ECLI:NL:RBNNE:2016:3248

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
12 juli 2016
Publicatiedatum
8 juli 2016
Zaaknummer
4259267 \ CV EXPL 15-5032
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet na verduistering in dienstbetrekking rechtmatig geoordeeld

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 12 juli 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en Primera de Weiert. [eiseres] was in dienst bij Primera de Weiert en werd op 3 maart 2015 opgeroepen voor een werkbespreking, die uiteindelijk een confrontatie bleek te zijn met beschuldigingen van diefstal en verduistering. Tijdens deze bespreking heeft [eiseres] een verklaring ondertekend waarin zij de diefstal erkende en instemde met een ontslag op staande voet. Na het ontslag heeft [eiseres] de nietigheid van het ontslag ingeroepen en vorderingen ingesteld, waaronder de vernietiging van de overeenkomst en betaling van achterstallig loon.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] op stelselmatige wijze geld en goederen uit de winkel heeft weggenomen. De rechter oordeelde dat het ontslag op staande voet terecht was gegeven, omdat er sprake was van een dringende reden. De kantonrechter heeft de geluidsopname van het gesprek beluisterd en geconcludeerd dat er geen sprake was van misbruik van omstandigheden of dwaling. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiseres] afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten.

De uitspraak benadrukt dat diefstal of verduistering in dienstbetrekking kan leiden tot ontslag op staande voet, ook als de gevolgen ingrijpend zijn voor de werknemer. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de schade voor Primera de Weiert door de diefstal aanzienlijk was, en dat de vordering tot schadevergoeding gerechtvaardigd was.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling Privaatrecht
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 4259267 \ CV EXPL 15-5032
vonnis van de kantonrechter van 12 juli 2016
in de zaak van
[eiseres],
hierna te noemen: [eiseres] ,
wonende te [adres] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. J.S. Visser,
tegen
1. De vennootschap onder firma
Primera de Weiert,gevestigd te 7811 CT Emmen, Notaris Oostingstraat 2,

2.[gedaagde sub 2] , wonende te [adres] ,

3.[gedaagde sub 3] ,

wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: Primera de Weiert,
gedaagden,
gemachtigde: Stichting Achmea Rechtsbijstand.
De procedure
1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit het tussenvonnis van 6 oktober 2015 waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast moet worden beschouwd.
1.2
Ter uitvoering van dit tussenvonnis is op 11 april 2016 een comparitie na antwoord gehouden. Daarvan is een proces-verbaal opgemaakt dat bij de stukken zit. Bij akte van depot van 3 november 2015 heeft Primera de Weiert een CD-ROM en een USB-stick ter griffie gedeponeerd, bevattende videobeelden en geluidsopnames.
1.3
Ten slotte is in overleg met partijen bepaald dat de kantonrechter vonnis zal wijzen. De datum daarvan is nader vastgesteld op vandaag.
De vaststaande feiten
2.1
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
2.2
[eiseres] is op 4 juni 2014 bij Primera de Weiert in dienst getreden in de functie van
verkoopster. Het betreft een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, welke eindigt op 3 juni 2015. De arbeidsduur bedraagt minimaal 25 uren per week. Het loon bedraagt € 9,12 bruto per uur, exclusief 8% vakantiegeld. Op de arbeidsovereenkomst is de cao voor de tabaksdetailhandel van toepassing.
2.3
Primera de Weiert hanteert een winkelreglement. Dit is door [eiseres] getekend voor ontvangst. In het winkelreglement is een groot gedeelte besteed aan diefstal (hoofdstuk 5).
Ten aanzien van winkeldiefstal door personeel personeelsaankopen staat het volgende vermeld:

Winkeldiefstal door personeel
Wij gaan er van uit dat het personeel eerlijk is, maar de praktijk leert dat het vertrouwen wel eens wordt beschaamd. In zo’n geval wordt - zonder aanzien des persoons - de politie ingeschakeld, aangifte gedaan en volgt ontslag op staande voet. Verder wordt er een melding gedaan bij het waarschuwingsregister detailhandel van Stichting Fraude Aanpak Detailhandel (FAD). Dit is een register waarin je officieel als fraudeur wordt opgenomen.
Binnen de detailhandel kan dit register door werkgevers geraadpleegd worden bij het aannemen van nieuw personeel. Mensen die hierin komen te staan zullen moeilijk opnieuw aan het werk komen in de detailhandel. Zie verder het bij de arbeidsovereenkomst behorend Reglement preventie interne criminaliteit.
Interne criminaliteit
Werkgever behoudt zich het recht voor bij vermoedens van onregelmatigheden tijdelijk gebruik te maken van opvallende en/of onopvallende camerasystemen. Dit om diefstal/verduistering en andere onregelmatigheden te voorkomen en/of vast te stellen. Werkgever behoudt zich daarbij het recht voor de op deze manier verkregen informatie voor interne onderzoeken te gebruiken en eventueel ter beschikking te stellen aan de politie. Dit alles binnen het wettelijke kader van de Wet Bescherming Persoonsgegevens.
Bovendien behoudt de werkgever zich het recht voor om bij ernstige vermoedens van
onregelmatigheden tijdelijk gebruik te maken van verborgen camera’s. Daarbij zal de privacy van de medewerker zoveel mogelijk in acht worden genomen.
Indien een medewerker zich schuldig maakt aan interne criminaliteit dan wordt de gehele schade verhaald op de werknemer; werknemer stemt middels ondertekening van dit reglement in met verrekening. Verder wordt het boetebeding zoals genoemd in de arbeidsovereenkomst toegepast.
Boetebeding
Het in de arbeidsovereenkomst en in het winkelreglement genoemde boetebeding behelst in
afwijking van het bepaalde in artikel 7:650 lid 3 tot en met 5 BW uitdrukkelijk dat in geval van overtreding van de bepalingen waaraan het boetebeding is gekoppeld de (ex-) werknemer een boete verbeurt aan de (ex-) werkgever van € 1.000,- (zegge duizend euro) per dag, te betalen door de (ex)werknemer aan de (ex-) werkgever, voor elke dag dat de (ex-) werknemer in overtreding is, onverminderd het recht van de (ex-) werkgever om de volledige schade op (ex-) werknemer te verhalen.
Personeelsaankopen
Aankopen kun je doen in jouw lunchpauze of voor aanvang of na beëindiging van jouw
werkzaamheden. Aankopen dienen direct te worden afgerekend bij jouw werkgever of bij de door hem/haar aangewezen persoon. De kassabon dient bij de boodschappen te worden bewaard. Je mag nooit bij het afrekenen van de boodschappen de kassahandeling zelf verrichten.”.
2.4
Primera de Weiert, in de persoon van [gedaagde sub 2] , heeft [eiseres] opgeroepen om op 3 maart 2015 langs te komen in de vestiging van Primera in Coevorden. [gedaagde sub 2] heeft [eiseres] meegedeeld dat het om een werkbespreking dan wel functioneringsgesprek ging. Bij de bespreking was aanwezig de heer [X] , hierna: ‘ [X] ”. [X] heeft meegedeeld dat hij bedrijfsrechercheur is bij het bureau "T&AR”. Van het gesprek heeft [X] een geluidsopname gemaakt welke later aan [eiseres] is toegezonden. De geluidsopname is pas halverwege het gesprek gestart. De geluidsopname en een uitgetypte weergave van relevante fragmenten van dit gesprek zijn in het geding gebracht.
2.5
Tijdens het gesprek op 3 maart 2015 heeft [eiseres] - na voorlezing - een door [X] opgestelde verklaring ondertekend waarin zij diefstallen en de verschuldigdheid van een schadebedrag van € 2.000,00 en onkosten voor onderzoek van € 500,00 erkent. Op basis van deze verklaring heeft [X] een "bevestiging ontslag op staande voet” opgesteld die mede door [eiseres] is ondertekend. Op basis hiervan stemt [eiseres] in met het ontslag op staande voet en verbindt zij zich om een bedrag van in totaal € 2.500,00 te betalen aan Primera de Weiert. Bij aparte brief van 3 maart 2015 is het ontslag op staande voet aan [eiseres] bevestigd.
2.6
[eiseres] heeft door middel van haar gemachtigde op 5 maart 2015 de nietigheid van het gegeven ontslag op staande voet ingeroepen. Na enige correspondentie tussen de gemachtigden van partijen heeft de gemachtigde van Primera de Weiert op 7 april 2015 camerabeelden met een tiental opnames aan de gemachtigde van [eiseres] gestuurd. [eiseres] heeft daarop gereageerd.
2.7
De gemachtigde van [eiseres] heeft, na het bestuderen van de camerabeelden en
de geluidsopname, bij brief van 8 mei 2015 de overeenkomst buitengerechtelijk vernietigd. De gemachtigde van gedaagden heeft hier bij e-mail van 2 juni 2015 op gereageerd.
De vordering en het verweer, samengevat en zakelijk weergegeven
3.1
[eiseres] vordert dat de kantonrechter, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. primair voor recht verklaart dat [eiseres] de overeenkomsten van 3 maart 2015
rechtsgeldig heeft vernietigd en subsidiair de overeenkomsten van 3 maart 2015 zal vernietigen, en meer subsidiair voor recht zal verklaren dat [eiseres] niet gehouden is het bedrag van € 2.500,00 aan Primera de Weiert te betalen, dan wel dit bedrag te matigen;
II. Primera de Weiert hoofdelijk zal veroordelen tot betaling van achterstallig loon en
vakantiegeld tot en met de dag van de dagvaarding, vermeerderd met de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en vermeerderd met de wettelijke rente, te berekenen tot aan de dag van algehele betaling, subsidiair Primera de Weiert hoofdelijk zal veroordelen tot betaling van achterstallig loon en vakantiegeld tot en met 3 maart 2015, vermeerderd met de maximale wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en vermeerderd met de wettelijke rente, te berekenen tot aan de dag van algehele betaling;
III. Primera de Weiert hoofdelijk zal veroordelen in de kosten van de procedure, de kosten van de deurwaarder en buitengerechtelijke kosten.
3.2
[eiseres] beroept zich voor haar vordering op de vaststaande feiten en stelt daartoe nog het volgende. [eiseres] is onverwachts geconfronteerd met allerlei aantijgingen. [eiseres] zou geld uit de kassa en uit het geldlaatje hebben gehaald en zonder toestemming en zonder betaling goederen uit de winkel hebben genuttigd. [eiseres] voelde zich volledig overrompeld. De afspraak was gemaakt onder het mom van een ‘werkbespreking' en later een functioneringsgesprek maar bleek een geheel ander karakter te hebben. [eiseres] is niet in de gelegenheid gesteld om zich voor te bereiden of om juridisch advies in te winnen. De aanwezigheid van [X] was volledig onaangekondigd.
Tegenover deze twee oudere volwassenen voelde [eiseres] zich ongemakkelijk en
onder druk gezet. Ze werd emotioneel. [eiseres] gaf toe weleens gesnoept te hebben in de winkel. Maar ze gaf ook aan dat ze deze zoveel mogelijk afrekende. Ze gaf ook toe dat ze weleens een fooi meenam die ze kreeg van klanten. De klanten wilden de fooien aan [eiseres] geven maar [gedaagde sub 2] was van mening dat de fooi Primera de Weiert toekwam. [eiseres] gaf ook aan dat zij weleens geld heeft meegenomen uit de kluis. Het ging dan om heel kleine bedragen. Zij betaalde dat zo snel mogelijk terug. [eiseres] is niet in de gelegenheid gesteld om juridisch advies in te winnen. Voorts is zij ernstig onder druk gezet. Volgens vaste jurisprudentie heeft [eiseres] recht op een bedenktijd. Deze mogelijkheid is haar door haar werkgever ontnomen.
Een ontslag op staande voet kan alleen rechtmatig zijn als er sprake is van een ernstige dringende reden. Diefstal staat niet zonder meer gelijk aan een dringende reden. In dit geval betreft het zeer kleine bedragen. Daarnaast zijn de persoonlijke omstandigheden van [eiseres] relevant. [eiseres] verkeerde in financiële problemen en Primera de Weiert was hiervan op de hoogte. Een lichtere sanctie, zoals een waarschuwing, had ook volstaan. Voorts dient Primera de Weiert op alle werknemers dezelfde sanctie toe te passen. Op
3 maart 2015 is een collega van [eiseres] geconfronteerd met vergelijkbare aantijgingen terwijl deze collega nog wel bij Primera de Weiert in dienst is. Voor weer een andere collega geldt dat zij tijdens het gesprek op 3 maart 2015 slechts een waarschuwing heeft ontvangen inzake dezelfde aantijgingen. Voorts is het ontslag niet onverwijld gegeven. Primera de Weiert heeft de aantijgingen jegens [eiseres] langere tijd voor zich gehouden om [eiseres] tijdens het gesprek op 3 maart 2015 hiermee te confronteren. Dit gesprek is zelfs uitgesteld door [gedaagde sub 2] .
3.3
Primera de Weiert heeft verweer gevoerd met als conclusie afwijzing van de vorderingen van [eiseres] . Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
3.4
Primera de Weiert oefent een winkelbedrijf uit in zowel Emmen als Coevorden. De werkzaamheden van [eiseres] bestaan uit het afrekenen van de producten uit de winkel en het aanvullen van de winkel. Tevens kunnen de klanten bestellingen ophalen en geldtransacties laten uitvoeren. Aangezien Primera de Weiert merkte dat de omzet steeds meer onder druk kwam te staan, heeft zij in overleg met haar boekhouder een “nulstand” toegepast op de voorraad. Daaruit bleek dat de voorraad en verkoop niet op elkaar aansloten. Vervolgens heeft Primera de Weiert een recherchebureau ingeschakeld die camera’s heeft geplaatst. Uit de camerabeelden bleek dat [eiseres] zich opvallend gedroeg. Zo bevond zij zich op tijdstippen op plaatsen waar zij niets te zoeken had zoals achter in de winkel bij de kluis en achter de kassa na sluitingstijd. Tevens leek het er op dat zij meerdere malen geld wegnam uit de kluis en de kassa. [eiseres] is in het kader van een werkbespreking geconfronteerd met de door [gedaagde sub 2] gestelde vermoedens van diefstal. [eiseres] heeft tijdens die bespreking erkend, en erkent ook in de inleidende dagvaarding, dat zij goederen en/of geld van Primera de Weiert heeft gestolen dan wel verduisterd. Nadat [eiseres] haar opmerkelijke gedrag heeft toegelicht aan Primera de Weiert en heeft bekend dat zij heeft gestolen, is haar daarop ontslag op staande voet gegeven. [X] heeft voorafgaande aan het verhoor duidelijk aan [eiseres] uitgelegd wie hij was en wat zijn werkzaamheden waren en van welk bureau hij was. [eiseres] is gewezen op de mogelijkheid van het inwinnen van juridisch advies. Voorts is het gesprek heel rustig verlopen zoals ook uit de opnames blijkt. [eiseres] heeft een verklaring ondertekend waarin zij ook heeft verklaard dat zij niet tot antwoorden en/of medewerking verplicht is. Dat het gesprek pas halverwege is opgenomen, is te wijten aan het indrukken van de verkeerde knop door de rechercheur. Primera de Weiert hanteert een winkelreglement. Dit is door [eiseres] getekend voor ontvangst. [eiseres] was dus op de hoogte van de gevolgen van haar handelen en het feit dat Primera de Weiert grote waarde hecht aan het kunnen vertrouwen van het personeel. Tevens staat er in het winkelreglement exact hoe personeel dient om te gaan met personeelsaankopen. Zo [eiseres] al niet door haar eigen normbesef was gewaarschuwd dat hetgeen zij deed niet in de haak was, dan had zij wel door het winkelreglement gewaarschuwd moeten zijn dat haar vergrijpen, hoe groot of klein dan ook, of haar handelen: “vergeten terug te betalen” niet getolereerd zouden worden. Ook indien de gevolgen van een ontslag op staande voet ingrijpend zijn voor de werknemer kan een ontslag op staande voet terecht gegeven worden, temeer nu zij bekend was met de eventuele gevolgen van haar handelen zoals omschreven in het winkelreglement. In het onderhavige geval heeft [eiseres] door haar handelen het vertrouwen van Primera de Weiert ernstig geschaad. Mede gelet op het feit dat er veel geld omgaat in het bedrijf kan er niet volstaan worden met een minder zware sanctie. Ten aanzien van de fooien merkt Primera de Weiert op dat deze gewoon in de kassa dienen te worden opgeborgen zoals het overige personeel dit ook doet. Dat er een bedrijfscultuur heerst die aanmoedigt tot het nuttigen van snoepwaren uit de winkel zonder daar voor te betalen is volkomen uit de lucht gegrepen. De stelling van [eiseres] dat zij toestemming had om zo maar geld te lenen is onjuist. Geen enkele medewerker heeft toestemming om geld voor eigen gebruik uit de kluis te halen. Het is correct dat [eiseres] tweemaal heeft aangegeven dat zij financiële problemen had. Primera de Weiert heeft haar toen ook aangeboden om in de grotere vestiging te Coevorden te gaan werken omdat het daar wel mogelijk was om meer uren te krijgen. Echter [eiseres] wilde dit niet. Voor wat betreft de exacte schade is Primera de Weiert voornemens een aparte procedure te starten om de daadwerkelijke schade op [eiseres] te verhalen, zodra dit bedrag exact bekend is. Dit bedrag zal vele malen groter zijn dan de € 2.500,00 die Primera de Weiert bereid was met [eiseres] overeen te komen. De kosten van het onderzoeks-bureau naar het reilen en zeilen binnen Primera de Weiert bedragen in totaal € 3.941,51. Het in rekening brengen van een bedrag van € 500,00 is meer dan redelijk. Primera de Weiert is van mening dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven. Voorts is zij van mening dat [eiseres] niet onder druk is gezet om de terugbetalingsregeling te ondertekenen. Uit de geluidsopnamen blijkt dit ook. Naar mening van Primera de Weiert is zij met de regeling zeer coulant geweest aangezien de werkelijke kosten die besteed zijn aan [eiseres] en de schade die [eiseres] heeft veroorzaakt vele malen groter zijn.
De beoordeling
4.1
[eiseres] stelt met betrekking tot de beide op 3 maart 2015 ondertekende verklaringen dat deze onder misbruik van omstandigheden dan wel dwaling tot stand zijn gekomen. Daarmee doelt zij op het onverwachts confronteren door [X] met het bewijs, het misbruik maken van de gemoedstoestand van [eiseres] en het niet in de gelegenheid stellen tot het inwinnen van juridisch advies. Primair vordert [eiseres] een verklaring voor recht dat zij deze verklaringen terecht heeft vernietigd. De kantonrechter overweegt het volgende.
4.2
De kantonrechter heeft de geluidsopname van het gesprek beluisterd. Hoewel niet het hele gesprek is opgenomen, valt uit het opgenomen gedeelte van het gesprek op te maken dat dit in een rustige sfeer is verlopen en dat na rustige voorlezing van de verklaring door [X] [eiseres] deze heeft ondertekend. Van het op onoorbare wijze onder druk zetten van [eiseres] is de kantonrechter niet gebleken. Dat [eiseres] onverwachts met de feiten is geconfronteerd, maakt dit niet anders. Dat [eiseres] geëmotioneerd was, is begrijpelijk maar doet aan de rechtmatigheid van de verklaring niet af. [eiseres] heeft in de verklaring erkend dat zij op stelselmatige wijze geld, snoep en/of drinkwaren heeft weggenomen uit de winkel. Deze verklaring heeft zij in deze procedure bevestigd in de zin dat zij erkent (randnummer 18 dagvaarding en haar verklaring in het proces-verbaal van de comparitie na antwoord) dat zij geregeld geld en goederen heeft weggenomen. Mogelijk dat [eiseres] niet bestand was tegen de confrontatie met het tegen haar aanwezige bewijs, aan haar verklaring doet dit niets af. Behalve dat van misbruik van omstandigheden niet is gebleken, wist [eiseres] heel goed waar het in het gesprek om ging (zie ook transscriptie van het gesprek, productie 3 dagvaarding). Niet aannemelijk is gemaakt dat [eiseres] heeft gedwaald. Over de juistheid van haar eigen verklaring hoefde [eiseres] geen juridisch advies in de te winnen. De vraag of [eiseres] in de gelegenheid is gesteld om juridisch advies in te winnen, wat door Primera de Weiert wordt gezegd maar door [eiseres] wordt betwist, laat de kantonrechter dan ook buiten beschouwing. Op de verschuldigdheid van het bedrag van € 2.500,00 komt de kantonrechter hierna terug. De kantonrechter zal de primair gevorderde verklaring voor recht en de subsidiair gevorderde vernietiging afwijzen.
5.1
[eiseres] heeft bij brief van 5 maart 2015 de vernietiging van het ontslag op staande voet ingeroepen. Op die grond vordert zij loondoorbetaling tot de dag van de dagvaarding. Daarbij ziet de gemachtigde overigens over het hoofd dat de arbeidsovereenkomst sowieso per 3 juni 2015 zou eindigen. De kantonrechter overweegt dat uit de verklaringen van [eiseres] van 3 maart 2015 en haar erkenning in deze procedure vast staat dat [eiseres] op stelselmatige wijze gelden en goederen heeft weggenomen van Primera de Weiert. Dat Primera de Weiert op enigerlei wijze daarvoor toestemming heeft gegeven, is door haar gemotiveerd betwist. [eiseres] wist of kon weten, door ondertekening van het winkelreglement, dat diefstal of verduistering tot een ontslag op staande voet zou kunnen leiden. De videobeelden, die de kantonrechter ook heeft gezien, bevestigen een aantal onoorbare handelingen van [eiseres] , zoals het in haar portemonnee doen van geld (fooien) en het omzichtig openen van een dichtgeplakte enveloppe die niet voor [eiseres] was bestemd. Dat deze videobeelden onrechtmatig zouden zijn verkregen, is door [eiseres] niet gesteld en is de kantonrechter overigens niet gebleken. Anders dan de gemachtigde van [eiseres] naar voren brengt, kan diefstal of verduistering in dienst-betrekking - naar vaste jurisprudentie - wel degelijk een dringende reden zijn voor een ontslag op staande voet, ook wanneer de gevolgen ingrijpend zijn. Dat Primera de Weiert wist dat [eiseres] financiële problemen had, maakt dit niet anders. Onweersproken door [eiseres] heeft Primera de Weiert aangevoerd dat zij heeft aangeboden dat [eiseres] in Coevoerden een aanstelling met meer uren zou kunnen krijgen maar dat [eiseres] daarvan geen gebruik heeft gemaakt. Dat [eiseres] daarna - naar zij stelt - heeft gewacht met het nogmaals aankaarten van haar problemen en dat zij wilden bekennen dat zij geld had weggenomen, komt voor haar eigen risico. Het is de keuze van [eiseres] geweest dit niet eerder te bespreken; naar het oordeel van de kantonrechter waren daartoe wel degelijk mogelijkheden aanwezig binnen de vestiging Emmen. [eiseres] was uit hoofde van haar functie verantwoordelijk voor het correct afwikkelen een veelheid aan transacties, groot of klein. Gelet op de mate van zelfstandigheid in deze functie en de beperkte mogelijkheid van toezicht moet Primera de Weiert er volledig op kunnen vertrouwen dat [eiseres] dit juist doet. Dit vertrouwen heeft [eiseres] beschaamd. Gelet op de duur en de omvang van de diefstal of verduistering is een ontslag op staande gerechtvaardigd. Dat collega's van [eiseres] met vergelijkbare vergrijpen niet zijn ontslagen, is door Primera de Weiert gemotiveerd weersproken. [eiseres] heeft op dit punt geen toereikend bewijs aangeboden.
5.2
De kantonrechter is voorts van oordeel dat het ontslag op staande voet onverwijld is gegeven. Weliswaar beschikte [X] al enkele weken over de videobeelden met aanwijzingen dat [eiseres] diefstal pleegde, Primera de Weiert was in afwachting van een rapport en heeft [eiseres] terecht eerst willen confronteren met dit bewijs alvorens tot ontslag over te gaan. Een eerder gepland gesprek is uitgesteld wegens ziekte van [eiseres] . Na de erkenning van [eiseres] is Primera de Weiert meteen overgegaan tot het geven van ontslag op staande voet.
5.3
Gelet op het voorgaande kan het ontslag op staande voet in stand blijven. Dit leidt tot afwijzing van de gevorderde loondoorbetaling.
6. [eiseres] heeft gevorderd voor recht te verklaren dat zij niet gehouden is het bedrag van € 2.500,00 te betalen, dan wel dit bedrag te matigen. De kantonrechter overweegt het volgende. De verklaring van [eiseres] houdt op dit punt een schuldbekentenis in. In artikel 158 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is onder meer bepaald dat een schriftelijke bekentenis tot voldoening van een geldsom alleen dwingende bewijskracht als bedoeld in artikel 157 lid 2 BW heeft als deze met de hand is geschreven en is voorzien van een goedkeuring die de geldsom voluit in letters vermeldt. De verklaring van [eiseres] voldoet daar niet aan, zodat de waardering van het bewijs ingevolge artikel 152 lid 2 aan de kantonrechter is. Die vrije bewijskracht ziet evenwel alleen op het door [eiseres] genoemde, verschuldigde bedrag. Voor zover de verklaring ziet op de beschrijving van [eiseres] van haar handelen behoudt deze dwingende bewijskracht. [eiseres] heeft verklaard dat zij sinds juni 2015 telkens als zij werkte een bedrag van € 20,00 of meer weg nam. Ook nam zij artikelen uit de winkel weg die zij niet betaalde. Afgaande op de lijst met gestelde kastekorten van [eiseres] (productie 4 bij conclusie van antwoord) heeft [eiseres] ten minste 86 dagen gewerkt, wat vermenigvuldigd met € 20,00 op € 1.720,00 uitkomt. Waar [eiseres] echter heeft verklaard dat zij € 20,00 of meer wegnam, en zij daarnaast artikelen meenam en niet afrekende, is € 2.000,00 geen onterecht bedrag. Uit de factuur van [X] blijkt dat diens onderzoek € 3.941,00 inclusief BTW heeft gekost. Daarvan heeft Primera de Weiert € 500,00 gevorderd bij [eiseres] bij wege van schadevergoeding. Ook dit acht de kantonrechter geen onterecht bedrag. Volledigheidshalve overweegt de kantonrechter nog dat diefstal of verduistering in dienstbetrekking wanprestatie oplevert uit hoofde van de arbeidsovereenkomst. Deze wanprestatie leidt tot een verplichting tot schadevergoeding van de zijde van de werknemer, in dit geval [eiseres] . Primera de Weisert ziet zich geconfronteerd met bewijsnood: hoe kan zij haar schade aantonen waar kastekorten ook kunnen ontstaan door onschuldige fouten, fooien worden meegenomen die niet worden aangeslagen en artikelen ook op andere wijze kunnen wegraken. Waar de schade niet kan worden begroot, kan de kantonrechter de schade schatten. Afgaande op de verklaring van [eiseres] is redelijkerwijze de conclusie gerechtvaardigd dat de schade voor Primera de Weiert in ieder geval € 2.000,00 bedraagt wegens diefstal of verduistering. Daarbij heeft de kantonrechter ook acht geslagen op de voornoemde lijst met kastekorten van [eiseres] die op een totaal tekort van ruim € 15.000,00 sluit.
De slotsom is dat de kantonrechter ook deze vordering zal afwijzen.
7. Voor wat betreft de verrekening met het laatste maandsalaris van [eiseres] is voldoende komen vast te staan dat de schade van Primera de Weiert hoger is dan het laatste netto maandsalaris. Ook de vordering tot betaling van het salaris tot 3 maart 2015 zal de kantonrechter afwijzen.
8. De kantonrechter zal [eiseres] veroordelen in de kosten van deze procedure nu zij in het ongelijk wordt gesteld. De kantonrechter rekent € 250,00 per punt en een half punt voor de akte van depot. Het nasalaris begroot de kantonrechter conform het liquidatietarief kanton op € 100,00.
De beslissing
De kantonrechter:
wijst de vorderingen van [eiseres] af;
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, tot deze uitspraak aan de zijde van Primera de Weiert begroot op € 625,00 aan salaris gemachtigde en € 100,00 aan nasalaris, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen indien [eiseres] deze bedragen niet binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis heeft voldaan;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor wat betreft de proceskostenveroordeling.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. G.J.J. Smits en in het openbaar uitgesproken op 12 juli 2016.
typ/conc: 552 / GJJS
coll: