Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiseres] , te [vestigingsplaats] , eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Leeuwarden, verweerder
Procesverloop
€ 103.366.
€ 88.379.
Overwegingen
“Niet voldoen aan de administratieplicht
“Bevindingen
In Duitsland wordt omzet behaald zonder dat omzetbelasting (Mehrwertsteuer) in rekening wordt gebracht, omdat de heffing is verlegd naar de afnemer van de dienst (slachterij). De facturatie van de uitzendbureaus gebeurde met Duitse omzetbelasting (Mehrwertsteuer). [eiseres] claimt vervolgens de voorbelasting in Duitsland. Eind 2008 is de vordering op de Duitse belastingdienst opgelopen tot € 198.688,71. Uit onderzoek is gebleken dat de Duitse belastingdienst de teruggaaf van de geclaimde voorbelasting niet zal verlenen.
Conclusie
“Kostencorrecties i.v.m. bevindingen boekenonderzoek
GUTACHTEN TEIL 4” van 12 mei 2010 is onder meer het volgende opgenomen:
1 AUFTRAG
Handschrift / Befund UNECHT” vermeld “
90”.
GUTACHTEN TEIL 5” van 20 mei 2010 is onder meer het volgende opgenomen:
1 AUFTRAG
Handschrift / Befund UNECHT” vermeld “
90”.
GUTACHTEN”van 1 september 2010 is onder meer het volgende opgenomen:
1 AUFTRAG
ERGEBNIS
Handschrift / Befund ECHT” vermeld “75”. Achter de drie facturen van [M] is in de kolom “
Handschrift / Befund UNECHT” vermeld “90”.
Der Gutachter kommt für die Handschriften des [G] und des [M] zu dem Ergebnis, dass diese mit einer Wahrseinlichkeit von 90% nicht echt sind. Die Reliefspuren zeigen auf, dass die Rechnungen bei der Unterschriftsleistung übereinander lagen und somit zeitgleich erstellt wurden.
Führen Sie die [eiseres] ebenfalls als Kunden? Wenn ja, teilen Sie mir bitte die Kundennummer mit.”.heeft de heer [S] bij e-mail van 24 maart 2010 (als pagina 104 gevoegd bij de op 20 april 2015 ingezonden nadere stukken van verweerder) geantwoord:
Die Firma „ [eiseres] ”habe ich bisher unter dieser Firmierung in unseren Kundendaten nicht gefunden. Die Angaben über die in ihrer Mail auch genannte Kundennummer des Herrn [X] habe ich noch einmal angehängt”.
Gerade eben habe ich von [N] , unserem u.a. für [B] zuständigen Areamanager erfahren, dass die von Frau [Q] selbst ausgestellten Rechnungen noch nicht einmal auf einem offiziellen [E] Briefbogen geschrieben sind. Es handelt sich um „selbst gebasteltes” Briefpapier (was unternehmensintern auch nicht zulässig ist). Hatten wir zwar bereits vermutet, aber jetzt haben wir die Bestätigung.”.
Ich bestätige ihnen mit dieser Mail bereits, dass es sich bei den von Frau [Q] ausgestellten Rechnungen, die sie uns zur Prüfung zugeschickt haben, nicht um offizielle [E] -Rechnungen handelt. Sie sind noch nicht einmal auf offizielles Briefpapier der [E] Autovermietung GmbH gedruckt.”.
[eiseres] BV [X] [a-laan #] NL- [DD] ”.De factuur is gedagtekend op 18 september 2009 (handgeschreven dubbel onderstreept en een uitroepteken geplaatst). Achter “
Fahrzeuggruppe”staat “
CXMR IVMR”De factuur vermeldt verder “
Fahrzeugmiete vom 19.08.2007 bis 18.09.2009”(waarbij deze huurperiode handgeschreven is onderstreept en daarnaast een uitroepteken is geplaatst) en “
Rechnungsbetrag bar bezahlt 766,61 €”.
[X] [b-straße #] [nr] [BB] ”. De factuur is gedagtekend 19 september 2007 en draagt het factuurnummer 253746713 en het “
KUNDENNUMMER 69155965”. Achter “
Fahrzeug”staat “
IVMR CXMR”. Achter “
Fahrer” staat “
48430875 [X] ”.Onder het kopje “
Tatsaechlich”staat achter “
Anmietung” “19.08.2007 17:10”en achter “
Rueckgabe” “18.09.2007 17:00”.Verder vermeldt de factuur “
Rechnungsbetrag: 766.61” en Zu zahlen bis 03.10.2007”.
Gutschrift”met het logo van [E] , met daaronder de adresgegevens van [E] te Hamburg. Dit “
Gutschrift”is gericht aan “
[X] [b-straße #] [nr] [BB] ”, is gedagtekend op 13 december 2007 en vermeldt: “
Gutschrift fuer Rechnung 253746713”.Het “Gutschrift” bevat verder nagenoeg dezelfde gegevens als de factuur met het factuurnummer 253746713, behoudens dat bij “
Rechnungsbedrag” staat “
-766.61”.
Ersatzrechnung” met het logo van [E] , met daaronder de adresgegevens van [E] te Hamburg. Deze “
Ersatzrechnung”is gericht aan “
[X] [eiseres] [b-straße #] [nr] [BB] ”,is gedagtekend op 13 december 2007 en vermeldt: “
Ersatz fuer Rechnung 253746713”.De “
Ersatzrechnung”bevat verder nagenoeg dezelfde gegevens als de factuur met het factuurnummer 253746713, behoudens dat het “
KUNDENNUMMER”ontbreekt op de factuur en dat op de factuur staat vermeld “
Zahlung Bar 13.12.2007”.
Firma [eiseres] BV [c-singel #] Nl [postcode] [JJ] ”.De factuur is gedagtekend op 14 juli 2009. Achter “
Fahrzeuggruppe”staat “
CXMR”De factuur vermeldt verder “
Fahrzeugmiete vom 15.05.2008 bis 14.06.2008”en “
Rechnungsbetrag bar bezahlt 879,41 €”.
Die Rechnung von Frau [Q] passt in diesem Fall nicht zur Rechnung in unserem Systemen. Während Frau [Q] auf der von ihr erstellten Rechnung den Zeitraum „15.05.2008 bis 14.06.2008” in Rechnung gestellt hat, lautet unsere Rechnung (die korrekte Nummer hat sie auf ihrer Version mit angegeben) auf den Zeitraum „15.05.2008 bis 19.05.2009”; der Rechnungsbedrag lautet auf 131,09 € Netto.
Firma [eiseres] BV [c-singel #] Nl [postcode] [JJ] ”.De factuur is gedagtekend op 3 november 2008. De factuur vermeldt “
Fahrzeugmiete vom 30.10.2008 bis 03.11.2008”en “
Rechnungsbetrag bar bezahlt 124,00 €”.
Anmietstation 30.10.2008 13.17 Tel (…) [B] vereinb. Rückgabe 03.11.2008 09.00 Tel (…) [B] (…)”.
Zum Zeitpunkt der Miete war dieser Fahrer = Mieter offenbar Mitarbeiter von Frau [Q] .
Firma [eiseres] BV [X] [b-straße #] [nr] [BB] ”.De factuur is gedagtekend op 3 februari 2006. De factuur vermeldt “
Fahrzeugmiete vom 13.01.06 bis 03.02.06”en “
Rechnungsbetrag bar bezahlt 560,00 €”.
Zu dieser Rechnung ist keine eindeutige Miete auffindbar.
[X] [eiseres] [a-laan #] NL- [nr] [DD] NETHERLANDS”. De factuur is gedagtekend 8 februari 2006 en draagt het factuurnummer 248354199
”. Achter “
Fahrer” staat “
48430875 [X] ”.Onder het kopje “
Tatsaechlich”staat achter “
Anmietung” “30.12.2005 17:36”en achter “
Rueckgabe” “30.01.2006 18:00”.Verder vermeldt de factuur “
Rechnungsbetrag: 1,147.94”.
Die Rechnung Nr. 38 (248354199) ist eine Original [E] -Rechnung wie sich auch in unseren Systemen archiviert ist.”.
Firma [eiseres] BV [X] [b-straße #] [nr] [BB] ”.De factuur is gedagtekend op 4 augustus 2006. De factuur vermeldt “
Fahrzeugmiete vom 05.07.06 bis 04.08.06”en “
Rechnungsbetrag bar bezahlt683,24 €”. Verder vermeldt de factuur “
Fahrzeuggruppe tatsächlich CWMR peugot / berechtnet CLMR”.
[eiseres] BV [X] [a-laan #] NL- [DD] ”.De factuur is gedagtekend op 4 augustus 2006. De factuur vermeldt “
Fahrzeugmiete vom 05.07.2006 bis 04.08.2006”en “
Rechnungsbetrag bar bezahlt683,24 €”.
€”. Verder vermeldt de factuur “
Fahrzeuggruppe CLMR”.
Diese Rechnung ist keiner Miete zuzuordnen.
– auch Umsatz und berechneter Fahrzeugtyp sind identisch. Auf dieser Rechnung ist lediglich nicht von einem abweichenden gefahrenen Fahrzeugtyp die Rede”.
Firma [eiseres] BV [c-singel #] Nl [postcode] [JJ] ”.De factuur is gedagtekend op 7 augustus 2008. De factuur vermeldt “
Fahrzeugmiete vom 21.07.2008 bis 07.08.2008”en “
Rechnungsbetrag bar bezahlt 891,31 €”.
Vergrijpboete vennootschapsbelasting
Bestätigung”). Eiseres stelt verder dat het soms voorkwam dat de huurauto ergens anders dan op het depot werd omgewisseld, waardoor medewerkers van de Agentur [B] [Q] geregistreerd zijn als chauffeur. Daarnaast verrichtten familieleden van [X] ondersteunende daden, zodat ook zij soms stonden geregistreerd als chauffeur. Eiseres wijst erop dat verweerder bij het bepalen van de belastbare winst de brandstofkosten heeft geaccepteerd, zodat ook hieruit kan worden geconcludeerd dat het gebruik van de huurauto’s door eiseres een feit is. Eiseres wijst verder op de door haar naar aanleiding van de eerste zitting ingezonden facturen van [E] , die rechtstreeks uit de administratie van [E] afkomstig zijn.
Ersatzrechnungen”) staat weliswaar eiseres’ naam vermeld, maar daaraan voorafgaand staat de naam van [X] vermeld (“
[eiseres] ”), zodat de rechtbank, mede gelet op het ontbreken van het cliëntnummer, ervan uitgaat dat deze facturen niet rechtstreeks zijn gericht aan eiseres. De rechtbank maakt daarnaast uit het rapport van het boekenonderzoek (zie bij 1.7) op dat verweerder in eiseres’ (kas)administratie geen betalingen aan [E] heeft kunnen traceren. De rechtbank concludeert dan ook dat er twijfels bestaan over de authenticiteit van de op eiseres’ naam gestelde facturen van [Q] , dat de facturen van [E] te Hamburg niet (rechtstreeks) aan eiseres zijn gericht en dat bovendien niet kan worden vastgesteld dat eiseres betalingen heeft verricht aan [E] . Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres hiertegenover op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt, laat staan doen blijken (voor wat betreft 2006), dat de door haar gestelde kosten voor de huur van auto’s daadwerkelijk door haar zijn gemaakt ten behoeve van de activiteiten van eiseres. Ook bij dit oordeel heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat eiseres evenmin aannemelijk heeft gemaakt dat haar administratie geheel buiten haar invloedsfeer verloren is gegaan. De rechtbank is voorbij gegaan aan eiseres’ stelling dat [Q] nieuwe facturen heeft opgesteld in verband met een daartoe gedaan verzoek van de Duitse Belastingdienst. De rechtbank acht het op zich namelijk al onaannemelijk dat de Duitse Belastingdienst eiseres heeft verzocht om nieuwe facturen op eiseres’ naam en Nederlandse adres op te laten stellen, laat staan nu dit verzoek niet is onderbouwd met schriftelijke stukken, maar slechts gebaseerd zou zijn op hetgeen [X's] advocaat aan [X] zou hebben meegedeeld. De rechtbank hecht ook geen gewicht aan hetgeen eiseres heeft aangevoerd over de op een aantal facturen van [E] te Hamburg vermelde, niet bij haar in loondienst zijnde, bestuurders, nu dit niet tot de gevolgtrekking zou kunnen leiden dat de op deze facturen in rekening gebrachte kosten wel verband houden met eiseres’ activiteiten. Verder kan eiseres’ stelling dat verweerder bij het bepalen van de belastbare winst de brandstofkosten heeft geaccepteerd, haar niet baten. Zoals verweerder terecht heeft gesteld, hoeft dit niet te betekenen dat er met gehuurde auto’s is gereden. Tenslotte bieden de door eiseres naar aanleiding van de eerste zitting ingezonden facturen van [E] die rechtstreeks uit de administratie van [E] afkomstig zouden zijn, haar geen soelaas. Voor wat betreft de onderhavige jaren (2006, 2007 en 2008) zijn deze facturen namelijk niet rechtstreeks gericht aan eiseres. Voor zover eiseres nog heeft bedoeld te stellen dat de heer [S] ten aanzien van de factuur op pagina 192 van verweerders nadere stukken van 20 april 2015 heeft opgemerkt dat dit een originele factuur van [E] te Hamburg is, gaat de rechtbank ook hieraan voorbij. Op deze factuur staat namelijk vermeld “
[X] [eiseres] ”, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat deze factuur niet rechtstreeks aan eiseres is gericht. De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat het antwoord op de bij 2b vermelde vraag bevestigend dient te luiden. Ook hier komt de rechtbank om dezelfde reden als bij 3.4 is vermeld niet toe aan de beantwoording van de vraag of ook voor de jaren 2007 en 2008 de bewijslast moet worden verzwaard. De rechtbank verwerpt de bij 4.1 vermelde beroepsgrond van eiseres.
Beslissing
- verklaart de beroepen gericht tegen de navorderingsaanslagen en beschikkingen heffingsrente ongegrond;
- verklaart de beroepen gericht tegen de boetebeschikkingen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar gericht tegen de boetebeschikkingen;
- vernietigt de boetebeschikkingen;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraken op bezwaar;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 328 aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van in totaal € 1.240.