Op 9 mei 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het verspreiden en in bezit hebben van kinderporno. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek dat begon op 17 februari 2014, waarbij het Bundeskriminalamt via een filesharingprogramma, Gigatribe, in contact kwam met de verdachte. Tijdens het onderzoek werden op de computer van de verdachte 252 foto's en 26 video's aangetroffen die als kinderpornografisch materiaal werden gekwalificeerd. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. G.L.A.M. van Doveren, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. E.R. Jepkema.
De tenlastelegging omvatte verschillende seksuele gedragingen met minderjarigen, waarbij de verdachte in de periode van 17 februari 2014 tot en met 27 januari 2015 in Nederland afbeeldingen had verspreid en in bezit had gehad. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzet had op het verspreiden van de afbeeldingen, aangezien hij anderen uitnodigde om zijn bestanden te bekijken via Gigatribe. De verdediging betoogde dat niet alle afbeeldingen als kinderporno konden worden aangemerkt en dat de verdachte niet op de hoogte was van wat anderen op zijn computer plaatsten.
De rechtbank achtte het ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat er sprake was van 251 foto's en 22 filmpjes. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, en een taakstraf van 100 uren. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze waren gepleegd, en het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking was gekomen. De uitspraak benadrukte de noodzaak van bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik en de gevolgen van het verspreiden van kinderporno.