In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 28 april 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal, vernieling, mishandeling en bedreiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 2 oktober 2015 een lader van een TomTom heeft gestolen uit een geparkeerde auto, op 3 mei 2015 opzettelijk een ruit van een winkel heeft vernield, op 6 april 2015 in een woning heeft ingebroken en daarbij verschillende goederen heeft gestolen, en op 18 januari 2015 een persoon heeft mishandeld en een ander heeft bedreigd met de dood. Tijdens de zitting op 14 april 2016 heeft de verdachte verstek laten verlenen, en het openbaar ministerie was vertegenwoordigd door mr. S.M. von Bartheld.
De rechtbank heeft de verdachte niet strafbaar verklaard, omdat hij lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, zoals vastgesteld in psychiatrische rapportages. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte ontoerekeningsvatbaar is voor de bewezen verklaarde feiten en heeft hem ontslagen van alle rechtsvervolging. In plaats daarvan heeft de rechtbank gelast dat de verdachte voor de duur van één jaar in een psychiatrisch ziekenhuis wordt geplaatst, om hem de nodige behandeling te bieden. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de psychiatrische toestand van de verdachte en het advies van de gedragsdeskundigen.
Daarnaast heeft de rechtbank een vordering van een benadeelde partij, [slachtoffer 7], tot schadevergoeding toegewezen voor een bedrag van € 428,08, met wettelijke rente, maar de vordering voor het overige afgewezen. De rechtbank heeft de kosten van het geding door de benadeelde partij begroot op nihil. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.