Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
H.O.D.N. [naam]
1.Procesverloop
2.Feiten
3.Het geschil
4.Beoordeling
€ 500,00(2 punten x tarief € 250,00)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over de aansprakelijkheid van een bewindvoerder in het kader van een biedingsproces. De eiser, H.O.D.N. [naam], heeft de bewindvoerder, [gedaagde], aangesproken op de gemaakte kosten die hij heeft gemaakt in verband met een bieding op goederen die uit de boedel van een schuldsanering te koop werden aangeboden. De bewindvoerder had de taak om de goederen te verkopen en had een verkoopprospectus uitgebracht waarin de biedingstermijnen en voorwaarden waren vastgelegd. De eiser heeft een bieding gedaan, maar de bewindvoerder heeft uiteindelijk besloten om de goederen niet aan hem te gunnen, maar aan een andere bieder, [B]. De eiser stelt dat de bewindvoerder onrechtmatig heeft gehandeld door niet tot gunning over te gaan en dat hij daardoor schade heeft geleden in de vorm van gemaakte kosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder zich het recht had voorbehouden om niet tot gunning over te gaan en dat hij de nodige zorgvuldigheid in acht heeft genomen. Echter, de kantonrechter oordeelt dat de bewindvoerder niet zorgvuldig heeft gehandeld door na het afblazen van de gunning een onderhands traject te starten met de andere bieder zonder enige vergoeding aan de eiser voor de gemaakte kosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de bewindvoerder in zijn hoedanigheid aansprakelijk is voor de nodeloos gemaakte kosten van de eiser, maar heeft de persoonlijke aansprakelijkheid van de bewindvoerder afgewezen. De eiser is toegewezen in zijn vordering tot schadevergoeding van € 7.830,63, vermeerderd met wettelijke rente, en de bewindvoerder is veroordeeld in de proceskosten.