RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Parketnummers: 18/730039-14 en 18/930162-15
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 25 januari 2016 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans preventief gedetineerd te [verblijfplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van de onderzoeken op de terechtzitting van 20 maart 2015 (alleen ten aanzien van parketnummer 18/730039-14), 25 september 2015, 15 oktober 2015 en 12 januari 2016.
De verdachte is steeds verschenen, laatstelijk bijgestaan door mr. B. Y. Moszkowicz, advocaat te Utrecht.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra.
Aan verdachte is na wijziging ten laste gelegd dat:
ten aanzien van parketnummer 18/730039-14
1.
hij op of omstreeks 17 juli 2013 te of bij [pleegplaats 1] , (althans) in de gemeente
Menameradiel, meermalen, althans eenmaal, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum slachtoffer 1] ) (telkens) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het meermalen, althans eenmaal, strelen/betasten, althans aanraken van een/de be(e)n(en), althans het lichaam, van die [slachtoffer 1]
en bestaande dat geweld en/of bedreiging met geweld en/of die feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat verdachte opzettelijk voormelde handeling(en) heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 1] , aldaar, fietste en hij, verdachte die [slachtoffer 1] van achteren naderde op zijn bromscooter waarna hij, verdachte (vervolgens) naast die [slachtoffer 1] is gaan rijden en/of (vervolgens) aan het stuur van de fiets van die [slachtoffer 1] heeft
getrokken en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd:
"Mooie benen heb je", althans woorden van gelijke aard en/of strekking
en/of aldus voormelde ontuchtige handeling(en) zodanig plotseling en/of
onverhoeds heeft gepleegd/uitgevoerd dat die [slachtoffer 1] niet in staat
was die handeling(en) (voldoende en/of tijdig) af te weren of daartegen
weerstand te bieden;
2.
hij op of omstreeks 22 juli 2013 te of bij [pleegplaats 2] , (althans) in de gemeente
Franekeradeel, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum slachtoffer 2] ) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het strelen/betasten, althans aanraken van de (bedekte) schaamstreek en/of het, meermalen, knijpen in de (bedekte) schaamstreek van die [slachtoffer 2]
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat verdachte opzettelijk
voormelde handeling(en) heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 2] , aldaar,
fietste en hij, verdachte die [slachtoffer 2] van achteren naderde op zijn
bromscooter waarna hij, verdachte, (vervolgens) naast die [slachtoffer 2] is gaan
rijden en/of aldus voormelde ontuchtige handeling(en) zodanig plotseling en/of
onverhoeds heeft gepleegd/uitgevoerd dat die [slachtoffer 2] niet in staat was
die handeling(en) (voldoende en/of tijdig) af te weren of daartegen weerstand
te bieden;
3.
hij op of omstreeks 6 augustus 2013 te of bij [pleegplaats 1] , (althans) in de gemeente
Menameradiel, althans op het traject [plaats 2] - [plaats 6] , in elk geval inde provincie Friesland, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging
met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum slachtoffer 3]
) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer
ontuchtige handeling(en), bestaande uit het strelen/betasten, althans aanraken
van de/een be(e)n(en) en/of de (bedekte) schaamstreek van die [slachtoffer 3] ,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat verdachte opzettelijk
voormelde handeling(en) heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 3] , aldaar, fietste en hij, verdachte, die [slachtoffer 3] van achteren naderde op zijn bromscooter waarna hij, verdachte, (vervolgens) naast die [slachtoffer 3] is gaan rijden en/of zijn hand op
de/een (boven)be(e)n(en) van die [slachtoffer 3] heeft gelegd en/of
(vervolgens) de gulp van haar broek heeft losgemaakt en/of (vervolgens) zijn
hand in de broek van die [slachtoffer 3] heeft gestoken en/of (vervolgens) die
[slachtoffer 3] de woorden toegevoegd: "dit vind je lekker, hè?"
en/of (aldus) voormelde ontuchtige handeling(en) zodanig plotseling en/of
onverhoed heeft gepleegd/uitgevoerd dat die [slachtoffer 3] niet in staat was
die handeling(en) (voldoende en/of tijdig) af te weren of daartegen weerstand
te bieden;
4.
hij op of omstreeks 26 augustus 2013 te of bij [pleegplaats 2] , (althans) in de
gemeente Franekeradeel, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 4] (geboren [geboortedatum slachtoffer 4] ) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige
handeling(en), bestaande uit het strelen/betasten, althans aanraken van de
(bedekte) schaamstreek van die [slachtoffer 4] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat verdachte opzettelijk voormelde handeling(en) heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 4] , aldaar, fietste en hij, verdachte die [slachtoffer 4] van achteren naderde op zijn
bromscooter waarna hij, verdachte, (vervolgens) naast die [slachtoffer 4] is
gaan rijden en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, hand tussen de benen van die
[slachtoffer 4] heeft geduwd/gebracht en/of (aldus) voormelde ontuchtige handeling(en) zodanig plotseling en/of onverhoeds heeft gepleegd/uitgevoerd dat die [slachtoffer 4] niet in staat was die handeling(en) (voldoende en/of tijdig) af te weren of daartegen weerstand
te bieden;
5.
hij op of omstreeks 26 augustus 2013 te of bij [pleegplaats 2] , (althans) in de
gemeente Franekeradeel, althans op het traject [plaats 1] - [plaats 3] , in elk geval in de provincie Friesland, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 5] (geboren [geboortedatum slachtoffer 5] )
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het strelen/betasten, althans aanraken van de (bedekte) schaamstreek van die [slachtoffer 5] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat verdachte opzettelijk
voormelde handeling(en) heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 5] ,
aldaar, fietste en hij, verdachte die [slachtoffer 5] van achteren naderde op zijn bromscooter waarna hij, verdachte, (vervolgens) naast die [slachtoffer 5] is gaan rijden en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, hand tussen de benen van die [slachtoffer 5] heeft geduwd/gebracht en/of die [slachtoffer 5] de woorden toegevoegd: "hmm lekker kutje", althans woorden van gelijke aard en/of strekking
en/of (aldus) voormelde ontuchtige handeling(en) zodanig plotseling en/of onverhoeds heeft gepleegd/uitgevoerd dat die [slachtoffer 5] niet in staat was die handeling(en) (voldoende en/of tijdig) af te weren of daartegen weerstand te bieden;
6.
hij op of omstreeks 5 september 2013 te of bij [pleegplaats 3] , (althans) in de
gemeente Menameradiel, door door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 6]
(geboren [geboortedatum slachtoffer 6] ) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van
een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het strelen/betasten,
althans aanraken van de (bedekte) schaamstreek en/of het (met kracht) duwen
van een of meer vingers tegen de (bedekte) vagina van die [slachtoffer 6]
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat verdachte opzettelijk
voormelde handeling(en) heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 6] , aldaar,
fietste en hij, verdachte die [slachtoffer 6] van achteren op zijn bromscooter naderde waarna hij, verdachte, (vervolgens) naast die [slachtoffer 6] is gaan rijden
en/of (aldus) voormelde ontuchtige handeling(en) zodanig plotseling en/of onverhoeds heeft gepleegd/uitgevoerd dat die [slachtoffer 6] niet in staat was die handeling(en) (voldoende en/of tijdig) af te weren of daartegen weerstand te bieden;
7.
hij op of omstreeks 9 september 2013 te of bij [pleegplaats 3] , (althans) in de gemeente Menameradiel, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), [slachtoffer 7] (geboren [geboortedatum slachtoffer 7] ) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het strelen/betasten althans aanraken van de (bedekte) schaamstreek van die [slachtoffer 7] en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat verdachte opzettelijk voormelde handeling(en) heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 7] , aldaar, fietste en hij, verdachte op zijn bromscooter naast die [slachtoffer 7] is gaan rijden
en/of (aldus) voormelde ontuchtige handeling(en) zodanig plotseling en/of
onverhoeds heeft gepleegd/uitgevoerd dat die [slachtoffer 7] niet in
staat was die handeling(en) (voldoende en/of tijdig) af te weren of daartegen
weerstand te bieden;
ten aanzien van parketnummer 18/930162-15 is na wijziging ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 16 januari 2015 te [pleegplaats 4] , gemeente Borger-Odoorn,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 8] (geboren op [geboortdatum slachtoffer 8] ) te dwingen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, naast die fietsende [slachtoffer 8] is gaan rijden op zijn scooter en/of haar heeft klem gereden, althans tot stoppen heeft genoopt en (vervolgens) onverhoeds, zijn hand in de richting van haar kruis heeft gedaan en/of haar heeft vastgepakt bij haar linkerbovenbeen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 16 januari 2015 te [pleegplaats 5] , gemeente Borger-Odoorn,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 9] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 9] ) te dwingen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, met zijn scooter naast die fietsende [slachtoffer 9] is gaan rijden en (vervolgens) zijn hand onverhoeds in de richting van haar kruis heeft gebracht en haar (boven) bij haar linkerbovenbeen heeft vastgepakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks 21 januari 2015 te [pleegplaats 6] , om door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 10] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 10] ) heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers is verdachte met zijn scooter naast die [slachtoffer 10] gaan staan (die stilstond met de
fiets) en is hij tegen haar aan gaan hangen en heeft hij haar vervolgens, onverhoeds, hardhandig, in haar kruis gegrepen;
4.
hij op of omstreeks 10 februari 2015 te [pleegplaats 5] , gemeente Borger-Odoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 11] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 11] ) te dwingen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, met zijn scooter achter de fietsende [slachtoffer 11] aan is gereden en (vervolgens) naast haar is gaan rijden en (vervolgens) onverhoeds zijn hand in de richting van haar kruis, althans haar lijf heeft gebracht en haar ter hoogte van haar schouders en/of borst heeft geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op of omstreeks 04 maart 2015 te [pleegplaats 5] , gemeente Borger-Odoorn, om door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 12] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 12] ) heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers is verdachte op zijn scooter achter die fietsende [slachtoffer 12] aangereden en
heeft hij haar aangeduwd en tot stoppen genoopt en (vervolgens) onverhoeds in
haar kruis gegrepen en/of geknepen;
6.
hij op of omstreeks 24 april 2015 te [pleegplaats 7] , gemeente Borger-Odoorn,,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 13] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 13] ) te dwingen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, onverhoeds, zijn hand in de richting van haar kruis heeft gedaan en/of aan haar linkerbovenbeen heeft getrokken/gevoeld en/of aan haar broek heeft getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7.
hij op of omstreeks 01 mei 2015 te [pleegplaats 5] , gemeente Borger-Odoorn,,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 14] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 14] ) te dwingen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 14] is gaan rijden en vervolgens onverhoeds zijn hand tweemaal, althans eenmaal, richting haar kruis, althans haar lichaam,
heeft gebracht en haar onderin haar zij heeft geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
8.
hij op of omstreeks 05 mei 2015 te [pleegplaats 6] , om door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 15] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 15] ) heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers is verdachte met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 15] gaan rijden en is hij vlak langs haar geschuurd en heeft hij haar vervolgens onverhoeds in haar kruis gegrepen en/of
geknepen;
9.
hij op of omstreeks 05 mei 2015 te [pleegplaats 6] , om door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 16] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 16] ) heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers is verdachte met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 16] gaan rijden en heeft
hij haar aangeduwd en tot stoppen genoopt en haar (daarbij) tweemaal, althans
eenmaal, onverhoeds, hardhandig in haar kruis gegrepen en/of geknepen;
10.
hij op of omstreeks 07 juni 2015 te [pleegplaats 8] , gemeente Aa en Hunze, om door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 17] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 17] ) heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers is verdachte met zijn scooter naast die fietsende [slachtoffer 17] gaan rijden en heeft hij haar, vervolgens, onverhoeds eenmaal bij haar borsten en/of tweemaal in haar kruis gegrepen;
11.
hij op of omstreeks 07 juni 2015 te [pleegplaats 8] , gemeente Aa en Hunze, om door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 18] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 18] ) heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers is verdachte met zijn scooter naast die fietsende [slachtoffer 18] gaan rijden en heeft hij haar vervolgens onverhoeds in haar vagina gegrepen en/of geknepen en bij haar
borsten betast;
12.
hij op of omstreeks 11 juni 2015 te [pleegplaats 9] , in de gemeente Borger-Odoorn, om door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 19] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 19] ) heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers is verdachte met zijn scooter (ineens) met hoge snelheid naast die [slachtoffer 19] gaan rijden op het fietspad en heeft verdachte (vervolgens) toen hij naast die [slachtoffer 19] was, haar onverhoeds in haar kruis gegrepen;
13.
hij op of omstreeks 11 juni 2015, op het fietspad van [pleegplaats 6] naar [pleegplaats 4] (in het
[bos] tussen [pleegplaats 6] en [pleegplaats 9] ter hoogte van het [locatie] , voorbij de
afslag fietspad [plaats 7] ) te [pleegplaats 9] , om door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid, [slachtoffer 20] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 20] ) heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers
- ging verdachte met zijn scooter zigzaggend voor die [slachtoffer 20] (die op haar
fiets reed) rijden en/of
- verminderde verdachte (vervolgens) zijn snelheid en belemmerde die [slachtoffer 20]
de doorgang en/of
- is verdachte (nadat die [slachtoffer 20] hem voorbij wist te fietsen) achter die
[slachtoffer 20] aan gereden en/of
- is verdachte (vervolgens) naast die [slachtoffer 20] gaan rijden en/of
- heeft verdachte die [slachtoffer 20] (vervolgens) onverhoeds in haar kruis
gegrepen/geslagen, althans in de richting van haar kruis gegrepen/geslagen (en daarbij haar schaambeen geraakt).
Bewijsvraag
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat al hetgeen ten laste is gelegd kan worden bewezen. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de feiten die ten laste gelegd zijn onder parketnummer 18/930162-15 (verder te noemen: de Drentse zaken) door verdachte zijn bekend.
De feiten die ten laste gelegd zijn onder parketnummer 18/730039-14 (verder te noemen: de Friese zaken) heeft verdacht ontkend.
Volgens de officier van justitie is echter duidelijk dat verdachte de dader is van de aanrandingen van [slachtoffer 7] en [slachtoffer 6] .
Dit blijkt uit de aangiftes van beide meisjes. Verdachte is naar aanleiding van de aanranding van [slachtoffer 7] ( Friese zaak feit 7) op heterdaad, op 9 september 2013, aangehouden. Hij voldoet aan het door haar opgegeven signalement en hij rijdt ten tijde van het delict in de buurt waar de aanranding heeft plaatsgevonden.
Voorts heeft aangeefster [slachtoffer 6] (Friese zaak feit 6) de scooter van de dader gezien met in het kenteken een deel van dezelfde cijfer-letter combinatie als de scooter van verdachte. Bovendien voldoet de bestuurder van die scooter aan het signalement van verdachte. Daarnaast verklaarde aangeefster [slachtoffer 6] dat verdachte een zwarte helm droeg met het vizier omhoog. Bij zijn aanhouding was verdachte in het bezit van een zwarte helm met vizier.
De officier van justitie is van mening dat de overeenkomsten tussen voornoemde twee aangiftes en de overige vijf Friese aangiftes dermate treffend zijn dat er geen sprake kan zijn van toeval.
Verdachte heeft de 13 aanrandingen in Drenthe, van latere datum, bekend. Aanrandingen met een identieke modus operandi als die in Friesland. Verdachte is in 2009 veroordeeld voor een drietal aanrandingen waarbij de modus operandi opvallende gelijkenissen vertoont met de onderhavige zaken.
Op basis van voorgaande kan niet alleen bewezen worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de dertien Drentse zaken maar ook aan de zeven eerder door hem gepleegde aanrandingen te Friesland.
Tot slot heeft de officier van justitie aangevoerd dat de handelingen van verdachte, het onverhoeds aanraken of het pogen daartoe van de geslachtsorganen van de slachtoffers zonder hun toestemming, aan te merken zijn als ontuchtige handelingen zoals bedoeld in artikel 246 Wetboek van Strafrecht. Ook in de gevallen waarin verdachte de schouder, zij of het bovenbeen heeft aangeraakt hebben die handelingen een ontuchtig karakter gelet op de specifieke omstandigheden waaronder deze handelingen plaatsvonden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte tijdens de politieverhoren niet is bijgestaan door een advocaat.
Verdachte heeft een zodanig lage intelligentie dat hij in feite functioneert op het niveau van een minderjarige. Naar de mening van de raadsman had zijn cliënt dan ook als strafrechtelijk minderjarige moeten worden behandeld, hetgeen tot gevolg heeft dat ten onrechte is geaccepteerd dat verdachte afstand heeft gedaan van het recht op bijstand. Voorts beroept de raadsman zich op een uitspraak van het Europese Hof (Borg versus Malta nr. 37537/13), waarin het recht op verhoorbijstand van een raadsman wordt bevestigd. Daarnaast heeft verdachte schizofrenie. Er is in onvoldoende mate rekening gehouden met de bijzondere kwetsbaarheid van zijn cliënt.
Dit vormverzuim dient te leiden tot bewijsuitsluiting van de verklaringen die verdachte bij de politie heeft afgelegd. Wat overblijft zijn enkel de aangiftes. Weliswaar is er sprake van een zekere consistente modus operandi, maar zonder aanvullend bewijs moet worden geoordeeld dat er onvoldoende wettig bewijs is om tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde te kunnen komen, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken.
Voorts heeft de raadsman betoogd dat in een aantal zaken, waarbij verdachte slechts een arm of een been aangeraakt zou hebben, niet gesproken kan worden over ontuchtige handelingen.
Beoordeling van het bewijs
De rechtbank heeft bij de beoordeling ten aanzien van parketnummer 18/730039-14 acht geslagen op de volgende bewijsmiddelen, in de wettelijke vorm opgemaakt, zakelijk weergegeven.
Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 7
De verklaring van verdachte op de terechtzitting 15 oktober 2015 afgelegd, inhoudende:
Het klopt dat ik in de ten laste gelegde periode in [plaats 1] woonde. Ik was in het bezit van een grijze scooter voorzien van [kenteken] .
Feit 1
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 18 augustus 2013, opgenomen op pagina 28 e.v. van dossier nr. PL02R1 2013126472 d.d. 27 november 2013, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik fietste op 17 juli 2013 rond 21.00 uur vanaf mijn huis in [plaats 2] naar [pleegplaats 1] . In de buurt van [pleegplaats 1] reed een man op een zwart-rode scooter op het fietspad. De man draaide aan het eind van het fietspad om en reed over de weg terug en toen zag ik dat hij weer omdraaide en mij van achteren inhaalde. Toen legde die man zijn hand op mijn been en wreef hij over mijn been. Hij zei: 'mooie benen heb je'. De man reed door en draaide aan het eind van het fietspad weer om. De man kwam weer naast mij rijden. Hij deed weer zijn hand op mijn been. Hij trok aan mijn stuur en wilde mij naar hem toetrekken. Hij ging daarna met zijn hand in mijn broekje. Hij ging met zijn hand aan de zijkant van mijn broekje. Hij trok aan mijn boxershort. Ik sloeg zijn hand opnieuw weg en daarna ging hij over mijn been wrijven. Het heeft mij aangeraakt bij mijn been. Op mijn lies in de richting van mijn kruis. Het was over mijn boxer heen. De man had een zwarte helm met een doorzichtig raampje. Hij had een dikke zwarte jas aan tot op de heupen. Het was een blanke man die door de zon gebruind is. Hij had een best wel bol gezicht. Hij had een rokersstem. Zijn handen waren dik, hij had best wel lange nagels.
Feit 2
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 22 juli 2013, opgenomen op pagina 39 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [naam 1] namens haar dochter [slachtoffer 2] , geboren [geboortedatum slachtoffer 2] .
Een proces-verbaal van getuige d.d. 22 juli 2013, opgenomen op pagina 41 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2] :
Ik fietste op 22 juli 2013 om ongeveer 11.45 uur naar mijn vriend in [plaats 3] . Toen ik bij [pleegplaats 2] was, reed er een man op een scooter mij voorbij. De man was mij eerst voorbij gereden. De man kwam toen naast mij rijden. Toen hij naast mij reed, heeft hij mij aangeraakt bij mijn kruis en heeft daar verschillende keren in geknepen.
Ik denk ongeveer zeven keer.
Hij had een integraalhelm op, zwart, met daarop afdrukken van cirkels die in elkaar gedraaid zijn. Hij had ook een zwarte zonnebril op. Hij had veel rimpels in zijn gezicht. Hij had een grijze snor. Ik vond dat hij hangwangetjes had. Hij had dikke handen met zwart haar op de buitenkant. Op de achterkant van de scooter zat een zwart helmkoffertje.
Feit 3
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 15 augustus 2013, opgenomen op pagina 55 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 3] :
Ik was op 6 augustus 2013 in de sportschool [bedrijfsnaam 1] in [plaats 2] . Rond 22.00 uur ben ik op de fiets vertrokken. Ik had door dat er een scooter achter mij reed. Ik merkte dat de scooter afremde. Hij kwam naast mij rijden. Daarna greep die persoon mijn been. De man reed links van mij. Hij pakte met zijn rechterhand mijn linkerbeen vast, in mijn lies. Hij hield de hand plat, met de pink-kant in mijn lies. De man verplaatste zijn hand naar mijn gulp. Toen hij met zijn hand in mijn broek zat, zei de man zoiets als: 'dit vind je lekker hé?' . Het was een wat zwaardere stem. Hij had wat diepere rimpels naar zijn ogen. Hij had een helm op. Ik heb gezien dat hij een bril op had. De helm was donker van kleur.
Ik denk dat alles vijf tot tien seconden duurde. Hij wist precies wat hij deed en waar hij moest grijpen. Ik voelde zijn hand of vingers op mijn schaamlippen, over mijn onderbroek.
Feit 4
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 24 september 2013, opgenomen op pagina 76 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 4] :
Een man heeft mij aangerand op 26 augustus 2013 om 17.30 uur. Ik was op de fiets. Hij reed achter mij op een scooter. De scooter haalde mij in. Hij pakte mij bij mijn schouder. Toen zag ik dat het een oudere man was die ik niet kende. Hij zat met zijn hand aan mijn kruis. Ik zag een oude man die een beetje breed was en een rechthoekige bril op had. Hij had wat rimpels, ongeveer vijftig jaar; 45 - 50. Hij ging aan mijn kruis zitten, met zijn vingers bewegen. Ik was iets verder dan [pleegplaats 2] toen ik de scooter zag.
Feit 5
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 7 oktober 2013, opgenomen op pagina 99 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 5]:
Maandag 26 augustus 2013 omstreeks 17.30 uur, fietste ik in de buurt van [bedrijfsnaam 2] . Er kwam er een scooter aan. Hij ging naast mij rijden. Toen greep hij met z'n hand in mijn kruis en in mijn linkerbeen. Hij kneep wel hard. Hij riep naar mij: 'lekker kutje'. Hij keek mij nog even aan en keerde toen om en reed in de richting van [plaats 1] .
Het was een beetje een gezette man rond de 45/50. Donkere scooter. Hij had een helm op en hij had een zonnebril op, rechthoekig. De man had een gezet postuur, blanke huid, stoppeltjesbaard. Ik vond dat de man grote handen had.
Feit 6
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 10 september 2013, opgenomen op pagina 115 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 3] :
Op donderdag 5 september 2013 fietste ik vanaf mijn school te [plaats 2] naast de snelweg. Bij [plaats 3] hoorde ik iets van een scooter. Opeens reed de scooter naast me. Opeens stak hij zijn hand uit naar rechts en ik voelde dat hij aan mijn vagina begon te friemelen. Het was niet zachtjes. Hij duwde met twee vingers heel hard tegen mijn vagina. Hij zei iets tegen mij wat eindigde op 'kutje'. Ik zei: 'opflikkeren, idioot'. Daarna zag ik zijn kentekenplaat. Ik zag dat het met een [cijfer 2] begon, dat weet ik zeker. Het eindigde met een [letter] .
Ik meende te zien: ' [cijfer 1] '. Het was een oudere man. Hij klonk als ergens in de 50. Ongeveer 1.70 meter lang, wat breed. Hij droeg een zwarte helm. Hij had een klepje, een vizier, en had deze omhoog staan. Hij had een bol hoofd, een wat oudere man.
Hij kwam links naast mij rijden en raakte mij met zijn rechterhand aan.
Feit 7
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 10 september 2013, opgenomen op pagina 126 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [naam 2] , namens haar dochter [slachtoffer 7] , geboren [geboortedatum slachtoffer 7] .
Een proces-verbaal van getuige d.d. 10 september 2013, opgenomen op pagina 135 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 7] :
Ik was aan het fietsen en toen kwam er een man op een scooter, en die pakte mij vast.
Dat gebeurde gisteren om ongeveer 12:00 uur. Vlak voor het tunneltje van [plaats] .
In [plaats 3] , ik kwam van school.
Hij pakte mij eerst bij mijn arm en later in mijn kruis.
Zijn hand zat op mijn broek Hij kneep met zijn hand. Meer dan 1 keer. Hij had een helm op, een zwarte. Er zat zo'n ding om zijn mond en zo. Er zat geen glas in volgens mij. Het was volgens mij een zwarte scooter met een donkere koffer achterop.
De man was niet heel groot maar ook niet heel klein. Een beetje een brede meneer.
Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 september 2013, opgenomen op pagina 153A e.v. van voormeld dossier, inhoudende de relatering van verbalisanten:
Op 16 augustus 2013 omstreeks 21.45 uur zagen wij op het fietspad ter hoogte van perceel [adres 1] te [plaats 2] een meisje op een fiets rijden, in de richting van [pleegplaats 1] komende vanuit de richting [plaats 2] . Kort hierop kwam vanuit de richting [plaats 2] , rijdende op het zelfde fietspad, een scooter aanrijden. Wij zagen dat de scooter met vrij hoge snelheid aan kwam rijden. Het viel ons op dat toen de bestuurder van de scooter reed op een afstand van ongeveer 50 meter van het voor de scooter fietsende meisje, de bestuurder van de scooter langzaam begon te rijden. Wij zagen dat de achterzijde voorzien was van een zwarte koffer. De achterzijde van deze koffer leek rood, straalde in ieder geval een roodachtige kleur uit. De scooter leek ons donker van kleur. De bestuurder had duidelijk niet de intentie het voor hem rijdende meisje op de fiets te passeren. Wij hebben ons voertuig met gedimde lichten stilgezet. Wij zagen dat het meisje op de fiets ons passeerde en dat de scooter achter de fietser bleef rijden. Wij zagen dat de scooter twee keer zijn rem gebruikte, gezien wij zagen dat het remlicht brandde. De bestuurder wilde dus dit meisje niet passeren terwijl daar alle ruimte en gelegenheid voor was. Wij zagen dat achter de scooter twee mannen fietsten. De bestuurder van de scooter bleef op ongeveer 40 á 50 meter achter het meisje. Wij zagen dat het meisje rechtsaf sloeg een zijstraat in. Wij zagen dat de scooter zijn snelheid verhoogde en rechtdoor reed. Wij hebben de achtervolging ingezet en de bestuurder staande gehouden te [plaats 4] . De identiteit van de bestuurder is [verdachte] .
Wij zagen dat de scooter grijs van kleur was en voorzien van een koffer waarin aan beide zijden twee grote rode plastic kappen zaten, mogelijk remlichten. Wij zagen dat de betrokkene een zwarte integraalhelm droeg, bruin, verweerd gezicht, kleine ogen en een bol gezicht, stevig postuur.
Een proces-verbaal van aanhouding d.d. 9 september 2013, opgenomen op pagina 16 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de relatering van verbalisanten:
Wij, verbalisanten, waren op 9 september 2013 omstreeks 12:15 uur belast met de noodhulpdienst. Wij kregen van de centralist van de Meldkamer Noord Nederland, opdracht om te gaan naar het adres [adres 2] te [plaats] in de gemeente Menaldumadeel. Aldaar was een vrouw/meisje die kort daarvoor zou zijn aangerand door een manspersoon. Deze man zou, onder andere, deze vrouw/meisje, in haar kruis hebben betast.
Het signalement van de vermoedelijke dader luidde als volgt:
— man;
— rijdende op zwarte scooter;
— een donkerkleurige helm dragend op zijn hoofd;
Nabij [pleegplaats 1] zagen wij de bestuurder van een grijze scooter rijden. Wij zagen dat
de bestuurder een zwarte helm op zijn hoofd droeg. Door de afstand tussen de bestuurder van die scooter en ons, konden wij slechts een deel van het kenteken lezen, namelijk de letter [letter] en het cijfer [cijfer 2] . Wij realiseerden ons, dat er eerder aanrandingen waren gepleegd,
waarbij de verdachte gebruik zou maken van een bromscooter, voorzien van een kenteken
waarin de letter [letter] en het cijfer [cijfer 2] voorkwamen. Ter controle op het naleven van de bepalingen, vervat in de Wegenverkeerswet, gaven wij die bestuurder, een stopteken, waaraan hij gevolg gaf. De bestuurder bleek te zijn [verdachte] .
Wij zagen dat de helm die deze bestuurder op zijn hoofd droeg, zwart van kleur was en
niet was voorzien van een vizier. Wij zagen dat op de treeplank van deze bromscooter
nog een andere donkerkleurige helm lag. Deze helm lag tussen de benen van deze
bestuurder. Wij zagen tevens dat de bromfiets was voorzien van een zogenaamde
topkoffer. Wij zagen dat de door [verdachte] bestuurde bromscooter was voorzien van het [kenteken] .
De rechtbank past met betrekking tot de ten laste gelegde feiten ten aanzien van parketnummer 18/930162-15 de volgende bewijsmiddelen toe, met inachtneming van het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin van het Wetboek van Strafvordering:
Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 13
De bekennende verklaring van verdachte op de terechtzitting 15 oktober 2015 afgelegd.
Feit 1
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 26 januari 2015, opgenomen op pagina 26 e.v. van dossier nr. PL0100-2015185796 d.d. 2 juli 2015, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 8] .
Feit 2
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 23 januari 2015, opgenomen op pagina 39 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 9] .
Feit 3
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 27 januari 2015, opgenomen op pagina 47 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 10] .
Feit 4
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 17 februari 2015, opgenomen op pagina 61 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 11] .
Feit 5
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 9 maart 2015, opgenomen op pagina 67 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 12] .
Feit 6
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 30 april 2015, opgenomen op pagina 76 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 13] .
Feit 7
Een proces-verbaal van informatief gesprek zeden d.d. 1 mei 2015, opgenomen op pagina 94 e.v. van voormeld dossier, opgemaakt door bevoegd zedenrechercheurs d.d. 19 mei 2015, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 14] .
Feit 8
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 18 mei 2015, opgenomen op pagina 114 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 15] .
Feit 9
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 6 mei 2015, opgenomen onder bijlage A op pagina 56 van dossier met nummer PL0100-20158157 Bijlage A bij het dossier met nummer PL0100-2015185796, opgenomen als, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 16] .
Feit 10
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 9 juni 2015, opgenomen op pagina 120 e.v. van dossier nr. PL0100-2015185796 d.d. 2 juli 2015, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 17] .
Feit 11
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 11 juni 2015, opgenomen op pagina 137 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 18] .
Feit 12
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 11 juni 2015, opgenomen op pagina 169 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 19] .
Feit 13
Een proces-verbaal van aangifte d.d. 12 juni 2013, opgenomen op pagina 236 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [naam 3] namens haar dochter [slachtoffer 20] (geboren [geboortedatum slachtoffer 20] ).
Een proces-verbaal van getuige d.d. 12 juni 2015, opgenomen op pagina 248 e.v. van voormeld dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 20] .
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank acht op grond van de gebezigde bewijsmiddelen bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de aan hem ten laste gelegde feiten.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 15 oktober 2015 bekend dat hij in de periode van 16 januari 2015 tot en met 11 juni 2015, 13 meisjes/jonge vrouwen in de provincie Drenthe heeft aangerand. De rechtbank gebruikt deze verklaring voor het bewijs waarmee het verweer van de raadsman, met betrekking tot de bewijsuitsluiting van de verklaringen door verdachte bij de politie afgelegd, geen nadere overweging behoeft.
Ten overvloede wijst de rechtbank op de verklaring die verdachte op 17 juni 2015 ten overstaan van de rechter-commissaris heeft afgelegd, waar verdachte twee van de feiten (onder 12 en 13) op de dagvaarding met parketnummer 18/930162-15 (de Drentse zaken) heeft bekend.
Ten aanzien van de Friese zaken overweegt de rechtbank als volgt.
Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad is het toegestaan om bewijsmiddelen, die ten grondslag zijn gelegd aan de bewezenverklaring van een strafbaar feit, mede te gebruiken als bewijs voor andere - soortgelijke - strafbare feiten, mits uit die bewijsmiddelen blijkt van een specifiek gedragspatroon van de verdachte dat op essentiële punten overeenkomsten vertoont met de gang van zaken bij het te bewijzen feit.
De rechtbank stelt vast dat alle tenlastegelegde feiten telkens zedendelicten betreffen, die wat betreft de manier van handelen een grote mate van overeenkomst met elkaar vertonen. De rechtbank stelt voorts vast dat uit de aangiften en uit de verklaringen die het bewijs vormen voor het begaan van de feiten ten aanzien van de Drentse zaken blijkt van een consistent patroon in het gedrag van de verdachte dat op essentiële punten overeenkomt met de feitelijke gang van zaken bij de Friese zaken.
Uit de aangiften inzake die feiten blijkt namelijk dat de dader reed op een scooter en dat in die gevallen de dader telkens fietsende meisjes en jonge vrouwen van achteren benaderde. Voorts blijkt uit de aangiften dat de dader zeer dicht naast de aangeefsters ging rijden en onverhoeds met zijn hand de -met kleding bedekte- vagina/schaamstreek en/of andere lichaamsdelen van de aangeefsters betastte. De rechtbank acht dit specifieke gedragspatroon (modus operandi) redengevend voor het bewijs.
De rechtbank acht voor het bewijs voorts redengevend dat de door aangeefsters opgegeven signalementen van de dader een aantal belangrijke overeenkomsten vertonen. Het opgegeven signalement bestaat telkens uit één of meer van de volgende kenmerken: blanke man, leeftijd 40/50 jaar lengte, gezet postuur, bol gezicht met rimpels, dikke handen.
De rechtbank overweegt in dit verband dat de onderdelen van het signalement dat door de aangeefsters is opgegeven ieder op zich zelf genomen wellicht weinig typerend zijn, maar dat de combinatie van alle kenmerken in samenhang bezien een overtuigend geheel vormen in de zin dat het steeds om de zelfde persoon gaat. Daarnaast beschrijven de verbalisanten die verdachte op 16 augustus 2013 staande hebben gehouden hem als een man met een bruin verweerd bol gezicht. Volgens aangeefster [slachtoffer 2] had de dader een snor en hangwangetjes. Dit komt overeen met de foto van verdachte opgenomen op de tweede pagina van het strafdossier inzake de Friese zaken.
De rechtbank acht voor het bewijs inzake de Friese zaken verder redengevend dat de aanrandingen binnen een kort tijdsbestek hebben plaatsgehad, te weten in de periode van 17 juli 2013 tot en met 9 september 2013. Ook zijn de plaatsen delict in elkaars nabijheid gelegen. Alle feiten zijn gepleegd op de fietsroute [plaats 2] - [plaats 1] . De aanrandingen vertonen aldus ook in geografisch opzicht samenhang. Verdachte woonde ten tijde van de gepleegde delicten in [plaats 1] . Daar komt bij dat in de periode na de aanhouding van de verdachte geen aanrandingen meer hebben plaatsgevonden, althans zijn bij de politie geen meldingen meer gedaan van aanrandingen.
Dat er sprake zou zijn van een soort wraakactie en dat één of meerder personen onderhavige feiten zouden hebben gepleegd, zoals door verdachte ter zitting van 15 oktober 2015 is gesteld, is niet aannemelijk geworden.
Tot slot heeft verdachte ter zitting van 15 oktober 2015 erkend dat hij door het aanraken van vrouwen in hun kruis een kick krijgt. Hij raakt er, zo zegt hij, opgewonden van. Bij verdachte is vastgesteld dat hij lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens genaamd frotteurisme, een niet veel voorkomende stoornis waarbij de persoon in kwestie opgewonden raakt bij het onverhoeds aanraken van de vagina van vrouwen om zich dan vervolgens thuis te bevredigen. Deze stoornis past bij de door verdachte gepleegde stafbare handelingen.
De rechtbank komt, gelet op hetgeen zij hiervoor heeft overwogen, tot het oordeel dat ook bewezen is dat de verdachte de in Friesland gepleegde en ten laste gelegde feiten heeft begaan.
Door de raadsman is betoogd dat in een aantal zaken, niet gesproken kan worden over ontuchtige handelingen zoals bedoeld in artikel 246 Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank is van oordeel dat het door verdachte opzettelijk onverhoeds aanraken van de schaamstreek en/of het geslachtsorgaan van de voor hem onbekende slachtoffers zonder hun toestemming is aan te merken als een handeling van ontuchtige aard die in strijd is met de sociaal-ethische norm die een ontuchtige handeling oplevert.
In die gevallen waar de aangevers niet in de schaamstreek werden betast, maar op armen, benen, schouders dan wel de zij, is de rechtbank van oordeel dat deze handelingen als een begin van uitvoering van aanranding moeten worden aangemerkt en was er sprake van een poging tot aanranding. Verdachte heeft verklaard opgewonden te raken van het aanraken van de vagina en gelet op de uiterlijke verschijningsvormen, was dit het doel van zijn handelen. Er is in alle gevallen sprake van dwingen door geweld, nu verdachte zijn handelingen niet alleen onverhoeds, maar ook hardhandig heeft uitgevoerd.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman.
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder de parketnummers 18/730039-14 en 18/930162-15 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
ten aanzien van parketnummer 18/730039-14
1.
hij op 17 juli 2013 bij [pleegplaats 1] , in de gemeente Menaldumadeel, door geweld [slachtoffer 1] (geboren [geboortedatum slachtoffer 1] ) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het strelen/betasten van een been van die [slachtoffer 1]
en bestaande dat geweld hieruit dat verdachte opzettelijk voormelde handelingen heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 1] , aldaar fietste en hij, verdachte, die [slachtoffer 1] van achteren naderde op zijn bromscooter waarna hij, verdachte, vervolgens naast die [slachtoffer 1] is gaan rijden en vervolgens aan het stuur van de fiets van die [slachtoffer 1] heeft getrokken en vervolgens die [slachtoffer 1] de woorden heeft toegevoegd:
"Mooie benen heb je", en voormelde ontuchtige handelingen zodanig plotseling en
onverhoeds heeft gepleegd dat die [slachtoffer 1] niet in staat was die handelingen af te weren of daartegen weerstand te bieden;
2.
hij op 22 juli 2013 bij [pleegplaats 2] , in de gemeente Franekeradeel, door geweld [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum slachtoffer 2] ) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het strelen/betasten van de bedekte schaamstreek en het, meermalen, knijpen in de bedekte schaamstreek van die [slachtoffer 2] en bestaande dat geweld hieruit dat verdachte opzettelijk voormelde handelingen heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 2] , aldaar fietste en hij, verdachte die [slachtoffer 2] van achteren naderde op zijn
bromscooter waarna hij, verdachte, vervolgens naast die [slachtoffer 2] is gaan rijden en aldus voormelde ontuchtige handelingen zodanig plotseling en onverhoeds heeft gepleegd dat die [slachtoffer 2] niet in staat was die handelingen af te weren of daartegen weerstand te bieden;
3.
hij op 6 augustus 2013 te of bij [pleegplaats 1] , in de gemeente Menaldumadeel, op het traject [plaats 2] - [plaats 6] , door geweld [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum slachtoffer 13] ) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het strelen/betasten, althans aanraken van een been en de (bedekte) schaamstreek van die [slachtoffer 3] ,
en bestaande dat geweld hieruit dat verdachte opzettelijk voormelde handelingen heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 3] , aldaar, fietste en hij, verdachte, die [slachtoffer 3] van achteren naderde op zijn bromscooter waarna hij, verdachte, vervolgens naast die [slachtoffer 3] is gaan rijden en zijn hand op een bovenbeen van die [slachtoffer 3] heeft gelegd en
vervolgens de gulp van haar broek heeft losgemaakt en vervolgens zijn hand in de broek van die [slachtoffer 3] heeft gestoken en vervolgens die [slachtoffer 3] de woorden toegevoegd: "dit vind je lekker, hè?" en voormelde ontuchtige handelingen zodanig plotseling en onverhoeds heeft gepleegd dat die [slachtoffer 3] niet in staat was
die handelingen af te weren of daartegen weerstand te bieden;
4.
hij op 26 augustus 2013 te of bij [pleegplaats 2] , in de gemeente Franekeradeel, door geweld [slachtoffer 4] (geboren [geboortedatum slachtoffer 4] ) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het strelen/betasten, althans aanraken van de
bedekte schaamstreek van die [slachtoffer 4] en bestaande dat geweld hieruit dat verdachte opzettelijk voormelde handelingen heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 4] , aldaar, fietste en hij, verdachte die [slachtoffer 4] van achteren naderde op zijn
bromscooter waarna hij, verdachte, vervolgens naast die [slachtoffer 4] is gaan rijden en vervolgens zijn, verdachtes, hand tussen de benen van die [slachtoffer 4] heeft geduwd/gebracht en voormelde ontuchtige handelingen zodanig plotseling en onverhoeds heeft gepleegd dat die [slachtoffer 4] niet in staat was die handelingen af te weren of daartegen weerstand te bieden;
5.
hij op 26 augustus 2013 te of bij [pleegplaats 2] , in de gemeente Franekeradeel, op het traject [plaats 1] - [plaats 3] , door geweld [slachtoffer 5] (geboren [geboortedatum slachtoffer 5] )
heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het strelen/betasten, althans aanraken van de bedekte schaamstreek van die [slachtoffer 5] en bestaande dat geweld hieruit dat verdachte opzettelijk
voormelde handelingen heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 5] , aldaar, fietste en hij, verdachte die [slachtoffer 5] van achteren naderde op zijn bromscooter waarna hij, verdachte, vervolgens naast die [slachtoffer 5] is gaan rijden en vervolgens zijn, verdachtes, hand tussen de benen van die [slachtoffer 5] heeft geduwd/gebracht en die [slachtoffer 5] de woorden toegevoegd: "hmm lekker kutje", en (aldus) voormelde ontuchtige handeling(en) zodanig plotseling en onverhoeds heeft gepleegd dat die [slachtoffer 5] niet in staat was die handelingen af te weren of daartegen weerstand te bieden;
6.
hij op 5 september 2013 te of bij [plaats 3] in de gemeente Menaldumadeel, door geweld [slachtoffer 6] (geboren [geboortedatum slachtoffer 6] ) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het strelen/betasten, althans aanraken van de bedekte schaamstreek en het met kracht duwen van een of meer vingers tegen de bedekte)vagina van die [slachtoffer 6] en bestaande dat geweld hieruit dat verdachte opzettelijk voormelde handelingen heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 6] , aldaar, fietste en hij, verdachte, die [slachtoffer 6] van achteren op zijn bromscooter naderde waarna hij, verdachte, vervolgens naast die [slachtoffer 6] is gaan rijden
en voormelde ontuchtige handelingen zodanig plotseling en onverhoeds heeft gepleegd dat die [slachtoffer 6] niet in staat was die handelingen af te weren of daartegen weerstand te bieden;
7.
hij op 9 september 2013 te of bij [plaats 3] , in de gemeente Menaldumadeel, door geweld, [slachtoffer 7] (geboren [geboortedatum slachtoffer 7] ) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het strelen/betasten althans aanraken van de bedekte schaamstreek van die [slachtoffer 7] en bestaande
dat geweld hieruit dat verdachte opzettelijk voormelde handelingen heeft gepleegd terwijl die [slachtoffer 7] , aldaar, fietste en hij, verdachte, op zijn bromscooter naast die [slachtoffer 7] is gaan rijden en voormelde ontuchtige handelingen zodanig plotseling en onverhoeds heeft gepleegd dat die [slachtoffer 7] niet in
staat was die handelingen af te weren of daartegen weerstand te bieden.
Ten aanzien van parketnummer 18/930162-15
1.
hij op 16 januari 2015 te [pleegplaats 4] , gemeente Borger-Odoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld, [slachtoffer 8] (geboren op [geboortdatum slachtoffer 8] ) te dwingen te het dulden van ontuchtige handelingen, naast die fietsende [slachtoffer 8] is gaan rijden op zijn scooter en haar heeft klem gereden, althans tot stoppen heeft genoopt en vervolgens onverhoeds, zijn hand in de richting van haar kruis heeft gedaan en haar heeft vastgepakt bij haar linkerbovenbeen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 16 januari 2015 te [pleegplaats 5] , gemeente Borger-Odoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om door geweld, [slachtoffer 9] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 9] ) te dwingen tot het dulden van ontuchtige handelingen, door met zijn scooter naast die fietsende [slachtoffer 9] te gaan rijden en vervolgens zijn hand onverhoeds in de richting van haar kruis heeft gebracht en haar bij haar linkerbovenbeen heeft vastgepakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 21 januari 2015 te [pleegplaats 6] , door geweld , [slachtoffer 10] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 10] ) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers is verdachte met zijn scooter naast die [slachtoffer 10] gaan staan, die stilstond met de fiets en is hij tegen haar aan gaan hangen en heeft hij haar vervolgens, onverhoeds, hardhandig, in haar kruis gegrepen;
4.
hij op 10 februari 2015 te [pleegplaats 5] , gemeente Borger-Odoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld, [slachtoffer 11] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 11] ) te dwingen tot het dulden van ontuchtige handelingen, met zijn scooter achter de fietsende [slachtoffer 11] aan is gereden en vervolgens naast haar is gaan rijden en vervolgens onverhoeds zijn hand in de richting van haar kruis, althans haar lijf heeft gebracht en haar ter hoogte van haar schouders en/of borst heeft geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5.
hij op 4 maart 2015 te [pleegplaats 5] , gemeente Borger-Odoorn, door geweld, [slachtoffer 12] (geboren op 29 april 1998) heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers is verdachte op zijn scooter achter die fietsende [slachtoffer 12] aangereden en
heeft hij haar aangeduwd en tot stoppen genoopt en vervolgens onverhoeds in
haar kruis gegrepen en/of geknepen;
6.
hij op 24 april 2015 te [pleegplaats 7] , gemeente Borger-Odoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld, [slachtoffer 13] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 13] ) te dwingen tot het dulden van ontuchtige handelingen, onverhoeds, zijn hand in de richting van haar kruis heeft gedaan en aan haar linkerbovenbeen heeft getrokken/gevoeld en aan haar broek heeft getrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
7.
hij op 1 mei 2015 te [pleegplaats 5] , gemeente Borger-Odoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld, [slachtoffer 14] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 14] ) te dwingen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 14] is gaan rijden en vervolgens onverhoeds zijn hand tweemaal, althans eenmaal, richting haar kruis, althans haar lichaam, heeft gebracht en haar onderin haar zij heeft geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
8.
hij op 5 mei 2015 te [pleegplaats 6] door geweld, [slachtoffer 15] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 15] ) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers is verdachte met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 15] gaan rijden en is hij vlak langs haar geschuurd en heeft hij haar vervolgens onverhoeds in haar kruis gegrepen en/of geknepen;
9.
hij op 5 mei 2015 te [pleegplaats 6] door geweld, [slachtoffer 16] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 16] ) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers is verdachte met zijn scooter naast de fietsende [slachtoffer 16] gaan rijden en heeft
hij haar aangeduwd en tot stoppen genoopt en haar daarbij onverhoeds, hardhandig in haar kruis gegrepen en/of geknepen;
10.
hij op 7 juni 2015 te [pleegplaats 8] , gemeente Aa en Hunze, door geweld, [slachtoffer 17] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 17] ) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers is verdachte met zijn scooter naast die fietsende [slachtoffer 17] gaan rijden en heeft hij haar, vervolgens, onverhoeds eenmaal bij haar borsten en/of tweemaal in haar kruis gegrepen;
11.
hij op 7 juni 2015 te [pleegplaats 8] , gemeente Aa en Hunze, door geweld [slachtoffer 18] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 18] ) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers is verdachte met zijn scooter naast die fietsende [slachtoffer 18] gaan rijden en heeft hij haar vervolgens onverhoeds in haar vagina gegrepen en/of geknepen en bij haar borsten betast;
12.
hij op 11 juni 2015 te [pleegplaats 9] , in de gemeente Borger-Odoorn, door geweld, [slachtoffer 19] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 19] ) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers is verdachte met zijn scooter ineens met hoge snelheid naast die [slachtoffer 19] gaan rijden op het fietspad en heeft verdachte vervolgens, toen hij naast die [slachtoffer 19] was, haar onverhoeds in haar kruis gegrepen;
13.
hij op 11 juni 2015, op het fietspad van [pleegplaats 6] naar [pleegplaats 4] (in het [bos] tussen [pleegplaats 6] en [pleegplaats 9] ter hoogte van het [locatie] , voorbij de afslag fietspad [plaats 7] ) te [pleegplaats 9] , door geweld, [slachtoffer 20] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 20] ) heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers
- ging verdachte met zijn scooter zigzaggend voor die [slachtoffer 20] (die op haar
fiets reed) rijden en
- verminderde verdachte vervolgens zijn snelheid en belemmerde die [slachtoffer 20]
de doorgang en
- is verdachte, nadat die [slachtoffer 20] hem voorbij wist te fietsen, achter die
[slachtoffer 20] aan gereden en
- is verdachte vervolgens naast die [slachtoffer 20] gaan rijden en
- heeft verdachte die [slachtoffer 20] vervolgens onverhoeds in haar kruis gegrepen/geslagen en daarbij haar schaambeen geraakt.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Strafbaarheid van de feiten
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van parketnummer 18/730039-14