Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
2015,
te [pleegplaats] , (althans) in de gemeente Meppel,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in de uitoefening van een beroep of bedrijf
(telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of
verwerkt, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een
(unit ( [nummers] ) in een) (bedrijfs)pand aan [straatnaam] , aldaar,)
(ongeveer) 824, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in
elk geval een hoeveelheid of hoeveelheden van meer dan 30 gram van een
materiaal bervattende hennep,
zijnde hennep een middel als vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
art 11 lid 3 Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 3 ahf/ond B Opiumwet
2015,
te [pleegplaats] , (althans) in de gemeente Meppel,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
hoeveelheid of hoeveelheden electriciteit, in elk geval enig goed,
(alles) (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [energiebedrijf] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht