Op 29 maart 2016 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het exploiteren van een hennepkwekerij en diefstal van elektriciteit. De verdachte, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en wonende te [woonadres], was aanwezig tijdens de zitting op 15 maart 2016. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. S. Eijzenga. De tenlastelegging omvatte twee hoofdpunten: het opzettelijk telen van hennepplanten en het illegaal aftappen van elektriciteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 3 februari 2014 tot 3 februari 2015 in de gemeente Emmen opzettelijk 336 hennepplanten heeft geteeld en elektriciteit heeft gestolen, waarbij hij zich toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de bevindingen van de politie als bewijs gebruikt. De officier van justitie concludeerde dat de tenlastelegging bewezen kon worden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en heeft hem veroordeeld tot een taakstraf van 130 uren, waarvan 50 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Bij de strafoplegging is rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een behandelverplichting en een meldplicht bij de reclassering, om recidive te voorkomen.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de feiten en omstandigheden zorgvuldig hebben afgewogen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen zijn verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt en de rechtbank heeft de voorwaarden voor de taakstraf en de gevolgen van niet-naleving duidelijk uiteengezet.