2.26In het kader van voornoemd onderzoek heeft Glas een vragenlijst van Caparis ingevuld. Glas heeft op 24 maart 2016 onder meer de hiernavolgende antwoorden gegeven:
"3. Als algemeen directeur van Caparis hebt u de RvC in juni 2013 om toestemming gevraagd om de opdrachtovereenkomst met [medewerker 2 Caparis] te mogen verlengen voor de duur van twee jaren.
a. Kunt u aangeven waarom u dat verzoek hebt voorgelegd aan de RvC?
Ik was op dat moment nog geen algemeen directeur/statutair bestuurder. Deze rol vervulde de RvC op dat moment.
b. Kunt u aangeven hoe de RvC gereageerd heeft op dat verzoek?
De RvC heeft ingestemd met het verzoek.
d. De RvC heeft zich tijdens voornoemde vergadering uitgelaten over de maximale termijn die gekoppeld mag worden aan het sluiten van interimcontracten. Kunt u aangeven wat de RvC in uw optiek daarover heeft gezegd?
Ik kan mij niet herinneren dat over een maximale termijn is gesproken.
e. Tijdens voornoemde vergadering is ook de zogenaamde 'Procesbeschrijving inhuur kader' besproken die door de heer [verweerder] is opgesteld. Tijdens de voornoemde RvC vergadering hebben hij en u uitgelegd dat deze is opgesteld vanuit het 4-ogen principe. Kunt u aangeven wat dat volgens u inhoudt?
Ik weet dat we op enig moment een procesbeschrijving inhuur kader hebben besproken met de RvC. Omdat ik deze stukken niet paraat heb, weet ik niet meer wat hier precies in staat. Wel was volgens mij afgesproken dat als de DR niet unaniem achter een voorstel voor de inhuur zou staan, het voorstel zou worden voorgelegd aan de RvC.
4. De overeenkomst met [medewerker 2 Caparis] is vervolgens op 18 februari 2015 door u verlengd van
31 augustus 2015 tot 1 september 2017.
a. Kunt u aangeven waarom er voor die termijn gekozen is?
Ik heb uit praktische overwegingen het vorige contract in feite 1 op 1 verlengd met dezelfde termijn. Gezien alle ontwikkelingen destijds over de herstructurering en invulling directie, leek mij dat de meest pragmatische invulling.
b. Kunt u aangeven waarom deze nieuwe opdrachtovereenkomst (in tegenstelling tot de overeenkomst van medio 2013) niet voorgelegd is aan de RvC?
Er zijn mij geen afspraken bekend op grond waarvan ik de verlenging had moeten voorleggen aan de RvC. (….).
c. Hoe is deze verlenging tot stand gekomen? Hebt u met [medewerker 2 Caparis] meerdere gesprekken gevoerd en is er onderhandeld? Of hebt u enkel tijdens een gesprek medegedeeld dat er verlengd zou worden? S.v.p. toelichten.
De heer [verweerder] kwam begin 2015 hij mij langs en gaf aan dat er gesproken moest worden over het contract met de heer [medewerker 2 Caparis] omdat dat contract over een halfjaar zou aflopen. Na dit eerst met zijn 2-en besproken te hebben, heb ik vervolgens met de heer [medewerker 2 Caparis] gesproken. De heer [verweerder] was bij dit gesprek aanwezig.
Ik heb aangegeven het contract graag te willen verlengen en de heer [medewerker 2 Caparis] was hier positief over. We hebben dit vervolgens zo afgesproken. Ik heb dit vervolgens op papier laten zetten en ondertekend.
d. Hoe is de besluitvorming van de verlenging tot stand gekomen? S.v.p. toelichten.
Zie vorige vraag.
e. Kunt u aangeven of, en zo ja in hoeverre, HRM en de juridisch medewerker betrokken zijn geweest bij de verlenging van de opdrachtovereenkomst?
HRM is geïnformeerd over de verlenging. De juridisch medewerker is verder niet bij de verlenging betrokken geweest voor zover ik mij kan herinneren. De juridisch medewerker heeft volgens mij de overeenkomst 2013-2015 opgesteld. Haar betrokkenheid leek me nu niet noodzakelijk omdat het huidige contract werd verlengd.
5. Is er na 18 februari 2015 nog gesproken over een eventuele (tussentijdse) verlenging van de opdrachtovereenkomst? Zo ja, wanneer (ongeveer) en met wie hebben die gesprekken plaatsgevonden?
a. Wat is er inhoudelijk afgesproken over een eventuele verlenging?
Er is afgesproken dat zodra er meer duidelijkheid was over de termijn van de herstructurering, we opnieuw in gesprek zouden om te kijken naar de inzet van de heer [medewerker 2 Caparis] hij Caparis. Omstreeks april 2015 werd meer duidelijk over de herstructurering en de mogelijke termijn hiervan. Toen heb ik met de heer [medewerker 2 Caparis] (in aanwezigheid van de heer [verweerder] ) afgesproken zijn managementovereenkomst aan te passen aan de periode in het herstructureringsplan van de werkgroep herstructurering. We zijn toen uitgegaan van een periode van vier jaar.
b. Welke voorwaarden zijn besproken?
Zie vorige vraag. (….).
d. Zijn de eventueel gemaakte afspraken vastgelegd? Zo ja, hoe en waar?
De afspraken zijn mondeling gemaakt. Ik kan mij niet herinneren of dit destijds ook schriftelijk ergens is vastgelegd.
e. Indien er afspraken zijn gemaakt, waarom zijn die niet voorgelegd aan de RvC?
Zie ook de vraag (4b) eerder hierover. Ik herinner mij niet dat dit voorgelegd had moeten worden aan de RvC.
f. Zijn er anderen (HRM, de juridisch medewerker) betrokken geweest bij onderhandelingen of bij het samenstellen van een contract?
Nee."