ECLI:NL:RBNNE:2016:3460

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
21 juni 2016
Publicatiedatum
20 juli 2016
Zaaknummer
AWB - 15 /4803 en 15/4804
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compromis inzake de verkoop van duiven en belastingaanslagen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 21 juni 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Leeuwarden. De zaak betreft belastingaanslagen voor het jaar 2012, waarbij eiser een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) en een aanslag Inkomensafhankelijke Bijdrage Ziekteverzekeringswet (IAB ZVW) heeft ontvangen. De inspecteur heeft de aanslagen opgelegd op basis van een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 734.839 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 3.316, met daarbij een belastingrente van € 19.798 en € 107 respectievelijk.

Eiser heeft bezwaar aangetekend tegen deze aanslagen, waarop de inspecteur op 20 oktober 2015 en 5 oktober 2015 de bezwaren gegrond heeft verklaard. De aanslagen zijn verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 621.539, maar de aanslag IAB ZVW bleef ongewijzigd. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen de uitspraken op bezwaar.

Tijdens de zitting op 10 mei 2016 hebben partijen een compromis bereikt. Dit compromis houdt in dat voor het jaar 2012 een belastbare winst van € 350.000 wordt vastgesteld, waarbij 50% bij eiser en 50% bij zijn echtgenote in aanmerking wordt genomen. Eiser wordt fiscaal als ondernemer aangemerkt en er zijn afspraken gemaakt over de waardering van de duiven en de belastingrente. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de bestreden uitspraken op bezwaar vernietigd en de aanslagen verminderd conform het compromis. Tevens is bepaald dat de inspecteur het betaalde griffierecht van € 45 aan eiser vergoedt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummers: LEE 15/4803 en 15/4804

uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 21 juni 2016 in de zaak tussen

[X] , eiser

(gemachtigde: [gemachtigde 1] ),
en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Leeuwarden, verweerder

(gemachtigde: [gemachtigde 2] ).

Procesverloop

Verweerder heeft voor het jaar 2012 met dagtekening 28 november 2014 aan eiser een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 734.839 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 3.316.
Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 19.798 aan belastingrente in rekening gebracht.
Daarnaast heeft verweerder voor het jaar 2012 met dagtekening 28 november 2014 aan eiser een aanslag Inkomensafhankelijke Bijdrage Ziekteverzekeringswet (IAB ZVW) opgelegd berekend naar een bijdrage inkomen van € 739.847.
Tegelijk met dit besluit heeft verweerder bij beschikking een bedrag van € 107 aan belastingrente in rekening gebracht.
Bij uitspraken op bezwaar van 20 oktober 2015, voor wat betreft de aanslag IB/PVV, en 5 oktober 2015, voor wat betreft de aanslag IAB ZVW, heeft verweerder de bezwaren van eiser gegrond verklaard. Verweerder heeft daarbij de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 621.539 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 3.316. De belastingrente heeft verweerder overeenkomstig verminderd. Voor wat betreft de hoogte van de aanslag IAB ZVW had de gegrondverklaring van eisers bezwaar geen gevolgen.
Eiser heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroepen ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Zowel de gemachtigde van eiser als de gemachtigde van verweerder, heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 mei 2016. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn echtgenote [Y] en zijn gemachtigde.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, bijgestaan door [gemachtigde 3] en mr. [gemachtigde 4] .

Overwegingen

1. Ter zitting van 10 mei 2016 hebben partijen, bij wijze van compromis, overeenstemming bereikt over hun geschillen, overeenkomstig het compromisvoorstel zoals opgenomen in bijlage 29 bij het verweerschrift van verweerder.
2. Dit compromis houdt in dat:
- voor het jaar 2012 wordt uitgegaan van een belastbare winst, naar aanleiding van de verkoop van duiven, van € 350.000;
- deze winst in 2012 voor 50% bij eiser in aanmerking wordt genomen en voor 50% bij zijn echtgenote en als inkomen uit werk en woning wordt belast;
- eiser geen MKB-winstvrijstelling toekomt;
- eiser met ingang van 1 januari 2013 fiscaal als ondernemer wordt aangemerkt;
- de inbreng van de duiven en de bijbehorende zaken plaatsvindt tegen de waarde in het economische verkeer per 1 januari 2013;
- de na de veiling resterende duiven worden gewaardeerd op de gemiddelde opbrengst van de veiling van [Z] exclusief de absolute toppers, zodat wordt uitgegaan van de “doorsnee” opbrengst;
- nieuw aangekochte duiven worden gewaardeerd op basis van de kostprijs;
- de belastingrente de naar aanleiding van het voorgaande vast te stellen aanslagen IB/PVV en IAB ZVW volgt;
- aan eiser geen proceskostenvergoeding zal worden toegekend.
3. De rechtbank zal de beroepen gegrond verklaren, de bestreden uitspraken op bezwaar
vernietigen en bepalen dat de aanslagen IB/PVV en IAB ZVW worden verminderd conform voormeld compromis.
4. Omdat de rechtbank de beroepen gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank, gelet op het bepaalde in artikel 8:74 van de Algemene wet bestuursrecht, dat verweerder aan eiser het betaalde griffierecht van in totaal € 45 vergoedt.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de aanslagen tot aanslagen berekend naar een belastbaar inkomen respectievelijk bijdrage inkomen overeenkomstig het compromis;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraken op bezwaar;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 45,00 aan eiser te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van den Bosch, rechter, in aanwezigheid van mr. T. Hiemstra, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2016.
w.g. griffier w.g. rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
fn 57