Met betrekking tot de door verweerder uitgevoerde metingen heeft de StAB in het advies van 21 januari 2016 aangegeven dat is gemeten aan een standaardvrachtwagen van de Jumbo met containers. Volgens de StAB kan er met een meting aan één vrachtwagen worden volstaan, indien vaststaat dat deze vrachtwagen (en de bijbehorende laad- en losactiviteit) voor wat betreft de geluidsproductie representatief is voor alle overige vrachtwagens die de inrichting bezoeken. Tijdens het bezoek aan de inrichting heeft de StAB waargenomen dat een vuilniswagen grote vuilcontainers kwam legen, dat een vrachtwagen van een biermerk pallets met bierkratten kwam laden en lossen, waarbij een elektrische heftruck van de Jumbo werd gebruikt en dat een ‘megavrachtwagen’ van Jumbo (‘dubbeldekker’) kwam laden en lossen, waarbij - naast een extra lange laad- en lostijd vanwege de extra hoeveelheid containers - ook veel activiteiten op het terrein met lege containers plaatsvonden. Daarnaast zullen volgens de StAB de vrachtwagens die gekoelde verse producten (zuivel en groente) dan wel diepvriesproducten komen brengen vaak beschikken over koelaggregaten op de vrachtwagens die in werking kunnen zijn. Van deze activiteiten en daarmee gepaard gaande manoeuvreerbewegingen staat naar de mening van de StAB niet op voorhand vast dat die evenveel of minder geluidemissie veroorzaken dan de vrachtwagens die op 24 juni en
20 november 2014 zijn gemeten. Nu uit de meting van 20 november 2014 volgt dat juist aan de grenswaarde van 50 dB(A) werd voldaan, valt naar de mening van de StAB niet uit te sluiten dat de grenswaarde overschreden kan worden. Gelet hierop kan de StAB zich vinden in de kritiek van eiser dat alleen een meting aan één vrachtwagen een onderschatting van de situatie zal kunnen inhouden.
Verder merkt de StAB op dat in het meetrapport van verweerder de gemeten geluidbronnen en manoeuvreerbewegingen niet zijn vermeld. Derhalve is niet duidelijk wat exact gemeten is. Denkbaar is volgens de StAB dat niet alleen sprake is van het in en uit de vrachtwagen rijden van containers (bonkende geluiden) en het gebruik van de hydraulisch bediende laadklep, maar ook van geluidbronnen op het open terrein, zoals het verzamelen van lege
containers die naar buiten waren gereden. Wat betreft het aantal vrachtwagens waarvan bij de doorrekening over de hele dag is uitgegaan, merkt de StAB het volgende op. In het dossier bevindt zich een door Jumbo aangeleverd bestel- en afleverschema. Uit dit schema voor DKW (droge kruidenierswaren), vers en diepvries zou kunnen worden afgeleid dat op vrijdagen en zaterdagen maximaal vijf vrachtwagens de supermarkt bevoorraden. Het betreft hier alleen de leveringen via de vaste distributiepunten van Jumbo. Terecht merkt eiser op dat buiten dit schema ook nog andere partijen de supermarkt met vrachtwagens dan wel bestel-bussen kunnen aandoen. De StAB wijst hierbij onder meer op de vuilnisophaaldienst, een
vrachtwagen van een drankenleverancier (pallets bier) en levering van aardappelen. Alleen het leverschema van Jumbo verschaft derhalve onvoldoende inzicht in het aantal (vracht)-wagenbewegingen dat voor een representatieve bedrijfsvoering kan worden gehanteerd. In hoeverre de door verweerder gehanteerde periode van 3,5 uur representatief is, is naar de mening van de StAB derhalve niet duidelijk.
Vervolgens komt de StAB tot de conclusie dat op grond van metingen aan één vrachtwagen
onvoldoende vast is komen te staan dat in dit geval voldaan wordt aan de grenswaarde uit het
Activiteitenbesluit.