Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
TRUCKSERVICE JAGER GRONINGEN B.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek, tevens akte houdende wijziging van eis;
- de akte overlegging productie van de zijde van AAL;
- de conclusie van dupliek;
- het pleidooi, gehouden op 3 februari 2016, alwaar de curator - met voorafgaande kennisgeving - niet is verschenen;
- de pleitnota van AAL;
- de akte uitlaten d.d. 17 februari 2016 van de zijde van AAL;
- de antwoordakte d.d. 24 februari 2016 van de zijde van de curator.
2.De feiten
Op 29 november 2012 stond de Renault Magnum met kenteken [nummer] met startproblemen in Klazinaveen. Ik heb Truckservice Jager Groningen BV telefonisch opdracht gegeven starthulp te verlenen aan het voertuig zodat de combinatie (incl. oplegger [nummer] ) naar de vestiging van Truckservice Jager in Groningen verder kon voor verdere diagnose."
3.Het geschil
4.De beoordeling
De omvang van het geschil
toekwamop het retentierecht ten aanzien van de objecten, alsmede tot uitkering van de in depot gestorte verkoopopbrengst van de objecten aan AAL. AAL heeft haar eis niet gewijzigd, in die zin dat bijvoorbeeld tevens een verklaring voor recht is gevorderd dat Jager de objecten, in het hypothetische geval dat deze niet verkocht zouden zijn, thans niet rechtsgeldig onder zich zou kunnen houden met een beroep op het retentierecht. De rechtbank zal zich dan ook beperken tot de beoordeling van het geschil, zoals hiervoor vermeld in rechtsoverweging 4.1.
De voorlopige conclusie van de rechtbank is dat als Truckservice Jager al ontvankelijk is in haar vordering, het standpunt van de curator van belang kan zijn." en "
Wanneer de rechtbank Truckservice Jager niet-ontvankelijk zou verklaren in haar vordering, lost dit het tussen partijen bestaande geschil niet op." Gelet hierop is niet uitgesloten dat een executoriale titel wordt verkregen voor de vordering van Jager. De enkele omstandigheid dat een mogelijke executoriale titel wellicht niet op korte termijn te verwachten valt, brengt overigens niet mee dat de curator reeds daarom zijn aanspraak op de verkoopopbrengst van de objecten ten gunste van AAL dient prijs te geven.
€ 1.447,50(2,5 punt × € 579,- (tarief III))