ECLI:NL:RBNNE:2016:3693

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
10 augustus 2016
Publicatiedatum
5 augustus 2016
Zaaknummer
5211815 \ CV EXPL 16-7896
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing benoeming interim-directeur en adviesrecht ondernemingsraad

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 10 augustus 2016, heeft de Ondernemingsraad van Caparis N.V. (hierna: de OR) een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschap Caparis NV. De OR vorderde de schorsing van de benoeming van de heer Lincklaen Arriëns als interim-directeur, totdat de kantonrechter had beslist op een verzoek van de OR over het adviesrecht bij deze benoeming. De OR vorderde tevens dat Caparis in de kosten van de procedure zou worden veroordeeld.

Tijdens de mondelinge behandeling op 22 juli 2016 heeft Caparis vrijwillig deelgenomen en haar standpunt toegelicht. Na schikkingsonderhandelingen, die geen resultaat opleverden, heeft de kantonrechter op 10 augustus 2016 vonnis gewezen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de benoeming van Lincklaen Arriëns ter advisering aan de OR had moeten worden voorgelegd. Caparis is veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op € 717,00, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De vordering van de OR in kort geding is afgewezen, omdat de kantonrechter oordeelde dat de OR geen belang meer had bij haar vordering, gezien de beslissing over het adviesrecht. De voorwaardelijke eis in reconventie van Caparis behoeft geen bespreking, en de OR is veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op nihil, aangezien er geen extra kosten zijn gemaakt voor het kort geding. De uitspraak is gedaan door kantonrechter mr. C.M. Telman.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 5211815 / CV EXPL 16-7896

vonnis van de kantonrechter ex art. 254 lid 5 Rv d.d. 10 augustus 2016

inzake

de ONDERNEMINGSRAAD VAN CAPARIS N.V.,

gevestigd te Drachten,
eiser in conventie
verweerder in voorwaardelijke reconventie,
gemachtigde: mr. E.K. Christiaansen,
tegen
de naamloze vennootschap
CAPARIS NV,
gevestigd te Drachten,
gedaagde in conventie,
eiseres in voorwaardelijke reconventie,
gemachtigde: mr. E.W. Kingma.
Partijen zullen hierna de OR en Caparis worden genoemd.

Procesverloop

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties
- producties aan de zijde van Caparis
- de mondelinge behandeling van het kort geding op 22 juli 2016 (waarbij Caparis vrijwillig is verschenen) gezamenlijk met het door de OR ingediende verzoekschrift ex artikel 36 lid 2 Wor (bekend onder zaak-/rolnummer: 5230917/VZ VERZ 16-22), waarbij de gemachtigde van Caparis het standpunt van zijn cliënte heeft toegelicht aan de hand van een pleitnotitie en waarbij Caparis een voorwaardelijke eis in reconventie heeft ingesteld.
1.2
Nadat de zaak is aangehouden voor schikkingsonderhandelingen hebben beide partijen meegedeeld geen minnelijke regeling te hebben bereikt.
1.3.
Vervolgens is vonnis bepaald op heden.

Motivering

De vorderingen
2.1.
De OR vordert, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. het besluit tot benoeming van de heer Lincklaen Arriëns te schorsen, totdat door de kantonrechter op grond van een verzoek van de OR ex artikel 36, tweede lid van de Wor over het adviesrecht bij benoeming van de interim-directeur is beslist, zulks onder oplegging van een dwangsom van € 10.000, - per dag;
2. Caparis in de kosten van deze procedure te veroordelen.
2.2.
Caparis vordert in voorwaardelijke reconventie, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, de OR te gebieden om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis en indiening van de adviesaanvraag ex artikel 30 Wor met betrekking tot de heer P.N. Lincklaen Arriëns, advies te verstrekken en de OR te gebieden binnen de periode van 48 uur beschikbaar te zijn voor een eventueel benodigde overlegvergadering.
De beoordeling
3.1.
Bij beschikking van heden heeft de kantonrechter op het door de OR gedane verzoek ex artikel 36 lid 2 Wor als volgt beslist:
verklaart voor recht dat dat de benoeming van Lincklaen Arriëns ter advisering aan de OR had moeten worden voorgelegd;
veroordeelt Caparis in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van de OR vastgesteld op
€ 717,00;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
3.2.
Gelet op deze beslissing heeft de OR thans geen belang meer bij haar vordering in kort geding. Deze vordering zal derhalve worden afgewezen.
3.3.
De voorwaardelijke eis in reconventie van Caparis, die is ingesteld onder de voorwaarden dat (i) artikel 30 Wor van toepassing is en (ii) artikel 36 lid 2 Wor mogelijk maakt dat Lincklaen Arriëns wordt geschorst, behoeft, gelet op voormelde beslissing, geen bespreking.
3.4.
De OR zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van Caparis vastgesteld op nihil, nu een gezamenlijke behandeling van het kort geding en het verzoekschrift heeft plaatsgevonden en niet is gebleken van extra ten behoeve van het kort geding gemaakte proceskosten.

Beslissing

De kantonrechter:
Rechtdoende in kort geding
wijst de vorderingen van de OR af;
veroordeelt de OR in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Caparis vastgesteld op nihil.
Aldus gewezen door mr. C.M. Telman, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 augustus 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.
c 471