Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
“De redactie van het nieuwe vierde lid van artikel 12 houdt er rekening mee dat voor aangelegenheden die niet van doen hebben het rechterlijk toezicht en rechterlijke beslissingen gedurende de beschermingsmaatregel, de afhankelijke woonplaats van de curator, bewindvoerder en de mentor overeenkomstig de hoofdregel van artikel 12 blijft gelden. Te denken valt aan voor de betrokkene bestemde post: deze zal, juist omdat bescherming is beoogd, uiteraard aan de wettelijke vertegenwoordiger blijven worden gestuurd, terwijl bij voorbeeld voor de bewindsrekening (vgl. artikel 436, vierde lid) uiteraard ook het adres van de bewindvoerder moet worden aangehouden.”Artikel 266 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalt dat in zaken betreffende curatele, onderbewindstelling en mentorschap de kantonrechter van de woonplaats van de rechthebbende bevoegd is.