ECLI:NL:RBNNE:2016:3545
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake intrekking Drank- en Horecawet vergunning Grand Café De Babbelaar
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 27 juli 2016 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van Grand Café De Babbelaar, dat in bezwaar was gegaan tegen de intrekking van zijn vergunning op grond van de Drank- en Horecawet (DHW). De burgemeester van de gemeente Tynaarlo had op 30 mei 2016 besloten om de vergunning in te trekken en een preventieve last onder dwangsom op te leggen. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat de intrekking per 1 augustus 2016 zou ingaan.
Tijdens de zitting op 26 juli 2016 is de zaak behandeld. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is, aangezien de vergunning op korte termijn zou worden ingetrokken. De burgemeester stelde dat er ernstig gevaar bestond dat de vergunning zou worden gebruikt voor het benutten van voordelen uit strafbare feiten, zoals blijkt uit adviezen van het Landelijk Bureau Bibob (LBB). Verzoekster betwistte dit en stelde dat er geen sprake was van een zakelijk samenwerkingsverband met een persoon die strafbare feiten had gepleegd.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de burgemeester in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen, gezien de adviezen van het LBB en de omstandigheden van de zaak. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het primaire besluit in stand blijft en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.