerde dat Vergnes terecht de overeenkomst had opgezegd, omdat [A] niet voldoende had bijgedragen aan de uitvoering van de opdracht. De vordering van [A] werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Groningen
zaak-/rolnummer: 5331739 / VV EXPL 16-87
Vonnis in kort geding d.d. 13 september 2016
inzake
[A],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
gemachtigde: mr. P.N. Huisman, advocaat te Groningen,
tegen
de besloten vennootschap
Vergnes Expertise B.V.,
gevestigd te Leek,
gedaagde,
gemachtigde: mr. J.W. de Vries, advocaat te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [A] en Vergnes worden genoemd.
PROCESGANG
Op de in de inleidende dagvaarding genoemde gronden heeft [A] gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, bij wijze van voorlopige voorziening Vergnes te veroordelen:
I. om haar verplichtingen uit de gesloten overeenkomst na te komen en de contra expertise te gaan uitvoeren, de nodige medewerking te verlenen om gezamenlijk de uitvoering van de overeenkomst mogelijk te maken en daarnaast het Centrum Veilig Wonen voor 17 september 2016 op de hoogte stelt dat Vergnes de overeenkomst gaat uitvoeren, een en ander op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 dat Vergnes daarmee in gebreke blijft;
II. tot betaling van de kosten van het onderhavige geding.
Vergnes heeft bij akte producties in het geding gebracht.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 6 september 2016. Namens [A] is diens gemachtigde mr. P.N. Huisman ter zitting verschenen. Namens Vergnes is [B] (directeur) verschenen, bijgestaan door mr. J.W. de Vries als gemachtigde.
Van het verhandelde ter zitting is door de griffier aantekening gehouden.
Vonnis is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN

1.De vaststaande feiten

1.1
Tussen partijen staat als onbetwist het navolgende in rechte vast.
1.2
[A] is eigenaar van de woning aan de [adres] te [woonplaats] (hierna: de woning).
1.3
Op 1 april 2016 is tussen Centrum Veilig Wonen (hierna: CVW) en [A] een akte van benoeming gesloten betreffende de contra-expertise van mogelijke aardbevingsschade aan de woning. In deze akte is door [A] Vergnes als deskundige benoemd. Als blijk van aanvaarding heeft Vergnes de akte mede ondertekend.
1.4
Bij e-mail van 24 maart 2016 heeft [A] op verzoek van Vergnes het schaderapport dat in opdracht van de NAM is opgemaakt aan Vergnes toegestuurd. [A] heeft in de e-mail verder vermeld:

Tzt tbv het onderzoek svp contact opnemen met de bewoonster [C] .
1.5
Vergnes heeft bij e-mail van 13 juni 2016 het volgende aan [A] medegedeeld:

Wij zouden voor de contra expertise graag een afspraak willen maken met u bij het schade adres. Wij hebben vernomen dat dit helaas niet mogelijk is. Graag zouden we van u willen dat u een mogelijkheid creëert dat wij een bezoek kunnen inplannen met u op het schade adres. Graag horen we van u voor 27 juni aanstaande.
1.6
[A] heeft daarop bij e-mail van dezelfde datum als volgt gereageerd:

Als het hier het schade-adres [adres] betreft dan is een afspraak met de bewoonster [C] noodzakelijk, zoals reeds uitvoerig gemeld in eerdere berichten. Ik heb daar geen toegang. Mocht zij niet reageren of meewerken dan zal ik dat via een advocaat moeten afdwingen.
Het mogelijke eenzijdige besluit dit dossier voortijdig te sluiten is herkenbaar in overeenstemming met het afpersbeleid van de NAM en het CVW.
Ik eis een volledige voortzetting van dit dossier onder alle omstandigheden.
Slechts na een onherroepelijke uitspraak van de Hoge Raad en/of het Europese Hof acht ik dit dossier gesloten.
1.7
Vervolgens heeft Vergnes in haar e-mail van 14 juni 2016 aan [A] medegedeeld:

(…) Het is zeker niet onze insteek om het dossier vroegtijdig te sluiten. Echter wanneer er geen mogelijkheid is voor een bezichtiging op locatie, is er voor ons geen andere mogelijkheid.
Wij hopen dat u op korte termijn een regeling kunt treffen met de bewoonster zodat wij hier langs kunnen komen voor het opnemen van de schade. (…) Omdat wij met een termijn zitten van het CVW zouden wij graag voor 27 juni van u te horen krijgen of het is gelukt om de mogelijkheid te creëren voor een afspraak. Ik begrijp dat u geen toegang heeft tot de woning, maar als iemand anders aanwezig kan zijn om de schades te laten zien dan is dat een prima oplossing voor ons.
1.8
[A] heeft in reactie daarop in zijn e-mail van 14 juni 2016 aam Vergnes laten weten:

Nogmaals, u dient tot een afspraak met de bewoonster te komen, niemand anders heeft daar toegang, mocht dat niet lukken dan dient u mij dat zsm te melden opdat ik dan een advocaat kan inschakelen teneinde de bezichtiging af te dwingen.Het dossier blijft geopend totdat die mogelijkheid is geschapen. Mocht u het dossier op basis van uw bekrompen voorwaarden voortijdig sluiten dan zal ook dat voor mij aanleiding zijn dezelfde advocaat opnieuw in te schakelen. Ik stel u hierbij reeds aansprakelijk voor alle gevolgen van een eenzijdig sluiten van het dossier.
1.9
Bij e-mail van 15 juni 2016 heeft Vergnes aan [A] laten weten dat zij hem meermaals heeft geprobeerd te bellen, maar dat ze [A] niet te pakken krijgt. In reactie daarop heeft [A] via e-mail laten weten uitsluitend langs die weg te communiceren, zodat alles direct wordt vastgelegd.
1.1
Vervolgens heeft Vergnes in haar e-mail van 16 juni 2016 het volgende aan [A] medegedeeld:

Gelet op de omstandigheden zien wij voor ons moverende reden af van deze opdracht.
De tot nu toe gedane werkzaamheden (…) zullen wij niet in rekening brengen bij het Centrum Veilig Wonen en de bijbehorende akte van benoeming komt te vervallen. (…)
1.11
[A] heeft daarop bij e-mail van dezelfde datum als volgt gereageerd:

Zoals reeds gemeld worden eenzijdige annuleringen en/of opzeggingen door mij niet geaccepteerd, en zeker niet met een dergelijke (…) nietszeggende motivering.
U kunt binnenkort een reactie van mijn advocaat verwachten. Ik stel u nu reeds hierbij aansprakelijk voor alle gevolgen.
1.12
Bij brief van 4 juli 2016 heeft de gemachtigde van [A] aan Vergnes verzocht aan te geven wat de reden is dat zij zich heeft teruggetrokken en geen contra-expertise gaat uitvoeren. [A] wil met name graag weten of de huurster van de woning haar medewerking wel heeft verleend aan het uitvoeren van de contra-expertise en of daarin de reden van de terugtrekking ligt.
1.13
Vergnes heeft bij e-mail van 8 juli 2016 gereageerd dat zij geen mededelingen doet betreffende haar bedrijfsbeleid.
1.14
Vervolgens heeft [A] bij brief van 14 juli 2016 het volgende, voor zover relevant, aan [A] geschreven:

Namens cliënt wil ik u erop wijzen dat er een overeenkomst van opdracht tussen uw bedrijf en cliënt tot stand is gekomen voor een contra expertise (…). Er is een akte van benoeming getekend (…). Uw bedrijf heeft de opdracht aangenomen. Namens cliënt wijs ik u erop dat de overeenkomst in dit geval alleen door volbrenging van de opdracht eindigt. Client is in principe voornemens om uw bedrijf aan de gesloten overeenkomst te houden. (…) Aangezien de opdracht nog niet is volbracht wenst cliënt graag van u te vernemen wat de reden is dat u opeens geen uitvoering aan de tot stand gekomen opdracht wenst te geven.
1.15
Bij e-mail van 15 augustus 2016 heeft CVW aan [A] medegedeeld dat zij wegens de door [A] genoemde omstandigheden de termijn om alsnog een contra-expertise uit te laten voeren zal verlengen tot en met 17 september 2016. Mocht na die datum geen aanvraag zijn ontvangen dan is CVW genoodzaakt het dossier te sluiten.

2.Het standpunt van [A]

2.1
Er is sprake van spoedeisend belang, omdat het CVW het dossier op 17 september 2016 zal sluiten en het contra-expertiserapport dus voor die datum moet zijn ontvangen.
2.2
Afgesproken is dat Vergnes zelf contact zou leggen met de huurster om een afspraak te maken voor het uitvoeren van de inspectie van de woning. Vergnes heeft zich echter eenzijdig van de overeenkomst teruggetrokken. Pas na herhaaldelijk daartoe verzocht te zijn heeft Vergnes aangegeven dat het niet mogelijk is om tot een afspraak te komen voor de inspectie, dat dit op de weg van [A] ligt en dat er inmiddels sprake zou zijn van verstoorde verhoudingen. Deze redenen kunnen geen juridisch relevante redenen vormen voor Vergnes om zich aan de overeenkomst te onttrekken. Mocht het zo zijn dat de huurster inderdaad haar medewerking heeft geweigerd, dan heeft Vergnes, door hierover niets te willen verklaren, zelf de uitvoering van de overeenkomst verhinderd, omdat [A] dan geen grond heeft de huurster te bewegen om haar verplichtingen na te komen. Er kan niet worden gesproken van een verstoorde verhouding, omdat het Vergnes zelf is die de verhoudingen op scherp stelt.

3.Het standpunt van Vergnes

3.1
Vergnes heeft gewichtige redenen om de overeenkomst van opdracht op te zeggen. Het CVW heeft ook ingestemd met de opzegging en heeft [A] de mogelijkheid geboden een andere expert te zoeken. De onmogelijkheid van het uitvoeren van de opdracht en het schuldeisersverzuim levert daarnaast eveneens een zelfstandige grond op om de overeenkomst op te zeggen.
3.2
Het is de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever om voldoende gelegenheid te bieden aan de opdrachtnemer voor het uitvoeren van de inspectie. Ondanks diverse inspanningen daartoe is het Vergnes niet gelukt een afspraak te maken. Vergnes heeft getracht contact te krijgen met de huurster van de woning, maar zij wilde niet meewerken aan de inspectie. Vergnes heeft meegedacht over een oplossing en heeft dus medewerking verleend bij het uitvoeren van de opdracht. [A] heeft daarop niet gereageerd, maar heeft Vergnes slechts aansprakelijk gesteld voor alle gevolgen van een eenzijdige sluiting van het dossier. De toonzetting in de e-mails van [A] heeft geen positief effect op de onderlinge verhouding, terwijl dat gezien de problematiek juist erg van belang is. [A] heeft Vergnes zodanig in haar onderzoek belemmerd dat zij niet in staat is de overeengekomen werkzaamheden uit te voeren binnen de daarvoor gestelde termijn. Het handelen en de houding van [A] brengen schuldeisersverzuim met zich.

4.Beoordeling

4.1
Allereerst overweegt de kantonrechter dat hij bevoegd is kennis te nemen van onderhavige vordering nu er sprake is van een vordering van onbepaalde waarde en er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vordering geen hogere waarde vertegenwoordigt dan € 25.000,00.
4.2
Wat betreft de spoedeisendheid overweegt de kantonrechter dat nu het CVW aan [A] kenbaar heeft gemaakt dat zij het dossier op 17 september 2016 zal sluiten en het contra-expertiserapport voor die datum door haar moet zijn ontvangen, [A] een spoedeisend belang heeft bij de vorderingen.
4.3
De kantonrechter zal aan de hand van de thans voorliggende feiten en omstandigheden en zonder nadere bewijsvergaring hebben te beoordelen of er een gerede kans bestaat dat de bodemrechter de vordering van [A] zal toewijzen.
4.4
Vast staat dat tussen partijen een overeenkomst van opdracht is overeengekomen betreffende het uitvoeren van een contra-expertise inzake mogelijke aardbevingsschade aan de woning en dat Vergnes deze overeenkomst heeft opgezegd. Uit artikel 7:408 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) volgt dat de professionele opdrachtnemer een beperkte opzeggingsbevoegdheid heeft. De opdrachtnemer die de overeenkomst is aangegaan in de uitoefening van een beroep of bedrijf, kan, behoudens gewichtige redenen, de overeenkomst namelijk slechts opzeggen, indien de overeenkomst voor onbepaalde duur geldt en niet door volbrenging eindigt. Van dit laatste is in het onderhavige geval geen sprake. Dit betekent dat de overeenkomst van opdracht slechts kan worden opgezegd indien er sprake is van een gewichtige reden.
4.5
Als gewichtige redenen worden beschouwd veranderingen in de omstandigheden welke van dien aard zijn, dat de opdracht billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. De kantonrechter is van oordeel dat daarvan in onderhavige zaak sprake van is. Hij overweegt daartoe als volgt.
4.6
Anders dan [A] heeft gesteld was het naar het oordeel van de kantonrechter door de e-mails van Vergnes voldoende duidelijk dat de afspraak voor de inspectie niet gemaakt kon worden doordat de verhuurster daar niet aan wilde meewerken. Vergnes heeft dit immers bij e-mails van 13 juni 2016 en 14 juni 2016 aan [A] kenbaar gemaakt en zij heeft aan [A] verzocht een afspraak mogelijk te maken. Vergnes heeft daarbij als oplossing aangedragen dat, indien het niet mogelijk is dat [A] daarbij aanwezig is, een derde aanwezig is bij de inspectie. [A] heeft hierop slechts gereageerd met de mededeling dat Vergnes maar contact moet opnemen met de huurster en heeft Vergnes daarnaast aansprakelijk gesteld voor de door hem te lijden schade. Daar komt bij dat Vergnes heeft nog een aantal pogingen gedaan om telefonisch in contact te komen met [A] , maar dit is niet gelukt omdat, zo heeft [A] via e-mail laten weten, hij alleen via e-mail wil corresponderen.
4.7
Vergnes heeft derhalve meerdere malen, zonder succes, aan [A] gevraagd haar in de gelegenheid te stellen tot het doen van een inspectie. Als opdrachtgever is het aan [A] om het nodige te doen, zodat de opdrachtnemer de opdracht ook kan uitvoeren. De kantonrechter neemt daarbij mee dat het, gezien de aard van de opdracht, voor het welslagen van daarvan een redelijke verstandhouding met de opdrachtgever moet bestaan. De reacties van [A] in combinatie met de toonzetting daarvan maken dat er een dusdanige verandering in de omstandigheden is ontstaan die van dien aard is, dat de opdracht billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Vergnes heeft de opdracht derhalve terecht opgezegd.
4.8
Gezien het voorgaande zal de vordering van [A] worden afgewezen.
4.9
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt [A] veroordeeld in de kosten van de procedure.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vordering van [A] af;
veroordeelt [A] in de kosten van het geding, aan de zijde van Vergnes tot aan deze uitspraak vastgesteld op € 600,00 voor salaris van de gemachtigde;
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. B. van den Bosch, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 september 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.
typ: mdh