Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Procesverloop
2.De feiten
3.De vordering in conventie
4.De vordering in voorwaardelijke reconventie
€ 100,00(1/2 punt x liquidatietarief)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 september 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Noordelijk Mountainbiketeam (hierna: Habitat) en een mountainbiker, aangeduid als [gedaagde]. Habitat vorderde nakoming van een Riders Agreement die op 1 januari 2016 was gesloten voor een periode van twee jaar. De mountainbiker had de overeenkomst opgezegd, stellende dat hij zijn carrière als 'high-level mountainbiker' beëindigde om zich te richten op cyclo-cross. Habitat betwistte de rechtsgeldigheid van de opzegging en stelde dat de overeenkomst niet tussentijds kon worden beëindigd, tenzij er sprake was van een aantoonbare positieverbetering. De voorzieningenrechter oordeelde dat de opzegging van de overeenkomst door [gedaagde] niet het beoogde rechtsgevolg had, omdat de overeenkomst slechts tussentijds kon worden opgezegd onder specifieke voorwaarden die in de overeenkomst waren opgenomen. De rechter concludeerde dat de mountainbiker zich aan de overeenkomst moest houden tot de einddatum, behoudens de mogelijkheid van wederzijds goedvinden voor tussentijdse ontbinding. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van Habitat.