Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 juli 2016 in de zaak tussen
[eiser], te [plaats], eiser
de burgemeester van de gemeente Emmen, verweerder
Procesverloop
artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht (de Awb) door te sturen naar de rechtbank om als rechtstreeks beroep te worden behandeld.
Overwegingen
– kort samengevat – aan dat allereerst van belang is dat de Kerk op 26 januari 2016 als kerkgenootschap is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ten tweede acht eiser van belang dat uit een passage uit het heilige boek van het pastafarisme, The Loose Canon, volgt dat het pastafarisme wel degelijk aanbeveelt om het vergiet te dragen om het Vliegend Spaghettimonster te eren. Ten derde wijst eiser op de principiële verdeeldheid binnen het christendom over het Avondmaal en het feit dat binnen religies zoals de islam en het jodendom het dragen van hoofddeksels niet verplicht is gesteld dan wel is voorschreven. Zo zijn er binnen die laatstgenoemde religies, net als binnen het pastafarisme, geloofsgenoten die er voor kunnen kiezen om geen hoofdbedekking te dragen. Volgens eiser staat in de heilige geschriften van andere religies niets over het al dan niet verplicht dragen van een hoofddeksel. Desondanks honoreert verweerder een beroep op de uitzondering zondermeer indien een aanhanger van een dergelijke religie zich daarop beroept. Daarnaast meent eiser dat verweerder in het bestreden besluit blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting, nu de continuïteit van het dragen van het hoofddeksel slechts van belang is in geval een persoon door strikt individuele opvattingen over de eigen identiteit een hoofddeksel wil dragen. Voorts stelt eiser dat het bestreden besluit strijdig is met het gelijkheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het verbod op willekeur nu het college van burgemeester en wethouders van Den Haag een identiteitsbewijs heeft afgegeven waarbij het de aanvrager is toegestaan om met een vergiet op de pasfoto te staan. In Eindhoven is een vergelijkbare aanvraag afgewezen, aldus eiser.
16 november 2011 (ECLI:NL:RVS:2011:BU4596) heeft overwogen, houdt de in artikel 28, eerste lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling opgenomen norm verband met de functie van een reisdocument, te weten om de drager ervan te identificeren. De in het tweede lid van dat artikel bedoelde fotomatrix geeft een algemene concretisering van die norm welke dienstig is aan die functie. Daartoe is in de fotomatrix onder andere de eis gesteld dat het hoofd onbedekt dient te zijn. Door de AbRS is geoordeeld dat artikel 28, derde lid, van de Paspoortuitvoeringsregeling ertoe strekt op de in de fotomatrix neergelegde eis van een onbedekt hoofd uitzondering te maken voor de gevallen waarin de drager van het document aannemelijk maakt te behoren tot een in de maatschappij aanwezige godsdienst of levensbeschouwende stroming die het bedekken van het hoofd van de aanvrager voorschrijft, dit kennelijk omwille van het vereiste respect voor zulke stromingen. Nu het hier gaat om een uitzonderingsbepaling dient deze evenwel restrictief te worden uitgelegd.
Beslissing
mr. R.A. Schaapsmeerders, griffier.