Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie (hierna: CvA/CvE)
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie (hierna: CvDR)
- de akte overlegging producties van [gedaagde]
- de pleidooien.
2.De feiten
3.De vordering in conventie
4.De vordering in reconventie
5.De geschillen en de beoordeling daarvan
in conventie
- zo begrijpt de rechtbank - twee schulden van de nalatenschap in privé te voldoen. De eerste schuld betreft de terugvordering door de Sociale Verzekeringsbank wegens ten onrechte naar de bankrekening van erflater overgemaakte AOW-uitkeringen (van april 1999 tot en met mei 2000). Blijkens een brief d.d. 10 september 2014 van SVB Groningen (productie 3 bij CvA/CvE) heeft [gedaagde] een bedrag ad € 4.219,41 in privé voldaan. De tweede schuld betreft de uitvaartkosten die voor rekening van [gedaagde] in privé zijn gekomen. Teneinde beide schulden te kunnen voldoen stelt [gedaagde] een lening te hebben afgesloten, die zij vervolgens met de netto verkoopopbrengst van de finca heeft afgelost zodat er per saldo niets meer over is.
aangezien ieder een bedrag heeft ontvangen van fl. 23.430,--").